We hebben er ruim een halve eeuw op moeten wachten, maar de iconische Jaguar E-Type uit de jaren ’60 heeft eindelijk een spirituele opvolger: de F-Type. Geen retromodel of evolutie van de klassieke sportwagen, maar een compleet nieuwe roadster die de verjonging van het Britse merk van de afgelopen jaren onderstreept. De F-Type is dan ook niet meer dan een knipoog naar het verleden. In deze test mag de sterkste zescilinder zijn klauwen uitslaan: de 380 pk sterke V6 S. En die is niet voor de poes…

De Jaguar F-Type is een aandachtstrekker eersteklas. Naast het prachtige geluid wat ‘ie ten gehore brengt, is deze roadster ook een lust voor het oog. De F-Type is in de basis ontworpen als roadster maar in het voorjaar volgt ook een Coupé-variant. Ze zijn allebei mooi. In de neus herkennen sommigen een vleugje Maserati, terwijl de ovalen grill een losse verwijzing is naar de illustere E-Type. Bovenal heeft de F-Type Convertible een uniek design met een elegant lijnenspel en fraaie details. Let bijvoorbeeld op de breed oplopende heupen boven de achterwielen, die de achterzijde lekker gespierd maken. De zescilinder is altijd voorzien van twee centraal geplaatste uitlaten, wat klassieker oogt dan de vier uitlaten van de achtcilinder. De achterlichten branden als twee samengeknepen ogen met lange wenkbrauwen en verbreden de achterzijde optisch.

De testauto is met z’n zwarte lakkleur en donkerrode kap een bijna onverenigbare combinatie van chique en sportief – erg smaakvol. De tweekleurige 20 inch wielen riepen meer controverse op, niet iedereen is gecharmeerd van de carbon-look inleg op de spaken. Gelukkig biedt Jaguar een grote variëteit aan kleur- en wielencombinaties en is er voor ieder wat wils. De Convertible heeft eigenlijk maar één groot nadeel ten opzichte van de Coupé – zijn belachelijk kleine bagageruimte: ongeacht of de kap open of gesloten is beschik je altijd over een magere 196 liter. Dat maakt deze tweezitter meer een speeltje voor lange weekenden, voor echte roadtrips moet je de Coupé hebben.

De testauto is met z’n zwarte lakkleur en donkerrode kap een bijna onverenigbare combinatie van chique en sportief.

Knalfuif

Het zonnetje schijnt en de winter weerhoudt mij er niet van om ‘roodkapje’ in slechts 12 seconden bijna geruisloos te onthoofden. Enkel twee smalle aluminium rolbeugels en een windschermpje blijven fier overeind staan . De F-Type start nooit onopgemerkt maar met een luide brul uit de uitlaat. Het is duidelijk: deze roofkat wordt graag op z’n staart getrapt. De uitlaat-engineers hebben er een oorgastisch spektakel van gemaakt. De F-Type gromt, brult, en bij gas los ploft en knettert ‘ie dat het een lieve lust is. Zelf schakelen middels meedraaiende bronzen flippers achter het stuurwiel is daarmee een verleidelijke bezigheid. Bij een echte racewagen zouden deze ‘paddles’ eigenlijk gefixeerd moeten zijn, in de F-Type draaien ze mee met het stuur. De purist kan helaas niet voor een handgeschakelde versnellingsbak kiezen, maar deze automaat is erg goed en geeft je in de sportiefste setting de volledige controle. Acht versnellingen lijkt al gauw te veel om zelf te schakelen, maar bij deze F-Type is het een feestje om ze allemaal te doorlopen. De flippers reageren razendsnel en als je het gaspedaal diep ingedrukt houdt gaat iedere schakelactie gepaard met een harde dreun uit de uitlaat. Al bij lage toeren is de motor erg sterk en pakt hij gewillig op. De compressormotor biedt  het beste van twee werelden: hij heeft de trekkracht en souplesse van een turbomotor en de directe gasrespons van een atmosferische V6. Het maximale koppel van 460 Nm staat vanaf 3.500 tpm paraat en de steeds intenser wordende acceleratie wordt pas bij 7.000 tpm afgekapt.

