Helaas, vijf- en zescilinders in compacte auto’s mogen niet meer. De afzwaaiende Focus RS is hoogstwaarschijnlijk de laatste met die begeerlijke vijfcilinder en ook Volkswagen stapt af van de bekende en alom gewaardeerde VR6 motor. De nieuwe Golf R is hierdoor slachtoffer geworden van de CO2-oorlog en gaat voortaan met een viercilinder turbomotor door het leven. Liefhebbers van de Golf VR6 spreken van een schande, maar gaat de sportieve Golf-rijder er wel op achteruit? Je zou denken van niet. De 2.0 turbo levert meer vermogen, verbruikt minder brandstof en stoot minder CO2 uit dan de zescilinder uit de R32. In een gevecht van man tot man zal moeten blijken of de jongere en sterkere Golf VI R de Golf V R32 kan verslaan op snelheid en emotie. Kan de veteraan nog weerstand bieden aan de jonge soldaat of is hij uitgerangeerd?

De glimmende grille van de Golf R32 komt uit een ander Volkswagen-tijdperk. Een heel contrast met de nieuwe Golf R, die zijn wilde jeugdigheid niet onder stoelen of banken steekt. Zie bijvoorbeeld de opvallende LED–dagrijverlichting, die bij een snelle Golf als deze best goed smoelt. Bij dit zwarte exemplaar lijken de koplampen bijna onzichtbaar en zie je enkel de LED’s branden. De krachtige voorbumper en de gemeen kijkende koplampen maken de Golf R indrukwekkender om te zien dan de R32.

De achterzijde van de R is niet veel anders dan die van de R32. De twee kanonslopen in de achterbumper staan nog steeds centraal en maken de snelste Golf uniek en herkenbaar. Zelfs bij de Scirocco R zijn ze anders geplaatst. Gelukkig bestaat de achterbumper van de R nu uit één stuk in plaats van de optisch opgeplakte onderbumper van de R32. De jonge soldaat oogt onder andere hierdoor geraffineerder en tegelijk nog dikker dan het ‘oudje’. Dat is tevens te danken aan de opvallendere sideskirts en de iets grotere achterspoiler. Het meest indrukwekkende van deze Golf R zijn de geweldige – optionele – 19 inch wielen. Oké, echt origineel zijn ze niet – ze lijken als twee druppels water op die van de Audi RS6 en de Bentley Mulsanne – maar wat zijn ze fraai! Toch lijken de meningen hierover verdeeld. De Golf R, maar ook de R32, krijgt op de weg in ieder geval voldoende goedkeuring van medeweggebruikers. Beide vechtjassen vallen lekker op in hun bijna identieke blauwe kleur.

Leeftijdsverschil

In de cockpit van de R is weinig nieuws te melden, alles zit op de bekende plaatsen en oogt uiteraard wat moderner. Een iets ander stuur, een iets ander dashboard, maar in grote lijnen bleef alles gelijk. Hoewel de R de meest dure en sportieve Golf is, zie je dat niet heel erg af aan het interieur. Het is zelfs wat aan de saaie kant, een willekeurige Golf in de luxe Highline-uitvoering ziet er praktisch hetzelfde uit. De verschillen vind je vooral in details. Het afgeplatte - lekker beetpakkende - stuurwiel dat is afgewerkt met pianolak (anders dan in de GTI) wijkt af van het exemplaar in een reguliere Golf. Verder zijn er sportpedalen en blauwe wijzers in de tellers. Leuk, maar daar blijft het dan wel bij.

Wie beter kijkt ziet toch een aardig leeftijdsverschil

Waar Volkswagen altijd goed in is geweest – en dat is bij de R niet anders – is dat het interieur je het gevoel geeft dat je in een auto zit uit een hogere klasse. De afwerking is echt ontzettend goed en ook de stilte in het interieur valt op. Met een ruim budget kan de Golf zo luxe als je wilt worden aangekleed. Zodoende heeft deze Golf R een zeer goed klinkende muziekinstallatie, dat kunnen niet alle automerken zeggen. Maar goed, daar betaal je dan ook voor. De Golf R met DSG-automaat heb je namelijk voor 46.290 euro, het testexemplaar kost inclusief opties maar liefst 57.200 euro.Op het eerste gezicht lijken de R en de R32 van binnen erg op elkaar, maar wie beter kijkt ziet toch een aardig leeftijdsverschil. De navigatiesysteem in de R ziet er echt stukken beter uit en de materialen ogen hoogwaardiger. Je ziet de vooruitgang die Volkswagen heeft geboekt met de nieuwe generatie. Het interieur van de R oogt tegelijk ook smaakvoller dan dat van de R32. Die heeft achter de automaatpook namelijk echt teveel glimmende materialen, die sportief moeten lijken maar eerder kitscherig overkomen.

