De Variant is altijd het zwakke broertje van de populaire Golf hatchback geweest. Zeker in Nederland wilde het nooit zo lukken met de stationwagon: te duur, te laat, te vierkant, er was altijd wat. Nu is er de nieuwe Variant: goed geprijsd, redelijk op tijd en met een vormgeving die in lijn ligt met die van de hatchback. Gaat het nu wél wat worden met de Golf Variant? Een uitgebreide test moet antwoord geven.

Eigenlijk is het wel vreemd. Daar waar concurrenten als de Ford Focus en Renault Mégane vooral scoren met hun stationwagons, daar heeft het succes van de Golf altijd geleund op de hatchback. Volkswagen deed ook nooit erg zijn best op de ruime Golf. Hij kwam vaak járen nadat de hatchback werd geïntroduceerd en was dan ook nog eens pittig geprijsd. Bovendien leken de ontwerpers de Variant op vrijdagmiddag voor de borrel nog even snel in elkaar geflanst te hebben. De vorige leek recht van achteren op een oude Saab en over de versies daarvoor zullen we het maar helemaal niet hebben.

De nieuwe Variant oogt eindelijk als een volwaardig lid van de Golf-familie. Prikkelend is het allemaal nog steeds niet maar dat zal het ook nooit worden bij een Golf. Het ontwerp van de Variant lijkt zelfs beter in balans dan dat van de hatchback, die toch een wat gedateerd uitziend kontje heeft. Vel vooral zelf een oordeel maar de meest dynamisch gelijnde stationcar in zijn segment is de Golf Variant in ieder geval niet.

De ruimste?

Is hij wél de ruimste? Dat niet maar met 605 liter kofferbakinhoud troeft hij de eerdergenoemde Mégane en Focus met gemak af. De ruimte is bovendien regelmatig van vorm, goed afgewerkt en er is nauwelijks een tildrempel. Onder de vloer bevindt zich nog een enorm vak waar je heel veel spullen kwijt kunt. Via hendels in de bagageruimte klap je de leuning van de achterbank – in twee delen - eenvoudig omlaag. Er ontstaat dan een bijna vlakke laadvloer waar je maximaal 1.620 liter aan rotzooi kwijt kunt. Handig is dat de gordels bij het terugzetten van de leuning niet in de weg zitten.

Er valt weinig te klagen achterin de Golf. Voorin trouwens ook niet.

Achterin biedt de Golf Variant veel ruimte maar niet meer dan de hatchback. Zelfs als je lichaamslengte in de buurt van 2 meter komt dan heb je genoeg hoofdruimte. De beenruimte is eveneens toereikend, ook als de personen voorin bovengemiddeld van lengte zijn. Nee, er valt weinig te klagen achterin de Golf. Voorin trouwens ook niet, de testauto is zelfs voorzien van een massagestand – die tijdens het rijden wel een beetje afleidt. De ergonomische sportstoelen, inclusief certificatie van een Duitse ‘gezonde-rug-club’, hebben een meerprijs van 325 euro en zitten prima. Ze zijn, zoals bijna altijd in Duitse auto’s, wat aan de harde kant en uitgebreid verstelbaar. Je vindt snel een goede zit en bovendien kan de stoel bijna sportauto-sportief laag worden ingesteld. Ook de verstelmogelijkheden van het fraai uitziende stuur zijn prima.

Schildpadnerf

Het dashboard is uiteraard identiek aan dat van de hatchback. Het is gebouwd met gevoel voor detail, voorzien van diverse fraaie materialen en gebruiksvriendelijk. De bekende Volkswagen-kunststof met ‘schilpadnerf’ zorgt ervoor dat ook de wat hardere panelen onderaan het dashboard niet goedkoop overkomen. De hoogglans zwarte kunststof op de middenconsole is mooi maar trekt ook veel stof aan. Een minpuntje is dat er snel viezigheid blijft zitten tussen randjes rondom de pook. De minder mooie plastics zitten verstopt achter klepjes zoals die onderaan de middenconsole, waarachter de aansluiting voor je muziekdrager zit.

De bediening van het navigatiesysteem is eenvoudig, het scherm is groot en de graphics en fadings zijn mooi gemaakt maar verlopen niet altijd even vloeiend. Het navigatiesysteem was tijdens de testperiode soms in de war, met tegenstrijdige aanwijzingen op het grote scherm en het display tussen de tellers. De Bluetooth telefoonfunctie werkt perfect, in weinig auto’s is het telefoongeluid zo goed als in de Golf. De spraakbediening krijgt ook een compliment en werkt bijna net zo natuurlijk als Apple’s Siri.