Deze V6 ‘S’ heeft standaard een ‘actieve sportuitlaat’ die middels een knopje op de middelconsole van ‘net feestje’ tot ‘standje knalfuif’ is in te stellen. Wanneer je via een soort ‘lanceerschakelaar’ de ‘Dynamic’-stand inschakelt, dan brullen de uitlaten niet alleen luider, maar wordt ook de besturing zwaarder, worden de schakelacties heftiger en reageert het gaspedaal nog sneller. Dezelfde schakelaar kent overigens ook een winterstand, voor als het glad is. De prestaties doen je zelden naar meer verlangen, de V6 S spurt (volgens opgave en stopwatch) in slechts 4,9 seconden vanuit stilstand naar 100 km/u. En dan te bedenken dat er nog een 495 pk sterke achtcilinder leverbaar is, die moet helemaal waanzinnig (snel) zijn.

De Jaguar F-Type is een aandachtstrekker eersteklas.

Zolang het asfalt droog is kan de Jaguar zijn kracht op de 295 mm brede achtersloffen verbluffend goed kwijt, maar zodra het asfalt vochtig is wordt het spannender. Voor de geoefende rijder is de ‘F’ zo speels als een kitten, maar weet dat hij kan uithalen en verrassen als een volgroeide roofkat. Deze Jag biedt rijplezier in overvloed, de F-Type stuurt (ook) in ‘Dynamic’ vrij licht maar wel zeer direct. Je hoeft niet ver in te sturen om scherp een bocht aan te snijden en de carrosserie helt met dank aan ‘Adaptive Dynamics’ vrijwel niet over. Tegelijkertijd is de rechtuitstabiliteit op de snelweg uitstekend en de besturing niet hinderlijk nerveus.

Hard met de Airmiles

Een compromisloos harde sportwagen is deze Jaguar gelukkig niet, het adaptieve onderstel (standaard op de V6 ‘S’) is redelijk vergevingsgezind bij drempels en ook lange snelwegritten zijn niet vermoeiend. De luide uitlaatstand is dat op constante snelheid wel, maar met een druk op de knop verdwijnt het gebrom naar de achtergrond. Op de snelweg is de drieliter V6 nog betrekkelijk zuinig, volgens de boordcomputer haal je daar gemakkelijk 1 op  11. De achtste versnelling werkt als een overdrive, waardoor de motor bij 120 km/u amper 2.000 tpm draait, terwijl bij 3.000 tpm in ‘8’ al 180 km/u op de teller staat. Het mag geen verrassing heten dat het uitdagende karakter van de F-Type zich uiteindelijk wreekt aan de pomp, want met een testgemiddelde van 1 op 7 gaat het hard met de Airmiles. Dit is dan ook volledig toe te schrijven aan zijn uitdagende karakter en opzwepende gasrespons. De iets zwaardere Jaguar XJ was met dezelfde motor bijna twee keer zo zuinig in een eerdere test, dat zegt genoeg.

De V6 S heeft een actieve sportuitlaat, die middels een knopje op de middelconsole van ‘net feestje’ tot ‘standje knalfuif’ is in te stellen. 

Het weer wordt slechter, dus het is tijd om de kap te sluiten. Wie denkt dat het mooie uitlaatgeluid daarmee verdwijnt heeft het mis. Integendeel zelfs. De kap zit nu niet meer opgeborgen in de klankkast achter je en rij(wind)geluiden zijn grotendeels verdwenen - het dak isoleert namelijk prima – en daardoor kan je de uitlaten nog duidelijker horen brullen. Ook het motorgeluid komt nu meer tot z’n recht. De supercharger jankt als een getergde kat, wanneer je met 4.000 tot 7.000 toeren over de weg blaast. Je hoeft dus niet open te rijden voor een optimale geluidsensatie, wat goed nieuws is voor de Coupé.

