Hyundai wil met de nieuwe i10 hogerop en positioneert zijn kleintje bovenin het A-segment. Zowel qua formaat als vanafprijs overklast de i10 zijn concurrenten. Het ‘veel voor weinig’-concept van de vorige generatie is blijkbaar losgelaten, maar nog onverminderd van toepassing op zijn concerngenoot: de Kia Picanto. Met gelijke motorisering, vijf deuren en airco is de Kia 1.100 euro voordeliger dan de Hyundai en blijft daarmee onder de magische grens van 10 mille. Het levert een interessante Koreaanse broedertwist op: welke van de twee je moet hebben? Tijd voor een dubbeltest.

Waar de vorige i10 een vrij oubollig en hoog model is, daar kom je met de nieuwe een stuk hipper voor de dag. De lichtblauwe Fiat 500-kleur geeft Hyundai’s kleinste een jeugdige uitstraling. De LED-verlichting aan de voorzijde behoort toe aan de duurste uitvoering. De louter als vijfdeurs leverbare i10 kan in elk geval goed wedijveren met het alom gewaardeerde design van de Picanto. Kia doet niet voor niks erg goede zaken met dit model.

Besparen of upgraden?

Het is jammer dat deze Hyundai voor 12.430 euro nog niet over lichtmetalen wielen beschikt. De duurste Picanto in Super Pack-uitvoering doet dat voor 13.096 euro wel en dat staat gelijk wat sportiever. De Kia heeft in deze duurste uitvoering een 1,2-liter grote viercilindermotor met 85 pk op een leeggewicht van slechts 830 kg. De Hyundai i10 is om fiscale redenen enkel leverbaar met een 1.0 driecilinder benzinemotor met 65 pk op een gewicht van 908 kg. Voor een eerlijk vergelijk van de prestaties zou je de Picanto 1.0 moeten nemen, die nog altijd 4 pk sterker is en minder weegt. Zoals gezegd kun je bij de Kia dan 1.100 euro besparen op de aanschaf, maar wie alle luxe wenst kan ook upgraden naar de 1.2. Een investering die zeker de moeite waard is.

De Hyundai is een maatje groter en zwaarder, wat duidelijk tot uiting komt in het rijden.

De Hyundai i10 is met zijn stil lopende driecilindermotor gewoon traag te noemen. Tot 80 km/u volstaat het, maar daarboven moet je volgas in z’n vier om in te voegen of in te halen want in de vijfde versnelling is de fut eruit. Hoewel het snelwegtoerental van 3.500 tpm bij 120 km/u aan de hoge kant is, blijven verbruik en motorgeluid keurig binnen de perken. De Picanto draait zo’n 200 toeren minder, maar zijn viercilinder klinkt scheller en is daardoor luidruchtiger. Bij een testroute onder gelijke omstandigheden verbruikte de driecilinder i10 1 op 18,5 en kwam de Picanto uit op 1 op 17. Keurige resultaten die conform verwachting zijn, maar minder rooskleurig dan de door beide fabrikanten beloofde 1 op 23,3.

Gemiste kans

Aan de Picanto 1.2 heb je dus een veel vlottere auto. De viercilinder brengt flink de vaart in de Picanto en vanuit stilstand zit ‘ie bijna 4 tellen rapper op de 100 km/u (11,4 tegen 15,1 sec). Desondanks voelt de i10 meer vertrouwd en volwassen aan, door een betere geluidsisolatie en een stabieler weggedrag. De Hyundai is een maatje groter (7 cm langer) en zwaarder, wat duidelijk tot uiting komt in het rijden. Dat de Kia meer overhelt en een nogal vreemde weerstand in de besturing heeft, helpt natuurlijk niet mee. Het is alsof je een Thrustmaster computerstuurwiel in handen hebt. De i10 blijft in snel genomen bochten langer neutraal en stuurt met iets meer weerstand en gevoel. Beide Koreanen schakelen prettig, maar de i10 heeft de fijnste koppeling en het best doseerbare gaspedaal. De Picanto heeft een iets soepeler schakelpatroon. Vermeldenswaardig is dat enkel de Kia optioneel als automaat leverbaar is, de Hyundai is er alleen met handbak – een gemiste kans.

