In 2002 introduceerde Skoda de eerste Superb maar een verkoopknaller werd Skoda’s D-segmentauto allerminst. Voor zo’n grote auto was het merk Skoda weliswaar klaar, maar de gemiddelde consument niet. Reacties varieerden van ‘zo’n chique auto past niet bij het nuchtere Skoda’ tot ‘de Superb is een veredelde Volkswagen Passat’. Dat laatste was overigens waarheid, maar ook de tweede (en huidige) Superb is een Volkswagen-derivaat. Bij deze generatie mag Skoda gerust van een succes spreken. Na bijna 5 productiejaren is het tijd voor een facelift, waarbij zowel exterieur, interieur als techniek werden herzien. Uiteraard test ik de meest Nederlandse versie: de Skoda Superb Combi in 1.6 TDI Greenline-trim en met 20 procent bijtelling.    

Wat rijden er stiekem een hoop Skoda’s Superb rond. Een uurtje snelweg levert zomaar twee volgeturfde handjes op. En da’s geen wonder, want de Superb staat bekend om zijn aantrekkelijke prijsstelling, riante interieurruimte en bewezen Volkswagen-techniek – en daarvan zijn wij Nederlanders bijzonder gecharmeerd. Om het plaatje helemaal compleet te maken heeft Skoda deze vernieuwingsronde aangegrepen om het grootste manco van de Superb te verhelpen: zijn niet al te aantrekkelijke design. De controverse omtrent het design van de voorzijde – en vooral – achterzijde was in 2008 groot, maar een jaar later kwam de Combi en bleven alleen de rare koplampen en vreemde grille over.

Die zijn nu verleden tijd, want Skoda boetseerde voor deze Superb een familie-neus en daarmee oogt het Tsjechische vlaggenschip stukken beter. Ook het achtersteven is herzien en wordt nu gekenmerkt door de inmiddels Skoda-typische diagonale lijnen naast de kentekenplaat. De hatchback blijft een lelijk eendje, maar in Nederland zijn stationcars toch populairder en met de 16 inch lichtmetalen wielen van deze testauto staat er eenvoudigweg een nette wagen. Opvallend: deze maat wielen lijkt onder veel auto’s inmiddels amechtig, maar niet bij deze Skoda.  

Walhalla voor de knieën

Wie instapt wordt getrakteerd op een van nieuwe bekledingsstoffen voorzien interieur. Meteen springt het gerestylede stuurwiel in het oog, dat voorzien is van het nieuwste Skoda-logo. Dat ziet er niet meer ‘opgeplakt’ uit, maar is fraai verzonken in de airbagkap. Dat de Superb alweer vijf jaar meeloopt en dus tot een ouder VAG-product behoort, wordt duidelijk als je het multimediasysteem ziet. Dat betreft niet het fraaie apparaat uit de nieuwe Octavia, maar het oude Amundsen- of Columbus-systeem. De testauto was uitgerust met de eerste installatie, dat werkt met grove pixels en een handjevol kleuren en bovendien vrij langzaam reageert. Niet heel erg, want Skoda vraagt hiervoor slechts 590 euro, maar we zijn inmiddels beter gewend. Een pluim gaat richting het meubilair, want dat is lekker stevig. Kenmerkend voor Skoda zijn verfrissende details als een parapluhouder in de achterdeur (met ontwateringssysteem!) en een bagageruimteverlichting die als zaklamp gebruikt kan worden. Á propos lampjes: heel smaakvol zijn de sfeerverlichting van de voetenruimten en de deurhendels – dat geeft een vleugje luxegevoel.  

Wat rijden er stiekem een hoop Skoda’s Superb rond, een uurtje snelweg levert zomaar twee volgeturfde handjes op.

