Renault creëert met de nieuwe Clio R.S. de nodige controverse onder de liefhebbers. Het originele ‘Renault Sport’-recept voor een ‘pure’ hot hatch is met deze derde generatie losgelaten. De hoogtoerige, atmosferische tweelitermotor maakt plaats voor een turbogeblazen 1.6-je. Het is de onvermijdelijke stap naar een lagere CO2-uitstoot maar de R.S. heeft wel mooi 200 pk. Renault volgt de concurrentie, in plaats van zijn eigen weg. Dat blijkt ook uit het feit dat deze nieuwe ‘Renault Sport’ enkel met automatische transmissie wordt aangeboden. Een uitgebreide test wijst uit of de Clio R.S. daar goed mee weg komt.

Met de Race-stand ingeschakeld, linkervoet op de rem en met beide handen aan de flippers achter het stuurwiel verschijnt op de boordcomputer: ‘Launch control ON’. Flippers los. De linkervoet blijft op de rem staan en met het rechtpedaal tot de bodem stijgt het toerental naar 3.000 tpm. Dan laat ik de rem los en met de spreekwoordelijke schop-in-de-rug grijpen de voorbanden van de Clio gulzig naar grip op het asfalt en brult de turbomotor luidkeels door de eerste versnelling heen. Verrast door zijn gretigheid knalt de Clio bij zo’n 50 km/u de toerenbegrenzer in, terwijl ik nog aan het bekomen ben van de sensatie. Ohja even vergeten, ik moet natuurlijk wel zelf opschakelen.

Formule 1

Om op tijd op te schakelen maant de Clio je met een roodverlicht ‘Renault Sport’ lampje tussen de tellers en een irritant pieptoontje wanneer je de toerenbegrenzer nadert. Timing is alles. Als je net iets te laat tegen de rechter schakelpeddel tikt toucheer je het einde van het toerenbereik - bij 6.500 tpm. Het grootste manco van deze verder steengoede hot hatch is namelijk dat er enige vertraging in de automatische transmissie met dubbele koppeling zit. De schakelflippers mogen dan wel heel erg ‘Formule 1’ aanvoelen, de reactietijd doet dat helaas niet. Terwijl launch control een grote en (in deze klasse) unieke attractie is, daar schiet de versnellingsbak toch een beetje te kort. Het maakt de Clio R.S. geen slechte auto, maar deze hot hatch heeft een reputatie hoog te houden en op het scherpst van de snede wil je als bestuurder de volledige controle. Wel goed: de schakelflippers zijn gefixeerd aan de stuurkolom. In de Race-stand zal de versnellingsbak je nooit overrulen door onverwachts op of terug te schakelen – dat heeft men goed begrepen bij Renault Sport.

Dan laat ik de rem los en met de spreekwoordelijke schop-in-de-rug grijpen de voorbanden van de Clio gulzig naar grip op het asfalt en brult de turbomotor luidkeels door de eerste versnelling heen

Zeven tellen

De versnellingen volgen elkaar kort op en een hoogtoerige machine zoals zijn voorgangers is deze 1.6 turbomotor niet. Bij amper 80 km/u moet je al naar z’n 3 en bij 120 km/u flipper je door naar 4, maar oh wat gaat het hard. De kortademige turbomotor moet even op gang komen maar klimt daarna met toenemende gretigheid en trekkracht in de toeren, voor een spectaculaire eindspurt richting redline. Qua koppel (slechts 240 Nm) moet hij zijn meerdere erkennen in diverse concurrenten, maar voor een flitsende 0 naar 100 km/u tijd draait ‘ie z’n hand niet om: de stopwatch stopt al bij zeven tellen, slechts drie tienden trager dan beloofd. Overigens zonder launch control, omdat ten tijde van de meting het wegdek nat was en de lanceerinstallatie een orgie van wielspin veroorzaakte. Van 0 naar 160 km/u doet de Clio RS het grappig genoeg zelfs even goed als de eerder geteste Peugeot 208 GTI en Ford Fiesta ST: alle drie de auto’s noteren 16,7 seconden.

