Je zult als Freelander maar in de showroom van de Land Rover-dealer staan, waar ook de enorme Discovery, nieuwe Range Rover en fraaie Evoque pronken. Tussen al dat moois kon de Freelander wel een beetje extra aantrekkingskracht gebruiken. Nieuwe koplampunits en achterlichten moeten samen met een motorenupdate en een upgrade van het interieur aandacht vestigen op de Benjamin van het gamma. De 3.2 zes-in-lijn benzinemotor is vervangen door een krachtigere en efficiëntere tweeliter turbomotor met vier cilinders. Deze gedownsizede motorvariant is met zijn lagere uitstoot bovendien ruim 9 mille voordeliger geworden. Een rijtest moet uitwijzen of de 6 jaar oude Freelander nog even mee kan.

Met zijn uiterlijk trekt de witte testauto in elk geval genoeg positieve aandacht. Meermaals werd ‘ie aangezien voor Range Rover, hoewel de kenner uiteraard beter weet. De donkere koplampen staan lekker stoer en zijn optisch verbonden met de grille. Fraaie LED-sculpturen vergroten de herkenbaarheid en geven de Freelander van voren net zo’n moderne aanblik als de nieuwe Range Rover. Tweekleurige 19 inch wielen (1.060 euro meerprijs) vullen de grote wielkasten prachtig. Aan de achterzijde veranderde behalve nieuwe achterlichten niets en daardoor blijft het design van de Freelander hoekig. Hij straalt een ‘bonkige’, voor Land Rover traditionele, onverzettelijkheid uit.

Keihard

Met een nieuw stuurwiel,  fraaiere (draai)knoppen, sierlijsten in geborsteld aluminium, een boordcomputer in kleur en een centraal geplaatst touchscreen is het dashboard er absoluut op vooruit gegaan, maar de grootste kunststof delen – ook op de deurpanelen - bleven helaas keihard. Daardoor komt het geheel niet bepaald hoogwaardig over, hoewel liefhebbers hier het woord ‘robuust’ prefereren. Daarnaast reageert het navigatiesysteem traag op commando’s, maar dat is binnen de Jaguar-Land Rover groep een bekend probleem. Met de prijs van 65.680 euro voor deze ‘aangeklede’ SE-uitvoering in het achterhoofd kan ik genoeg premium alternatieven noemen die hier (veel) beter scoren.

Het dashboard komt niet echt hoogwaardig over, hoewel liefhebbers hier het woord ‘robuust’ prefereren.

De zitpositie in de Freelander is eveneens anders dan in SUV’s als de BMW X3, Mercedes-Benz GLK en Volvo XC60. Je zit meer op de bok, zeg maar zoals in een terreinwagen. Dat geeft een heerlijk overzicht op de hoekige motorkap en het verkeer. Door zijn hoekige vorm is deze Land Rover bovendien goed te overzien tijdens inparkeren - je hebt de aanwezige achteruitrijdcamera niet nodig. Door de lage raamlijn zit je bijna net zo in het zicht als in een Range Rover en aan de stoelen zijn dezelfde karakteristieke, individuele armsteunen gemonteerd. De zetels zijn comfortabel, maar de zijdelingse steun schiet tekort.

Achterin de Freelander is beenruimte behoorlijk schaars en da’s jammer, omdat het afbreuk doet aan zijn functionaliteit. De bagageruimte is met 405 liter onder het afdekzeil evenmin bijzonder, totdat je de achterbank neerklapt. Een maximale laadruimte van 1.670 liter is beslist fors en verklaart de populariteit van de grijskentekenversie. De particulier zal de grote laadopening en de hoekige kofferruimtevorm waarderen wanneer grote spullen worden vervoerd.