De R32 heeft achter de automaatpook teveel glimmende materialen, die kitscherig overkomen

Enigszins schokkend is dan ook de hoge meerprijs van de Recaro sportstoelen, waar je 3.890 euro voor bij moet leggen. Concurrenten bieden soortgelijke stoelen standaard of voor een veel lagere meerprijs aan. Dat de Recaro’s fantastisch zitten staat buiten kijf, hoewel de standaard sportstoelen absoluut niet onaardig zijn. Je wordt in de Recaro-stoelen goed klem gehouden en de ondersteuning is fantastisch. Het zitvlak is voor brede personen wat aan de smalle kant, maar verder zul je niks te klagen hebben. De zitpositie is mede dankzij het stuur, dat ver naar je toe te halen is, erg goed. De R32 stoelen zitten vrijwel net zo prettig. Het meubilair van de R lijkt wat harder, maar is minder ’ingezeten’ dan dat van deze oudere R32.

Cijfers liegen niet

Een V6 in een compacte auto lepelen, dat was eind jaren ‘80 een gewaagde stap. Niemand leek echt moeite te willen doen om dit te realiseren, behalve Volkswagen. Er was echter één probleem: een V6 kreeg je met geen mogelijkheid in een auto van het formaat Golf. Vandaar dat Volkswagen zelf aan de slag ging en een blok ontwikkelde dat niet zo groot was als een conventionele V6 en niet zo lang als een zes-in-lijnmotor: dit werd de compacte VR-motor, met een uitzonderlijk kleine blokhoek van 15 graden. In 1991 werd dit fantastisch klinkende blok in de Golf III geïntroduceerd en vervolgens werd ook de vierde generatie voorzien van VR6-kracht. De Golf V was de laatste der Mohikanen. Maar wees niet getreurd, Volkswagen laat je niet zomaar zitten. De cijfers liegen er niet om: de Golf R32 levert een zeer acceptabele 250 pk, het vermogen van de viercilinder Golf R is gestegen naar maar liefst 270 pk. Het koppel is dankzij de turbolading met 30 Nm gestegen en bij een lager toerental beschikbaar. En voor degenen die er waarde aan hechten: de R kan het met minder brandstof af en stoot zodoende 36 g/km minder CO2 de lucht in, vergeleken met de R32.

Enigszins schokkend is de hoge meerprijs van de Recaro sportstoelen, waar je 3.890 euro voor bij moet leggen

De 0 tot 100 sprint is opnieuw verbeterd: heeft de R32 nog 6,2 seconden nodig voor de standaardsprint, de R klaart het in slechts 5,5 seconden (5,6 volgens onze meting) - mede dankzij de 4-Motion vierwielaandrijving die tractieproblemen voorkomt. De handgeschakelde versies hebben nog wat extra honderdsten van een seconden nodig. Ook na de 100 km/u komt de nieuwe R niets te kort en bereikt ‘ie 140 km/u nog net binnen tien tellen. Dat is marginaal langzamer dan bijvoorbeeld de Mercedes E500 Coupé met een 388 pk sterke V8. De eveneens beresterke voorwielaangedreven Ford Focus RS kan de vierwielaangedreven Golf niet eens bijbenen. De R zet echt zeer indrukwekkende prestaties neer, maar de R32 blijkt in de praktijk meer in zijn mars te hebben dan je op basis van de kille cijfers zou denken.

De VR6 reageert vooral vanuit stilstand namelijk een stuk alerter en directer op het gas en toont hiermee het voordeel van een atmosferisch motorblok. Een bijzonder leuke gimmick hierbij is de zogenaamde Launch Control, die op beide ‘Golfjes’ aanwezig is. Je zult het niet iedere dag gebruiken, maar het is leuk om aan je vrienden te laten zien natuurlijk. Het werkt als volgt: je drukt op de ESP knop, zet de automaat in de S-stand, plaatst je linkervoet op het rempedaal en drukt gelijktijdig het gaspedaal helemaal in. Het toerental gaat naar precies 3.000 tpm en wanneer je het rempedaal loslaat schiet de Golf er vandoor. Hiermee haal je een hoop plezier uit een sprintje, wat je met een voorwielaandrijver niet lukt. De Golf R heeft echter net wat meer bedenktijd nodig dan de R32, waardoor die laatste net wat sneller van zijn plaats komt. Tot de 100 km/u blijft hij de krachtigere R zelfs voor, puur door een snellere start. Pas net na 110 km/u komt de R voorbij knallen en weet hij op de R32 uit te lopen.

In de cockpit van de R is weinig nieuws te melden

Het voordeel van de turbogeblazen tweeliter is dat ‘ie in de tussensprints de V6 vernietigt. Onderin ontbreekt het bij de R32 namelijk aan trekkracht, terwijl bij de R vanaf 2.500 tpm de turbodruk hoog oploopt en de toerenteller als een bezetene naar de begrenzer (6.500 tpm) schiet. Het maakt niet uit in welke versnelling je zit, de R blaast er - eenmaal bij de les - hard vandoor. De R32 bouwt zijn vermogen meer lineair op en piekt pas bij hogere toerentallen, wat kenmerkend is voor een atmosferische blok. De eigenaar van de R32 was dan ook erg onder de indruk van de trekkracht van de R.

