Ja, je ziet het wel eens op conceptcars. Maar breng het maar eens in de praktijk, bijna geen enkel merk durfde het tot nu toe aan. Want geen B-stijl in combinatie met vier portieren betekent slimme oplossingen bedenken om de stijfheid van de auto intact te houden. Mazda deed het 10 jaar geleden voor het laatst, met de RX-8. En nu komt Ford met de B-stijlloze B-Max. Niet omdat het mooi of ‘cool’ is, maar praktisch. Wat de toegevoegde waarde is van een compacte MPV zonder B-stijl zoek ik uit in deze rijtest met de B-Max 1.0 Ecoboost.

Opel maakte een aantal jaar geleden de blits met de Meriva, met z’n in tegenovergestelde richting openende achterportieren. Dat bracht een beetje sjeu in het segment van de compacte MPV’s, want met modellen als de Kia Venga en Toyota Verso-S valt er niet veel spannends te beleven. Ford dacht: dat moet nóg beter kunnen. En dus kwam de B-Max, met schuifdeuren én zonder B-stijlen.

Hoe praktisch is dat écht? Dat ligt eraan hoe vaak je de achterbank gebruikt. Schuifdeuren zijn praktisch – hoewel het sluiten van binnenuit wel wat zwaar gaat - en de extra ruimte die ontstaat door het weglaten van de B-stijl is mooi meegenomen. Vooral als je kinderen op de achterbank ‘installeert’ dan ervaar je het voordeel. Verder is het gewoon een leuke gimmick die weinig nadelen met zich meebrengt. De enige serieuze concessie is dat het uitzicht naar opzij beperkt is, omdat de raamstijl van de deur erg dik is. Ook zijn de portieren vrij zwaar omdat er extra verstevigingen zijn aangebracht die het gemis van de vaste stijl opvangen. Verder drukt de gordel licht op je schouder omdat de houder op de stoel is gemonteerd – en niet in hoogte is te verstellen.

Met modellen als de Kia Venga en Toyota Verso-S valt er niet veel spannends in dit segment te beleven

Hard

De ruimte op de achterbank is niet groter dan in andere compacte MPV’s. Dat betekent: genoeg hoofdruimte maar een vrij beperkte beenruimte. Wat niet meehelpt zijn de harde kunststof platen in de leuningen van de voorstoelen. Voorin zit je prima, al doet de B-Max wel smal aan. De stoelen zijn ook vrij smal en de zitting is kort, bovendien vertoont de leuning meer speling dan zou mogen. Toch vind je achter het stuur snel een goede zitpositie dankzij de uitgebreide verstelmogelijkheden. Je hebt niet het gevoel op de bok te zitten en dat is prettig. Als je daar wel van houdt dan kun je de stoel hoger zetten.

Het interieur oogt verder zeer verzorgd, pas als je beter gaat kijken dan zie je dat Ford op de afwerking hier-en-daar heeft beknibbeld – wat overigens geen schande is in dit segment. Het dashboard is grotendeels afkomstig uit de Fiesta en heeft een mooie, zachte bovenlaag. De hoogglans zwarte accenten geven een luxe gevoel. De vele knopjes doen dat ook, maar de bediening van al die priegelige toetsen vraagt teveel aandacht.  Je bent – zeker in het begin – constant aan het zoeken en de drukknop waarmee je de functies in het centrale beeldscherm bedient vraagt zoveel aandacht dat een kop-staartbotsing op de loer ligt. Gelukkig heeft de B-Max een score van vijf sterren botsveiligheid. Over SYNC, Fords Bluetooth-systeem, ben ik gematigd positief. Bellen gaat prima, de muziekfunctie is wat magertjes. Er geen weergave van welke muziek er wordt afgespeeld en bovendien blijft SYNC gewoon ‘doorspelen’ als je een andere audiobron kiest. Zolang je niet op ‘stop’ drukt blijft ‘ie dat ook doen, ook bij alle volgende ritten. Zo ‘Bluetootht’ de B-Max ongemerkt de accu van je telefoon leeg… De geluidsinstallatie zelf klinkt overigens prima.

Trucjes

Hoe slim de constructie van de B-Max ook is, hij heeft verder geen bijzondere stoeltrucjes of handige opbergvakjes. Is dat erg? Dat eerste niet, want hoe vaak gebruik je dat in de praktijk? Dat tweede wel, want waar laat je losse spullen? De achterbank kan uiteraard wel omlaag en dankzij de in hoogte verstelbare laadvloer creëer je dan een keurig vlakke laadvloer. Met de bankleuning omhoog heeft de MPV 326 liter bagageruimte en dat is 75 tot 115 liter minder dan zijn belangrijkste concurrenten bieden.