Beter bij de les

Allereerst test ik de Freelander on-the-road, want daar zal deze nieuwe benzineversie veelal te vinden zijn. De geblazen vierpitter heeft 2,0 liter cilinderinhoud, levert 240 pk en met 340 Nm koppel bij 1.750 tpm is ‘ie vroeger bij de les dan de minder krachtige zescilinder (233 pk en 317 Nm) die door de viercilinder wordt vervangen. Een zestrapsautomaat en vierwielaandrijving brengen de motorkrachten gecontroleerd op het asfalt en bij de eerste aanraking van het gaspedaal voel je dat de Si4 er zin in heeft. De motor reageert gretig, terwijl de automaat minimaal 2.000 tpm aanhoudt voor een snelle respons. Beneden dat toerental voel je een klein turbogat en enige massatraagheid van de 1.700 kg zware Freelander. Eenmaal rollend kun je vlot door het verkeer bewegen en voel je de turbokracht lekker in je rug duwen. De stopwatch laat een keurige 8,1 tellen voor de sprint naar 100 km/u zien, wat sneller is dan de fabrieksopgave van 8,8 seconden. Bij 200 km/u voel je duidelijk dat de motor wordt begrensd, want hij is nog niet buiten adem.

De Land Rover Freelander straalt een ‘bonkige’ onverzettelijkheid uit

Doe je het rustig aan, dan geniet je van de stilte door een goede geluidsisolatie en de rustige motor. Op de snelweg draait de Si4 slechts 2.400 tpm bij 130 km/u. Helaas neemt het verbruik boven de 100 km/u exponentieel toe. Met die snelheid rijd je volgens de boordcomputer al 1 op 11, bij 120 km/u doorbreekt de Brit de 1 op 10-grens. Een gevarieerde testroute van snelwegen, provinciale wegen en stadskilometers resulteerde in een gemiddeld brandstofverbruik van 1 op 8,3. Die score valt me voor deze laagtoerige downsizemotor tegen, hoewel het formaat en gewicht van de Freelander natuurlijk onveranderd ongunstig zijn.

Soepel en terreinwaardig

Waarmee de Freelander zich positief onderscheidt van zijn concurrenten is zijn soepele rijgedrag. Het veercomfort van het onderstel is bovengemiddeld prettig, zonder dat daar vage stuureigenschappen tegenover staan. Hoewel de Freelander best een potje overhelt, gaat ‘ie heel behoorlijk door de bocht. De besturing is op hogere snelheid direct en gevoelig genoeg, terwijl van nervositeit nimmer sprake is. Op lagere snelheid reageert de Freelander wat minder direct, wat op een onverharde ondergrond wenselijk is. Hoewel de Freelander niet met lage gearing leverbaar is, ontleent hij terreinwaardigheid aan een grote bodemspeling en gunstige aan- en afrijdhoeken. Voor steile afdalingen is er bovendien Hill Descent Control, een systeem dat je gecontroleerd naar beneden helpt. Het Terrain Response-systeem biedt middels vier standen de optimale rijstand voor iedere ondergrond. Met een druk op de knop op de middentunnel verander je deze van ‘algemeen’ naar ‘gras/grind/sneeuw’ tot ‘modder/sporen’ of ‘zand’. Na de fotoshoot trakteerde ik de Freelander op een bescheiden modderbad en daarvan was ‘ie allerminst onder de indruk..

Drenthenieren

In de wasbox maak ik de balans op. Met het schoonspoelen komt er weer een fraaie terreinwagen tevoorschijn, die met deze motor, kleur en wielen een erg specifieke doelgroep bedient. Hoewel de Freelander een bijzonder fijne en comfortabele auto is, zijn er genoeg redenen om hem niet te kopen. Achterin schiet de beenruimte tekort en deze motor trekt weliswaar als een lier, maar de brandstofconsumptie is hoog. Voor een particuliere consument blijft het simpelweg een dure auto, maar wel eentje waarop het karaktervolle en prestigieuze Land Rover-logo prijkt. Maar die prijkt evengoed op de vergelijkbaar geprijsde Evoque en dan heb je een mooier afgewerkte mini-Range Rover, die z’n prijs daadwerkelijk uitstraalt. Aan de andere kant: de Freelander is een volstrekt andere auto en toont meer bescheidenheid, maar de jaren beginnen te tellen. En dat geldt misschien ook wel voor zijn koperskring. De welgestelde en op een Drentse woonboerderij levende pensionado die weinig kilometers maakt, koopt een van de comfortabelste auto’s in zijn klasse en kan met de Freelander lekker aanmodderen op zijn perceel en in het aangrenzende bos.