Rijd een willekeurige snelweg op en tel het aantal Renaults Mégane. Ja, dat zijn er nogal wat. 14 procent bijtelling bezorgde Renault goud in 2012. Uit het niets domineerde het Franse merk de Nederlandse autoverkooplijsten en eigenlijk kon de leaserijder nauwelijks om de Mégane dCi heen. Concurrenten volgden maar de Mégane bleef furore maken. Echter, de uitstootgrenzen zijn aangescherpt en de kaarten opnieuw geschud: de Mégane is dit jaar zijn 14 procent-status kwijt geraakt. Op benzinevlak is er daarentegen positief nieuws: een nieuwe viercilinder turbomotor. Deze 130 pk benzinemotor en z’n inmiddels tweede facelift zijn genoeg redenen om de gouden medailledrager opnieuw aan een test te onderwerpen.

Renault mag in zijn handen wrijven met ‘onze’ Laurens van den Acker, die hoofdverantwoordelijk is voor het huidige Renault-design. De facelift van de Mégane is (wederom) zeer geslaagd. Helemaal als GT-Line - na de R.S. de meest dynamische uitvoering. Helaas bleef de achterzijde ongemoeid, zodoende zie je tussen al die tienduizenden Méganes niet altijd of je met de allernieuwste te maken hebt. Als een compleet nieuwe neus mogelijk is, waarom dan niet op z’n minst gewijzigde achterlichtunits?

GT-Line voor plezier

Renault zwaaide de 1.4 TCe met 130 pk vorig jaar uit. Deze motor werd vervangen door een geblazen 1.2 met hetzelfde aantal pk’s. Het koppel steeg met 15 Nm en de CO2-uitstoot werd verlaagd naar 124 g/km. Dat klinkt natuurlijk harstikke mooi, maar hoe is de praktijk? De vierpitter komt onderin een beetje tam over, maar voorbij de 2.000 tpm wordt het snel beter. Het koppel van 205 Nm is dan duidelijk voelbaar, de TCe klimt gretig in de toeren. Het motorgeluid blijft keurig op de achtergrond, al kun je het afblazen van de turbo horen – als je goed luistert. Dat klinkt best sportief. En dat past wel bij deze GT-Line, aangezien deze uitvoering beschikt over een sportonderstel, sportstoelen en een lekker dik stuurwiel.

Renault mag in zijn handen wrijven met ‘onze’ Laurens van den Acker, die hoofdverantwoordelijk is voor het huidige Renault-design. 

De TCe presteert zoals bijna elke Renault-blok: opvallend smeuïg. Dat geldt eveneens voor de handgeschakelde zesbak. Het testverbruik van 1 op 12,7 is wel  teleurstellend, vooral omdat het toerental bij 120 km/u op een keurige 2.500 tpm blijft steken verwacht je er meer van. De officiële Europese verbruikscyclus spiegelt een gemiddelde van 1 op 18,5 voor, maar downsizing blijkt weinig effect te hebben op de brandstofconsumptie in de praktijk.

Qua besturing en onderstel voelt de Mégane nog altijd even vertrouwd aan. De onderstelafstemming is op een prettige manier dynamisch zonder hard te zijn. De GT-Line zorgt voor een plezierig rijgedrag en bovendien genoeg stabiliteit in bochten. De Renault mist een beetje de scherpte en koersvastheid van de Volkswagen Golf, maar de verschillen zijn minimaal. De sportstoelen zitten heerlijk en de zitpositie is uitstekend. Achter het stuur zie je bij de GT-Line geen digitale teller, maar de (analoge) tellerunit uit de R.S.

Multimediavernieuwing

Net als aan de achterzijde van de Mégane is aan het interieur eigenlijk niets veranderd. Al moet ik zeggen dat dit niet storend is, want het binnenste van deze Franse C-segment auto bevalt nog steeds uitstekend. Het interieur ziet er sfeervol en met de GT-Line-accenten zelfs sportief uit. Aluminium sportpedalen ontbreken niet. Toch is er wel degelijk iets nieuws, namelijk het navigatiesysteem. Nog steeds van TomTom, maar nu een recentere versie én met touchscreen. Of dat laatste echt een toegevoegde waarde heeft valt te betwijfelen, want daarvoor zit het 7 inch scherm te ver weg en zijn de virtuele knopjes te klein. De (eveneens vernieuwde) joystick in de middenconsole biedt soulaas, aangezien je die op de tast kunt bedienen. Het enige storende aan het TomTom-systeem is dat je wel erg vaak op ‘ok’ moet drukken, voordat je eindelijk de route krijgt te zien.

Vanzelfsprekend is de ruimte gelijk gebleven. Nog steeds valt de ruimte achterin wat tegen als je die vergelijkt met die in sommige concurrenten, maar de kofferbak is met 372 liter ruim bemeten. De testauto is uitgerust met het Technology Upgrade Pack (395 euro), waarin onder andere een achteruitrijcamera, een grootlichtassistent en lane departure warning zijn inbegrepen. Bij het ophalen stond de ‘LDW’ op de meest gevoelige stand en zo snel als ik kon heb ik deze op de minst gevoelige stand gezet. Ik werd gek van alle (vaak overbodige) piepjes. Een knop om de lijnoverschrijdingsassistent volledig uit te zetten is er gelukkig ook.

Zilver

Vorig jaar viel de nieuwe TCe nog in de 20 procent bijtellingscategorie maar ook dat bijtellingspercentage is ‘ie inmiddels kwijt geraakt. Gezien het behaalde testverbruik vrij terecht, maar wel sneu voor een auto die kort geleden nog de ene gouden plak na de andere binnen haalde op bijtellingsgebied. Wat overblijft is wel een fijne motoruitvoering en vooral een goed rijdende auto. De facelift heeft vooral voor de voorzijde goeds gebracht, maar dit kan nooit voldoende zijn om de verkooplijsten weer te domineren. Wat mij betreft is de Renault Mégane nog steeds een goede en mooie auto, maar hij verdient niet meer dan zilver.