De extra ruimte die ontstaat door het weglaten van de B-stijl is nuttig

Fords bejubelde driecilinder zorgt in de B-Max voor de aandrijving. De importeur verwacht dat 85 procent van de kopers kiest voor deze motor, die in twee vermogensvarianten is te verkrijgen. Naast de 120 pk-versie in de testauto is er ook een uitvoering met 100 pk. 120 pk is in ieder geval meer dan genoeg. De Ecoboost is een lekker motortje, de turbo komt subtiel in vanaf zo’n 1.500 tpm en ondanks de combinatie van een zeer kleine cilinderinhoud en een turbocompressor is deze motor comfortabel te rijden. Hij beloont de beweging van je rechtervoet eigenlijk altijd wel met een prettige gasrespons, behalve onder de 1.500 tpm – wat bijvoorbeeld gebeurt als je ‘in z’n twee’ een uitrit verlaat. Dan blijkt pas welke invloed de turbocompressor heeft want er geeft echt he-le-maal niemand thuis onderin.

Merk je dat er een driecilinder in het vooronder ligt? Ja, hij trilt en bromt een beetje – afhankelijk van het toerental - maar echt storend wordt het nooit. Toch benadert de driecilinder niet de loopcultuur van een viercilinder dus de 1.0 Ecoboost is qua beschaving geen vooruitgang. Qua verbruik ook niet: het testverbruik van 7,8 l/100 km (1 op 12,8) is een matige score.

De voorkant oogt zelfs krachtig, het lijkt wel een S-Max

Licht

De B-Max stuurt zoals je van een compacte MPV verwacht: licht en met niet al teveel gevoel. Ford heeft geprobeerd om nog wat Fiesta-dynamiek in de B-Max te stoppen maar dat is niet helemaal gelukt. Als je rustig instuurt dan volgt de B-Max redelijk direct je commando’s op maar bij snelle stuurbewegingen is er een kleine vertraging. Dit effect wordt versterkt omdat de testauto staat op winterbanden, die altijd wat stuurgevoel wegfilteren. Een klein snufje Fiesta bespeur je wel als je stevig de bocht om gaat, dan blijkt de B-Max nog best wat in huis te hebben. Zover zullen de meeste B-Max-en niet komen, bij normaal gebruik is het een heerlijke niets-aan-de-hand auto. De B-Max is  comfortabel afgestemd, zoals het hoort bij een gezinsauto. Het koppelen en schakelen gaat probleemloos, de vriendelijke koppeling functioneert schokvrij en de versnellingsbak voelt niet al te strak aan maar je schakelt niet snel mis.

Hoewel design onbelangrijk lijkt te zijn in dit segment - kijk maar naar de inspiratieloze Kia Venga, Toyota Verso-S en Hyundai ix20 – weet Ford in ieder geval zijn eigen gezicht duidelijk neer te zetten met de B-Max. De voorkant oogt zelfs krachtig, het lijkt wel een S-Max! Aan de zijkant verliest het ontwerp z’n balans, de auto staat wat hoog op z’n pootjes - het lijkt net alsof de koets langer had moeten zijn. De Ford B-Max weet zich in ieder geval voldoende te onderscheiden.

Meerprijs

Als we een kijkje in de prijslijsten nemen dan zien we dat de bijzondere carrosserieconstructie geen meerprijs heeft opgeleverd. De prijzen van alle spelers in dit segment liggen zeer dicht bij elkaar. De testauto kost 22.850 euro en zit behoorlijk vol met leuke spulletjes. Een iets vertekend beeld geeft dit wel want het gaat om een volgehangen introductie-uitvoering.

Ford laat met de B-Max zien dat het bouwen van een auto zonder B-stijl mogelijk is, zonder dat er echte nadelen aan kleven. Het is niet alleen een leuke gimmick, het heeft ook toegevoegde waarde bij het instappen en het installeren van kinderen op de achterbank. Verder doet de B-Max weinig fout: hij heeft een mooi interieur en rijdt prima. De iets te krappe kofferbak en de soms omslachtige bediening kunnen de B-Max niet van een ruime voldoende afhouden. En hij krijgt een punt extra. Gewoon, omdat het van stijl getuigt om de B-stijl weg te laten.