Wie de vorige generatie Ford Focus ST en RS kent, wordt een beetje sentimenteel van de nieuwste snelle Focus. De fantastisch klinkende vijfcilinder turbomotor is niet meer en een RS-model zou aanvankelijk helemaal worden geschrapt. Zou, want inmiddels lijkt ‘ie toch te gaan komen, wellicht zelfs met vierwielaandrijving. De nieuwe ST is het voorlopige topmodel en doet ‘t voortaan met één cilinder minder. Vier zuigers en een megaturbo zijn goed voor een gezonde 250 pk vermogen. Samen met het vermaarde Focus-onderstel goed voor een flinke dosis rij- en stuurplezier, zou je zeggen.

Ford heeft zijn best gedaan om de Focus ST een lekkere sound te geven. Over of ze daarin zijn geslaagd zijn de meningen verdeeld. Het geluid bij de koude start is gedempt en beschaafd, maar uiteraard gun ik de motor tijd om lekker op te warmen. Olietemperatuur, oliedruk en turbodruk zijn te volgen op de drie extra metertjes bovenop het dashboard. Zo weet je precies wanneer het verantwoord is om los te gaan.

De sportstoelen in de ST zitten heerlijk en omklemmen je buitengewoon goed. Gevoelsmatig zou je nog ietsje lager willen zitten, maar de zitpositie is uitstekend in te stellen. Het fijne en extra dikke sportstuur kan ver naar je toe worden gehaald. Het is aan de firma Recaro te ‘danken’ dat de achterpassagiers wat minder beenruimte hebben, desondanks kunnen vier personen in deze snelle Focus een goede zitplaats vinden. Een driedeurs Focus bestaat niet meer, maar de ST is wel als praktische Wagon te bestellen – best bijzonder!

De wijze waarop de turbo vuurklaar staat om je nekwervel een optater te geven is indrukwekkend

Handig

Net als bij de huis-tuin-en-keuken-Focus is het dashboard geen toonbeeld van overzichtelijkheid en ergonomie. In het begin is het even zoeken, maar dan blijkt dat je veel functies vanaf het stuurwiel kunt bedienen – dat is dan wel weer handig. Verder valt op dat de kunststoffen in de deuren en het onderste deel van het dashboard niet bijzonder hoogwaardig overkomen. Het openen van het dashboardkastje voelt bijvoorbeeld net een klasse voordeliger dan bij een Volkswagen Golf. Toch is dat bij een ST minder belangrijk, want er is maar één ding waarin deze Ford echt moet uitblinken: sportief rijden.

Het interieur is beoordeeld en de motor warm: tijd om het gaspedaal wat dieper in te drukken. Voor een viercilinderturbo produceert de ST een attractieve motor- en uitlaatgrom, afgewisseld door gefluit en gesis van turbo en wastegate. Dat die turbo aan het werk is voel je door een flinke duw bij het versnellen, maar deze Ecoboost onderscheidt zich niet uitsluitend op vermogen. De wijze waarop de turbo vuurklaar staat om je nekwervel een optater te geven is indrukwekkend, een turbogat is zo goed als afwezig. Zodra het gaspedaal het schutbord raakt is de turbo alweer op volle druk. Na het schakelen pakt de turbomotor wederom doortastend op, als ware het een atmosferische motor. De naald van de turbodrukmeter zwiept telkens weer enthousiast richting 1,35 bar, waarna je de ST onverstoord richting toerenbegrenzer kunt jagen, zonder ooit een noemenswaardige powerdip te voelen. Bij 6.500 tpm is het tijd om op te schakelen met het hooggeplaatste pookje dat zich soepel door een kort en helder patroon beweegt. Een voorbeeldige combinatie met de goed doseerbare koppeling, die zich met een prettige weerstand laat bedienen. Ford belooft een 0 naar 100 km/u-sprint in 6,5 seconden en een topsnelheid van 248 km/u. Daarmee staat de nieuwe ST qua prestatieniveau tussen de vorige ST en RS in.

