Saab heeft een deel van de fabriek in het Zweedse Trollhättan verkocht aan een groep Zweedse vastgoedinvesteerders. Deze transactie brengt geld in het laatje maar nog niet genoeg om de productie te herstarten.

Het geduld van Saab-klanten, -dealers, -werknemers en -liefhebbers wordt nog langer op de proef gesteld. Saab maakt dinsdag bekend dat 50,1 procent van de fabriek is verkocht aan een groep Zweedse investeerders maar dat betekent nog niet dat de productie herstart kan worden. Wel kan Saab, mede dankzij een order uit China, de salarissen van het personeel deze maand betalen. De directe dreiging van een faillissement is daarmee afgewend.

Achter de schermen werkt topman Victor Muller, die inmiddels het enige overgebleven bestuurslid is, hard aan een oplossing. Saab moet de kortetermijnfinanciering rond krijgen om de productie weer op te kunnen starten.

Saab ontvangt door de verkoop 28 miljoen euro in het laatje en mag het 483.000 m2 grote terrein het eerste jaar gratis terugleasen. Voor de veertien jaar daarna heeft Saab een contract afgesloten. Nu de fabriek voor een deel verkocht is hoopt Saab dat de Zweedse overheid garant wil staan voor een nieuw leningsdeel van de Europese Investeringsbank, van maximaal 280 miljoen euro.