Dat geldt echter niet voor het geluid. “Iedere willekeurige viercilinder klinkt hetzelfde“, aldus de R32-eigenaar. De VR6 komt daarentegen met een enthousiaste grom tot leven en dat blijft toch wel erg lekker. Tijdens het accelereren is het de heerlijke zescilinder roffel die met een gemene snerp de oren streelt. Dit is zo’n auto die je door een tunnel wil jagen met de ramen omlaag. Maar wanneer je redelijk rustig rijdt klinkt de R32 bescheiden, terwijl de uitlaten van de Golf R dan juist meer brommen. Wanneer het gaspedaal diep ingedrukt wordt dan klinkt ook de R helemaal niet onaardig. Hij weet met een ploffend geluid bij het overschakelen voor amusement te zorgen. Dat geluid oproepen werkt aardig verslavend en compenseert enigszins het gemis van de zescilinder.

Tot de 100 km/u blijft de R32 de krachtigere R voor, puur door een snellere start, maar de R vernietigt de R32 in tussensprints

Geen Generaal

Hoewel de Golf R één van de snelste en duurste hatchbacks is die je op dit moment kunt kopen, is het niet de meest sportieve auto. Zo schakelt de DSG-bak in de automatische stand zo snel mogelijk op naar de zesde versnelling. Goed voor het verbruik, maar absoluut niet voor de sportieve beleving. Sportief rijden doe je in de S-stand, waarbij schakelen via de flippers en de pook de voorkeur geniet. Het is jammer dat de kleine paddles niet aan de stuurkolom zijn bevestigd, waardoor je eerder geneigd bent om de automaatpook een zetje te geven in plaats van de flippers te bedienen.

De vierwielaandrijving zorgt ervoor dat de auto keurig op koers blijft, maar haalt tegelijkertijd een deel van de sensatie weg. Vooral als je eens hard een rotonde wil nemen grijpt het ESP behoorlijk hard in en kun je de R niet verleiden tot een potje overstuur of andere gekkigheid. Het ESP kan ook niet in zijn geheel uit, wat bijvoorbeeld bij de Renault Mégane RS wel kan. Desondanks kan de Golf R wel bijzonder hoge bochtsnelheden halen en daarbij geeft ‘ie geen krimp. De snelle Golf ligt vastberaden op de weg en laat zich niet gauw van de wijs brengen. In dat opzicht voelt de R uitgebalanceerd aan en laat VW zien dat dit wel degelijk een topproduct is. Het optionele adaptieve onderstel - in de sportstand - en de grote 19 inch wielen zorgen ervoor dat de R nog wat stugger aanvoelt dan de R32, maar overdreven oncomfortabel wordt het niet. Beide auto’s liggen ontzettend strak op de weg en hebben dankzij de 4-Motion grip in overvloed.

De optionele 19 inch wielen van de Golf R zijn niet echt origineel maar wat zijn ze fraai

De R blinkt niet uit met een sportieve stuurinstallatie. Het sturen gaat wat te licht maar wel iets zwaarder dan bij de R32. Het is vooral de enigszins indirecte respons waardoor hij niet scherp aanvoelt en dat is iets wat je wel zou willen bij een ‘hot hatch’. Desondanks voelt de besturing prettig aan, maar nog meer contact met de voorwielen is wenselijk. Na verloop van tijd ga je wel steeds meer de auto waarderen en begrijpen. Je moet je er alleen even overheen zetten dat dit niet een supersportieve hatchback betreft, maar een Golf die ‘toevallig’ bijzonder snel is. Je beleeft met de Golf R, maar ook de R32, rechtuit het meeste plezier en dan vooral aan de bijna naadloos verlopende acceleratie. Het stuur en- rijgedrag zijn van een hoog niveau, maar de Golf R is geen Generaal in de klasse van sportieve hatchbacks. Het verbruik blijkt, zoals verwacht, gunstiger uit te vallen voor de nieuwe Golf. Met een rustige rijstijl is 1 op 12,5 te halen, terwijl je bij de R32 van geluk kunt spreken als je beter dan 1 op 11 uitkomt.

Kleineren

Je kunt je afvragen of de R de meerprijs van 12.500 euro tegenover de Golf GTI echt waard is. De vierwielaandrijving maakt ‘m veiliger en kan die 70 pk extra beter kwijt, maar echt bruter wordt ‘ie er niet van. Een ongeleid projectiel is de R zeker niet. Jammer? Soms wel ja. De R doet een hoop goed, erg goed zelfs, maar mist sensatie. Het ‘hebben-hebben’-gevoel ontbreekt. Dat de auto er goed uitziet, een bepaald luxegevoel geeft en erg snel is staat buiten kijf, maar met een paar opties zit je al gauw op 57.000 euro en dat is toch serieus veel geld voor een relatief beschaafde ‘hot hatch’.

In ieder geval heeft de Volkswagen Golf R in dit man tot man gevecht aan het langste eind getrokken en weet hij de R32 uit te schakelen. De jonge soldaat slaat een sterke slag tegen de veteraan en verdient extra strepen. Hij ziet er net wat fraaier uit, presteert beter en is spaarzamer met brandstof. Het is zonde dat de VR6 het veld heeft moeten ruimen, maar zijn opvolger bevat voldoende kwaliteiten om de R32 te kleineren. In dit geval pakt kleineren groots uit…