Het geluid is niet meer echt spannend

Wie rustig rijdt heeft ook plezier van de tweeliter Ecoboost, want bij lage toerentallen reageert de motor gehoorzaam en gewillig. Wát een alleskunner en wát een indrukwekkende elasticiteit. De ST biedt een gecontroleerde middenweg tussen de relatief tamme Volkswagen Golf GTI en hitsige Renault Mègane RS. Bij 120 km/u draait de motor een kalme 2.700 tpm en verbruikt ‘ie zo’n 8,0 l/100 km. Het stevige onderstel laat duidelijk voelen dat je in een sport-Focus rijdt. Niet dat je vullingen lostrillen, maar op korte oneffenheden dribbelt ‘ie een beetje, hoewel rust en stabiliteit overheersen. De Focus ST is probleemloos ‘normaal’ te rijden, maar motor, onderstel en versnellingsbak blijven uitdagen om harder te rijden dan nodig. Met dat gegeven in het achterhoofd is het gemiddelde testverbruik van 1 op 9,1 nog alleszins redelijk te noemen. Meer zelfbeheersing en snelwegkilometers moeten een ruime 1 op 10 mogelijk maken.

De ST biedt een gecontroleerde middenweg tussen de relatief tamme Volkswagen Golf GTI en hitsige Renault Mègane RS.

Niet hardcore

Maar wat moet je eigenlijk op de snelweg? Bochtige binnenwegen, dat is waar de stuurman zijn rijplezier beleeft. Het onderstel van de ST is hard, maar niet hardcore. Het is geweldig gooien en smijten met deze Focus. Torque Vectoring Control zorgt voor een elektronische sperwerking tussen de voorwielen en samen met het nieuwe Torque Steer Compensation kun je deze voorwielaandrijver bijzonder gecontroleerd een bocht laten ‘uitaccelereren’. Zolang het niet al te bemoeizuchtige ESP ingeschakeld staat, gaat dit zelden gepaard met een doorslaand binnenste wiel, iets waarvan krachtige voorwielaandrijvers vaak last hebben. De Focus ST klauwt zich vast in het asfalt, zelfs wanneer je midden in een bocht lomp op het gas gaat staan. Schakel je het ESP volledig uit (daartussenin zit nog een Sport-modus) dan moet je wel heel erg forceren om onderstuur met abrupt ‘gas los’ om te zetten in een gemakkelijk op te vangen overstuurreactie. Je kunt de ST leuk laten uitbreken, maar echt venijnig en dus gevaarlijk wordt ‘ie nooit.

De besturing geeft veel feedback en biedt redelijk wat weerstand, maar toch lijkt het stuurgevoel niet altijd even authentiek. Dit komt duidelijk aan het licht als ik overstap in de Subaru BRZ, die ten tijde van deze test op de redactie logeerde. Geen concurrent uiteraard, maar dan wordt het verschil tussen een sportauto en een gepeperde ‘gezinshatch’ duidelijk. Verder merk je dat de stuurbekrachtiging van de Focus snelheidsafhankelijk is, daardoor is de besturing stabiel en niet al te nerveus op (zeer) hoge Autobahn-snelheden.

Steengoed

Zodra je met de nieuwe ST rijdt, worden de tranen die je laat om het verdwijnen van die ‘gouwe ouwe’ vijfcilinder verdrongen door een brede glimlach. Het geluid is weliswaar niet meer echt spannend, maar de nieuwe 2.0 EcoBoost geeft daarvoor een ongekende souplesse en daadkracht terug. Dat maakt deze turbomotor tot een van de beste in zijn soort. De Focus ST rijdt meer dan voldoende dynamisch om met recht ‘hot’ te mogen heten, zonder het praktische aspect van een hatchback uit het oog te verliezen. Het comfort is acceptabel en de binnenruimte zeer bruikbaar, zeker wanneer je een Wagon bestelt. Kortom, een steengoede hot hatch met een allround karakter. Vanaf 33.610 euro verwisselt de Focus ST van eigenaar en voor net geen 40 mille is deze met opties volgehangen testauto de jouwe. Bestel een Wagon en je hebt iets aparts in handen.