Lekkere gorgel

Om de Clio RS maar direct in perspectief van het speelveld te plaatsen: qua rijdynamiek wedijvert hij met de Fiesta ST, die de dubbeltest op sportief vlak won van de snelle Leeuw. Het rijcomfort Clio komt dan weer dichter bij de 208 GTI in de buurt en dat is goed, want de Ford is op langere termijn vervelend hard. De Clio RS leent zich prima voor langeafstandsritten, niet in de laatste plaats vanwege zijn fantastische kuipstoelen. Wanneer je rustig rijdt in de normale rijstand en de transmissie in ‘D’, dan schakelt de Clio vroeg op en reageert ‘ie niet zo hitsig op het gas. Je voelt hem amper schakelen en in de stad of file blijkt zo’n automaat toch best wel relaxed. Rijd je meer gehaast, dan reageert de versnellingsbak adequaat. Toch is ‘flipperen’ het leukst, om het motor- en vooral het uitlaatgeluid van deze viercilinder turbo zelf in de hand te houden. De Clio R.S. schraapt zijn keel met een lekkere gorgel en laat zo nu en dan plofjes horen bij gas los – vermakelijk! Met een normale rijstijl is 1 op 11 goed mogelijk, maar met een beetje Spielerei zit je ook zo op 1 op 9. Het verbruiksvoordeel van de turbomotor is dus vooral een mooie theoretische waarde. Als gevolg schiet de 45 liter grote brandstoftank in de praktijk tekort voor een fatsoenlijke actieradius.

Met een prijs van 26 mille is de Renault Clio R.S. even betaalbaar als zijn directe concurrenten.

Felrode gordels houden de inzittenden op hun plaats en rode sierlijsten, stiksels en racy aluminiumpedalen herinneren je er samen met diverse RS-logo´s aan dat je in iets bijzonders rijdt. Een RS-monitor met onder meer een turbodruk- en G-krachtmeter is een leuke extra gimmick van 295 euro die helaas niet op de testauto zit. Standaard is de R.S. voorzien van MediaNav met een fijn werkend touchscreen navigatiesysteem, maar een upgrade naar het R-Link systeem (595 euro) is vanwege de betere speakers de moeite waard – de standaardaudio klinkt ondermaats. Verder staat de zwarte testauto op even donkere 18 inch wielen, die onderdeel van het 995 euro kostende ´Pack Cup´ zijn. Daarbij horen tevens de rode remklauwen en een iets stijver Cup-onderstel.

Op verlof

De onderstelbalans is fantastisch, met voldoende comfort en toch veel scherpte en feedback. De besturing is lekker vlezig en biedt fijne tegendruk. De Clio stuurt scherp, maar niet nerveus direct. De brede banden zorgen voor bakken grip, maar ook spoorgevoeligheid en afrolgeluiden. Op oneffen wegdek zijn twee handen aan het stuur essentieel om torque steer te beteugelen. Ga je forceren in bochten met abrupte lastwisselingen dan kan het kontje omkomen. Dat geldt alleen als je de ‘Renault Sport’ knop in de middentunnel lang genoeg vasthoudt om van Normal via Sport de Race-stand in te schakelen. In die laatste rijstand zijn alle beschermengelen op verlof en mag je zelf aan de bak om een uitbrekende achterkant middels tegensturen weer in het gareel te brengen. Toch is de nieuwste generatie Clio R.S. is niet meer zo hardcore als zijn voorgangers.

Kwestie van geduld

De nieuwe Renault Clio R.S. zorgt bij de echte liefhebber misschien voor controverse, hij komt er toch opvallend goed mee weg. Dat slaat niet alleen op het rijden, want blijkbaar spreekt de nieuwe technologie een groter publiek aan. Met een prijs van 26 mille is de Renault even betaalbaar als zijn directe concurrenten. De nieuwste Clio R.S. heeft dan een ook een sterk verbeterde dagelijks inzetbaarheid met een acceptabel rijcomfort, karakterbepalende rijstanden en de wel zo praktische achterportieren. Renault heeft een dynamisch alternatief voor de Volkswagen Polo GTI en de Seat Ibiza Cupra (beide standaard met DSG-automaat), maar met een handbak zou de Clio R.S. ook de ideale mix van goede eigenschappen van de Peugeot 208 GTI en Ford Fiesta ST bieden. Puristen, houd hoop: wellicht komen er in de toekomst nog heftigere varianten. De komst van een handbak is (net als het flipperen) een kwestie van geduld!