De Kia Picanto beschikt in tegenstelling tot de Hyundai i10 over lichtmetalen wielen.

Overklassen

Waar Hyundai zijn concurrenten zeker overklast is in het interieur. Het materiaalgebruik en de afwerking doen zelfs nauwelijks onder voor die in een Ford Fiesta. Het interieur doet ook een stuk luxueuzer aan dan dat van een Volkswagen Up!. De Kia Picanto heeft ook geen verkeerd dashboard, maar je bemerkt toch al een klein generatieverschil tussen beide modellen. Het lichtblauw verlichte interieur van Hyundai is wat rustiger aan je ogen dan het rood verlichte instrumentarium van de Kia. Een prettig detail is dat de binnenverlichting van de Hyundai dimbaar is.

Een keuze maken tussen beide Koreanen is een centenkwestie.

Hoewel we hier met de duurste Picanto rijden, schiet de geluidskwaliteit van het audiosysteem tekort en speel je een USB met MP3-tjes af dan onthoudt ‘ie niet het laatst afgespeelde nummer. In de i10 zijn beide zaken wél voor elkaar. De aluminium afwerking in het interieur van de Picanto oogt modern en sportief, de vormgeving is typisch Kia. Het dashboard van de Hyundai is conventioneler vormgegeven, maar ademt meer klasse uit. Je kunt bovendien kiezen uit een blauwe of bruine dashboardbekleding, wat het geheel mooi opfleurt. Jammer van de test-i10 is dat de blauwe carrosserielak en interieurkleur niet zo goed matchen.

Bij het onderdeel zitpositie zijn de punten tussen de i10 en Picanto gelijk verdeeld. Beide auto’s hebben voorstoelen die erg fijn zitten en een goede zijdelingse steun bieden. De Kia heeft een iets comfortabelere vorm, terwijl je in de Hyundai een wat stevigere zit hebt. Achterin zijn de Koreaanse broeders minder gelijkwaardig, ook daar overklast de i10 zijn concurrent(en) met een bovengemiddelde hoeveelheid beenruimte. Voor de bagageruimte geldt hetzelfde, de i10 biedt 252 liter die met ‘alles neergeklapt’ uit te breiden is tot 1.046 liter. De Picanto beschikt over 200 tot 870 liter laadruimte, nog altijd acceptabel voor deze klasse. In beide auto’s zul je geen onbedekt plaatstaal tegenkomen in het interieur en krijg je een volwaardige achterklep in plaats van een achterruit met slotje – zoals de Toyota Aygo heeft.

Voordelig of volwassen

Een keuze maken tussen beide Koreanen is een centenkwestie, waarbij alle waar naar z’n geld is. Hyundai is er in elk geval in geslaagd om de i10 hoger te positioneren, want hij voelt meer volwassen aan dan de Picanto. Het rijgedrag, de ruimte achterin, stilte aan boord en het fraaie dashboard rechtvaardigen zijn meerprijs van 1.100 euro absoluut. De Kia blijft daarentegen een onvervalste Koreaanse prijspakker: voordeliger in aanschaf, lagere wegenbelasting en voor hetzelfde geld luxer uit te rusten. Daarnaast zijn de twee leverbare motoren van de Kia krachtiger en is er ook een automaat-versie. Hyundai biedt slechts één (trage) motor en transmissie aan. De particuliere rijder is met de Kia voordeliger uit en heeft meer keuzemogelijkheden. Beperkt het vergelijk zich tot het aanwijzen van de beste stadsauto dan is de Hyundai i10 de winnaar van deze dubbeltest. Toch valt nog maar te bezien of de kwaliteiten van de duurdere i10 gaan knagen aan het succes van de voordelige Picanto.