De nieuwe Variant oogt eindelijk als een volwaardig lid van de Volkswagen Golf-familie

Hoewel het dashboard opgeruimd oogt zitten er op het stuur teveel knoppen. Om de cruise control te bedienen zijn er maar liefst zeven toetsen, die bovendien nogal priegelig zijn. Dat moet beter kunnen. Ook de bediening van de boordcomputer vraagt nogal wat aandacht. De hendels achter het stuur zien er fragiel uit en voelen ook niet al te stevig. Een smetje op een verder hoogwaardig aanvoelend geheel.

Instapper

De 1.6 BlueTDI dieselmotor is de instapdiesel en bovendien de zuinigste versie totdat de Bluemotion komt eind dit jaar. Met 110 pk en 250 Nm is hij voldoende krachtig voor dagelijks gebruik maar iets meer vermogen zou het comfort ten goede komen. Nu valt de motor na het opschakelen telkens in een turbogat, want onder de 1.800 tpm gebeurt er erg weinig. Daardoor krijg je een wat ‘onrustig’ rijgedrag bij het optrekken. Je moet het blok enigszins op toeren houden, maar dat komt het verbruik weer niet ten goede. Zolang de weg vlak is valt het op de snelweg allemaal wel mee, wat ook komt omdat de Golf een vijfbak heeft - waardoor het toerental niet te ver terugzakt. Zodra de weg omhoog loopt merk je al snel dat er geen 150 pk in het vooronder ligt. Het testverbruik, waarin een retourtje Frankfurt is opgenomen, kwam uit op 6,0 l/100 km (1 op 16,6). In Nederland haal je gemakkelijk 1 op 17 of beter en dat is netjes, maar niet meer dan dat.

De Golf is nog steeds geen enorm vermakelijk sturende auto maar wel een ont-zet-tend goed sturende.

Sturen doet de nieuwe Golf erg goed. De installatie geeft voldoende feedback zonder fijngevoelig te zijn, stuurt redelijk direct en zwaar genoeg waardoor hij vertrouwenwekkend aanvoelt. Dat is ook de term die van toepassing is op het weggedrag. De Golf helt nauwelijks over en gaat als op rails door de bocht. Hij lijkt wel vierwielaandrijving te hebben, zo lang houdt de auto grip in de bocht. De Golf is daarmee nog steeds geen enorm vermakelijk sturende auto maar wel een ont-zet-tend goed sturende – misschien is het wel de beste voorwielaandrijver in zijn segment. Een heerlijke auto om dagelijks mee onderweg te zijn en zo af en toe eens flink door de bocht te jagen.       

Bijzonder stil

De Golf is over het algemeen comfortabel genoeg, maar de vering achter is vrij stevig. Kleine oneffenheden wil de Variant ook wel eens hard doorgeven aan de inzittenden. Ook comfortabel: de Golf is bijzonder goed geïsoleerd, met name tegen windgeruis. Schakelen met de vijfbak gaat licht en trefzeker, zoals altijd bij een Volkswagen. Een bron van irritatie is de elektronische handrem. Wat is er mis met een mechanisch exemplaar? Vervelend is vooral dat ‘ie volstrekt willekeurig – of ik wíl de logica niet begrijpen – de ene keer wel automatisch ‘loslaat’ bij het wegrijden en de andere keer niet.

33.792 euro. Dat is wat de testauto kost inclusief opties, waaronder 18 inch lichtmetalen wielen en een Executive-pakket. Mooie wielen, extra chroomrandjes hier en daar en privacy glass geven het ontwerp dat beetje extra chic dat het nodig heeft. De 1.6 TDI is er vanaf 26.550 euro en daarmee zit de Golf Variant qua (lease)prijs iets boven de Renault Mégane en Ford Focus. Helaas is de Golf Variant er (nog) niet met 14 procent bijtelling.

Achten en negens

De Volkswagen Golf Variant is een prima auto, op het testrapport prijken vooral achten en negens. Hij is ruimer dan z’n meeste concurrenten, heeft een keurig afgewerkt interieur, ziet eruit als een volwaardig lid van de Golf-familie en stuurt en rijdt bijzonder goed. De motor voldoet, maar voor een meer comfortabele en soepele rijbeleving kies je beter de 150 pk sterke 2.0 TDI - ook met 20 procent bijtelling. Het (al dan niet voorlopige) gemis van een 14 procent bijtellingsversie is eigenlijk het grootste nadeel. In Nederland bijtellingsland word je pas écht populair met een 14 procent bijtellings-Variant.