Een naam die door de jaren heen niet meer aansluit bij het product, dat komt regelmatig voor. Veel autofabrikanten hernoemen dan hun auto om aan te geven dat er serieuze stappen zijn gezet. Maar hoe moet dat wanneer je mérknaam niet meer past bij je nieuwste, 4,3 meter lange model? Dan rek je de merkwaarden op totdat het wel gaat. Mini slaagde er overtuigend in om te transformeren van ‘iets dat maar weinig ruimte inneemt’ naar ‘iets dat gezien mag worden’. Voor de nieuwe Countryman werkt het, nu de Dikke Van Dale nog overtuigen.
De vorige generatie Mini Countryman was met z’n 4,10 meter nog relatief bescheiden van formaat, de huidige doet er zó 20 centimeter bij. Dat merk je niet alleen in de uitstraling, maar ook in het ruimte-aanbod. Het is nu een volwaardige gezinsauto in een uniek segment, waarin hij de taart alleen hoeft te delen met de (iets kleinere) Audi Q2.
Bekijken
Dat de Mini Countryman gegroeid is, dat zie je direct. De auto heeft meer ‘présence’ en minder ronde vormen dan voorheen. Ook zakelijk kun je prima aankomen met de nieuwe Countryman, want het ‘tuttige randje’ is er wel vanaf. Vanwege zijn forse voorkomen en classy inborst noemde ik de auto dikwijls ‘mini-Bentayga’, naar de majestueuze Bentley.
Vanbinnen is de Countryman duidelijk een Mini. De grote, centrale ‘klok’ en veel tuimelschakelaars zorgen voor dat onmiskenbare Mini-gevoel. De materialen zijn van hoogstaande kwaliteit en alles wat je aanraakt voelt goed. De Union Jacks op de hoofdsteunen zijn een leuk detail – very British.
Zitten
Dat de Mini Countryman gegroeid is, merken vooral de achterpassagiers. Tijdens het beoordelen van de ruimte achterin ben ik echt onder de indruk van de plek voor benen, voeten en hoofd. Pas later blijkt dat de bank nog eens 5 centimeter verder naar achteren kan. Hier achterin is niets meer Mini en mag je gerust een Dikke Van Dale zijn – da’s fijn.
Ook voorin zit je als een vorst en bij het stoplicht kijk je subtiel neer op andere auto’s. Zonder het gevoel dat je op de bok zit, want de zitpositie en instelbaarheid van stuur en stoelen zijn zonder meer goed. De kofferruimte meet net als voorheen een keurige 450 liter. Dankzij de verschuifbare achterbank met verstelbare leuning kun je uitgebreid variëren en klap je alles plat, dan kan er 1.390 liter mee.
Bedienen
Op het eerste gezicht lijkt de bediening gelijk aan die van andere Mini’s, maar vanaf nu is het centrale scherm ook aanraakgevoelig. De joystick is gebleven en houdt de voorkeur tijdens het rijden, de toegevoegde waarde van het aanraken is dan ook beperkt. Niet alle instellingen vind je op een logische plek, maar dat went op den duur. In de praktijk is het infotainmentsysteem gewoon snel en goed. De diverse tuimelschakelaars zijn vooral leuk, en doen qua functionaliteit niet onder voor ‘gewone’ knoppen.
Rijden
Hoe mooi, groot of praktisch een Mini ook is, het draait uiteindelijk om een sportieve rijbeleving. Mini weet maar al te goed dat grote auto’s hier vaak minder goed op scoren, dus is juist daar extra aandacht aan besteed en komt comfort op de tweede plek. Die inspanningen hebben effect, want bochten zijn het domein van de Countryman. Dat blijkt als ik een tourrit rijd waarin ook veel snellere en lichtere auto’s meedoen. De Mini-Maxi helt amper over en gaat als op rails door de bocht. Pas in korte bochten merk je dat de vrij zware koets liever rechtdoor gaat, in de gemiddelde curve bezorgt de Countryman je gewoon een brede glimlach. En dat is waar het allemaal om draait.
De Mini-Maxi helt amper over en gaat als op rails door de bocht.
Het is trouwens niet dat de Countryman oncomfortabel is, het onderstel is stevig afgestemd en korte hobbels voel je daardoor behoorlijk goed. De vrij zware weerstand in het stuur voelt enigszins kunstmatig, maar draagt tegelijkertijd bij aan het degelijke gevoel. Op een draai aan het stuur reageren de wielen direct, maar op snelwegtempo blijft de Mini stabiel koers houden. Een fijne combinatie van eigenschappen bij dagelijks gebruik. Minder prettig is het vrij aanwezige gezoem van de banden.
De testauto is voorzien van de instap-benzinemotor, de 1,5 liter driecilinder met 136 pk. Een bekende uit de ‘gewone’ Mini’s, waarin hij buitengewoon goed voldoet. In de Countryman moet het blok bijna 300 kg meer meetorsen en opboksen tegen een grotere luchtweerstand. Dat doet hij nog verrassend goed, al zijn er geen ruime reserves meer. De vrij lange versnellingen zorgen ervoor dat je zo nu en dan wat gretigheid mist – iets wat de motor wel in zich heeft. Het testverbruik is met 1 op 12,5 prima, maar het kan eenvoudig beter als je níet aan enthousiasmerende tourritjes meedoet. Reken dan op 1 op 14.
Tot zover alles koek en ei, een punt van kritiek is er ook. De handgeschakelde zesversnellingsbak is niet de allerfijnste. In eerste instantie voelt hij aardig strak aan, in werkelijkheid zit er behoorlijk wat speling op het mechaniek en dat merk je bij sportiever schakelwerk. Ook het inschakelen van de achteruitversnelling vereist behoorlijk veel kracht, dat zal niet iedereen kunnen waarderen. Investeren in de versie met fijne achttrapsautomaat lijkt mij dan ook een goed idee.
Betalen
Dat een Mini geen koopje is weten we allang, het staat z’n succes niet in de weg. De testauto kost op een paar tientjes na 50.000 euro, maar de vanafprijs bedraagt een behoorlijk schappelijke 32.897 euro. Geniet, maar kies je opties dus met mate. Met vierwielaandrijving is de Countryman er vanaf 36.597 euro, dieselen gaat vanaf 44.498 euro. Aantrekkelijker is de stekkerhybride, die mag mee vanaf 40.700 euro. Wat leaseprijzen betreft valt de Countryman tussen de Audi Q2 (voordeliger) en de BMW X1 (duurder) in.
Samenvatting en conclusie
De Mini Countryman voelt ondanks zijn maxi-male buitenmaten toch als een echte Mini, en dat is knap. De focus ligt duidelijk op sportiviteit, comfort staat lager op de ladder. Je zult zelf moeten bepalen of het voor jou werkt, maar ik beloof je dat het weggedrag garant staat voor bovengemiddeld veel smiles. De motor voldoet, maar voelt door de lange versnellingen niet zo gretig als ‘ie zou kunnen zijn.
De Mini Countryman is een geslaagd product, zoveel is zeker. Hij speelt z’n eigen spel in een nagenoeg concurrentieloos landschap, al komen concurrenten wel in zicht als je de optielijst ter hand neemt. Goed, dat weet je als je gaat shoppen voor een Mini. Je kunt wel stellen dat deze auto mij heeft overtuigd, nu is de beurt aan dat woordenboek…