Tussen de Porsches

Achter het driespaaks sportstuur van de F-Type zit je heerlijk diep weggezakt in de ‘performance’ sportstoelen, die extra ondersteuning aan je schouders bieden. Het dashboard is nadrukkelijk op de bestuurder gefocust, met een grote met leder beklede handgreep rechts van de bedieningselementen. De aankleding en afwerking zijn zichtbaar van hoog niveau en het gewaagde rode leder wordt afgewisseld door hoogglans zwarte panelen, carbon inleg en chromen randjes. Bovenaan het dashboard klappen twee brede luchtroosters uit wanneer de klimaatbeheersing dit nodig acht. Prachtige geluiden komen op verzoek ook uit de speakers van het Meridian audiosysteem, de bediening van de multimedia is met het touchscreen eenvoudig, maar net als in andere Jaguars soms traag en omslachtig. De ergonomie en afwerking zijn in elk geval top en de zitpositie is dat ook. De sportstoelen zijn lekker stevig – niet te hard – en omklemmen goed. Zijn er dan nog kritiekpunten te bedenken? Ja, de dode hoek is met de kap dicht vrij groot, waardoor dodehoekdetectie een zinvolle optie is om aan te kruisen. Verder voelt het rempedaal in eerste instantie vrij zompig aan. Bij een XJ is dat fijn, bij een scherpe sportauto als de F-Type verwacht je iets meer bijterigheid.

Dan zijn we aanbeland bij het prijskaartje van al dit moois. De F-Type begint met 340 pk bij 92.900 euro en de hier geteste 380 pk sterk V6 S kost 108.400 euro. Voeg daar wat fraaie aankleding aan toe en je bent voor 124.839 euro de baas van deze kat. Zoek je een cabriolet met vergelijkbare prestaties en rijeigenschappen, dan biedt enkel Porsche twee alternatieven aan. De kleinere Boxster S, die ‘kaal’ voor 78.000 euro in de prijslijst staat en 315 pk heeft. Jaguar zelf vergelijkt de F-Type liever met de duurdere 911 Cabriolet, die met 350 pk minimaal 124.500 euro kost. De Britten hebben deze Jag dus mooi letterlijk tussen de Porsches in gepositioneerd, maar vlak de roadsters van de ‘Duitse Drie’ niet direct uit. De BMW Z4 35iS is met een vanafprijs van 80.500 en 340 pk iets aantrekkelijker geprijsd, terwijl de 421 pk sterke Mercedes SLK 55 AMG met 89.600 euro bijna even duur is als de instap F-Type. En dan is er voor hetzelfde geld ook nog die supersnelle Audi TT RS Roadster, wat een duivelsdilemma. Uiteindelijk zal de prijs niet doorslaggevend zijn, je kiest gewoon het mooiste of leukste speeltje uit en dat blijft een kwestie van smaak.

Begerenswaardig beest

Deze Jaguar F-Type heeft mijn hart veroverd en onderscheidt zich zodanig van de Duitse alternatieven dat ‘ie mijn subjectieve voorkeur zeker verdient. Het is een sexy ogende roadster, die op afroep bijna vulgair klinkt. Eentje die continu uitdaagt, onfatsoenlijk snel is en daarmee het slechtste in je naar boven kan halen. Geen moment verlangde ik naar meer vermogen of een handbak, de V6 S biedt echt voldoende prestaties en rijplezier. Het flipperen gaat nimmer vervelen en als je een keer niet de show wil stelen met je zonnebril en het geluid, dan sluit je de kap en de uitlaatkleppen gewoon. De ongewenste aandacht gedurende de testperiode was opvallend, zelden ben ik zo vaak achtervolgd door nieuwsgierige medeweggebruikers die enthousiast seinend op mijn bumper kleefden. Als een kat in het nauw springt de F-Type dan in een oogwenk weg en neemt hij afstand van de opdringerige jagers. Blijkbaar maakt deze Jaguar ook bij anderen heftige emoties los, wát een begerenswaardig beest...