Het is al genoemd, maar een van de aankoopargumenten van een Superb betreft zijn gigantische zit- en bagageruimte. De facelift veranderde daaraan uiteraard helemaal niets en nog steeds hebben achterpassagiers enorm veel ruimte. Het stationcar-design zorgt bovendien voor prima hoofdruimte en een kofferbak van maar liefst 633 liter. Het neerklappen van de achterbank gaat enigszins omslachtig, want eerst moet de zitting naar voren worden geklapt. Daarvoor zijn geen lussen, maar moet ‘gegraaid’ worden. Bovendien hangt het zitgedeelte aan wankel aandoende beugels en is de onderzijde sjofel bekleed. Het zijn weliswaar geen onoverkomelijke aangelegenheden, maar veel concurrenten hebben eenvoudigere omklapsystemen, een fraaiere afwerking en bovendien wél een vlakke laadvloer. Die hebben echter niet zo’n enorme inhoud van maximaal 1.865 liter. 

Stoïcijns

Weer zoiets typisch Nederlands: veel Superbs zijn Greenlines met 105 pk sterke dieselmotor – fiscaal aantrekkelijke ‘instapdiesels’ dus. En laat die motor tijdens de facelift een zesbak hebben gekregen, waardoor de uitstoot verder werd teruggebracht. Op papier lijkt dat een prettige update en met een toerental van slechts 2.200 tpm bij 130 km/u blijkt dat ook als zodanig, ware het niet dat deze transmissie ervoor zorgt dat het dieselblok ‘tussen versnellingen in’ lijkt te hangen. Een praktijkvoorbeeld: de schakelindicator adviseert om op te schakelen, terwijl vervolgens vanuit dezelfde snelheid accelererend wordt aanbevolen om weer terug te schakelen. Dat doe je gedwee, want veelal bevindt het toerental zich dan onder de 1.300 tpm. Wie onder dat aantal omwentelingen het gaspedaal intrapt, wordt getrakteerd op een dieselresonantie die trommelvliezen doet trillen.

Een beetje toeren maken vormt dus het devies, want daarmee wordt het gedreun voorkomen en blijft de Superb vlotjes bewegen. Uiteraard is deze Superb geen snelheidsmaniak. Een sprint van 0 naar 100 km/u in 12,3 seconden is keurig maar weinig indrukwekkend maar echt tekortkomen doet deze 1.6 TDI niet en 160 km/u staat zomaar op de snelheidsmeter – en die snelheid wordt in alle rust volgehouden.

De Skoda Superb Combi is mooier dan de hatchback

Minstens zo indrukwekkend als zijn ruimteaanbod is het brandstofverbruik van deze Superb. Een gemiddeld  testverbruik van 1 op 19,1 is goed en daarvoor hoeven niet eens gekke capriolen te worden uitgehaald. Bovendien ga je met een Superb vanzelf ontspannen rijden. De 2,76 meter lange wielbasis zorgt voor veel rust in het onderstel, terwijl de vrij stevige demping oneffenheden adequaat wegstrijkt. Tot op hoge snelheid blijft de Superb stoïcijns stabiel - en stil. Sturen doet de Superb direct, maar stuurgevoel is bijkans afwezig. Toegegeven, van een bochtig parcours maakt de Superb best iets leuks, maar uiteindelijk onderstuurt de Oost-Europeaan en verrast ‘ie niemand. Ook parkeeracties worden voorspelbaar, want het automatische inparkeersysteem werkt feilloos en voor een 4,83 meter lange auto als de Superb Combi is zo’n ‘robot’ een welkome aanvulling. Wie liever zelf het heft in handen neemt, waardeert de overzichtelijkheid en grote buitenspiegels van deze Skoda. 

Meteen vriendjes

De Skoda Superb Combi is zo’n auto waarmee iedereen meteen vriendjes wordt. De Tsjech heeft uitzonderlijk veel ruimte, rijdt neutraal en is met een vanafprijs van 28.790 euro (hatchback vanaf 27.490 euro) relatief betaalbaar. Deze Greenline voegt daaraan een zuinige dieselmotor toe, maar de zelfontbrander wil wel ‘ns brommen en de transmissie is net niet lekker gespatieerd. De facelift doet de Superb goed, vooral het ontwerp plukt daarvan de vruchten. Gebleven is de omslachtige procedure voor het omklappen van de achterbank, maar door z’n rust, ruimte, stabiliteit en bescheiden brandstofconsumptie blijft de Superb ideaal voor een relaxed retourtje Zuid-Frankrijk.