Aston Martin laat met de Vulcan zien springlevend te zijn. Deze circuitauto is een technologisch paradepaardje, dat bovendien veel prijsgeeft over het design van toekomstige Aston Martin-modellen.

Om met het slechte nieuws te beginnen: de Vulcan mag niet de openbare weg op en er worden er slechts van 24 van gebouwd. Toch is deze circuitauto een zeer interessant model, want hij biedt een kijkje in de keuken van het merk. Net zoals de FXX-K van Ferrari dat doet.

De Vulcan is uit koolstofvezel opgetrokken, zowel de structuur als de body zijn van het lichte en sterke materiaal gemaakt. Achter de voorstoelen ligt een 7,0 liter V12-motor. Niks geen turbo’s of elektrohulp, de twaalfcilinder perst er op eigen kracht meer dan 800 pk vermogen uit. De motor is gekoppeld aan een zestraps automaat.

De Vulcan beschikt over een integraal limited slip-diffentieel en heeft Brembo-remmen met carbon-keramische schijven. Die schijven zijn aan de voorkant 38 centimeter groot, aan de achterkant 36 centimeter.

Het design van de auto verklapt alvast wat we mogen verwachten van toekomstige straatauto’s van het merk en vertoont overeenkomsten met dat van de DB10 – de auto die Aston Martin voor tien gefortuneerde bouwt en die ook in de nieuwe James Bond-film te zien zal zijn. In het interieur overheerst koolstofvezel. Hoewel de auto dus alleen voor circuitgebruik geschikt is, heeft het merk toch zijn best gedaan op het design van het dashboard. Dat is te zien aan het half-open stuur en aan de middentunnel die naadloos overgaat in het dashboard.

De Vulcan debuteert op de autosalon van Genève volgende week.