Een pure roadster heeft een aantal ingrediënten:  laag gewicht, plaats voor twee personen, een stoffen dak en een atmosferische motor met handgeschakelde versnellingsbak. De onderwerp van deze test zijnde BMW Z4 lijkt niet helemaal volgens dit recept te zijn samengesteld. De Duitse tweezitter heeft een metalen vouwdak en een turbomotor die in dit geval is gekoppeld aan een automaat. De aandrijflijn brengt 156 pk naar de achterwielen, hetgeen voldoende moet zijn om de 1.395 kg lichte ‘instap-Z4’ in beweging te brengen. Een test moet uitwijzen of BMW’s opgefriste roadster in deze uitvoering naar melk of puur smaakt.

In de tweede helft van de levensfase van de Z4 heeft BMW het model van een bescheiden update gegeven, een facelift mag je het eigenlijk niet noemen. De koplampen werden van LED-dagrijdverlichting voorzien, er zijn nieuwe lakkleuren en de ventilatieroosters kregen een glimmende omlijsting. Het in een andere lakkleur gespoten dak (889 euro) was al iets langer leverbaar, maar is smaakgevoelig.

Wat hoort en niet hoort

Het opvallendste nieuws bevindt zich onder de motorkap. Voorheen was de 184 pk sterke sDrive20i het instapmodel, maar de nieuwe sDrive18i is met een vanafprijs van 44.695 euro een lieve 2.295 euro vriendelijker geprijsd. Op papier is deze lichtere variant tot aardige prestaties in staat. Een standaardsprint van 0 naar 100 km/u in 8,1 seconden en een topsnelheid van 220 km/u zijn geen waardes om je voor te schamen. De stopwatch laat zien dat ’ie de beloofde sprinttijd in elk geval waarmaakt en volgens BMW zit de handgeschakelde variant bovendien 0,2 seconden sneller op 100 km/u.

Eigenlijk ‘hoort’ een automaat niet in een roadster, maar wat een fijne transmissie heeft deze Z4. Bij een rustige rijstijl schakelt de bak zo ‘smooth’ dat alleen de toerenteller en het motorgeluid prijsgeven dat ‘ie van verzet wisselt. Zelf schakelen kan natuurlijk ook, middels flippers achter het stuur of met de pook. En dat is best vermakelijk, want de Z4 gromt alleraardigst uit zijn dubbele uitlaat en brengt tijdens het schakelen soms plofjes ten gehore, zowel in de automatische als manuele stand.

Eigenlijk ‘hoort’ een automaat niet in een roadster, maar wát een fijne transmissie heeft deze Z4.

Wanneer je zelf gaat ‘flipperen’ ervaar je het soepele motorkarakter nog het meest. Vooral onderin levert deze motor veel kracht. Niet voor niets schakelt de automaat doorgaans al bij 2.000 tpm op, maar pas na de 3.000 tpm begint de tweeliter motor lekker te trekken en pas boven de 5.000 tpm verneem je de aanwezige pk’s. In het middengebied gromt de motor heerlijk, maar de gretigheid mist een beetje. Meer zoete melk dan pure snelheidssensatie dus. Stelt de sDrive18i daar dan een gunstig verbruik tegenover? Dat is natuurlijk helemaal afhankelijk van je rijstijl, maar je kunt er betrekkelijk zuinig mee rijden. Op snelwegtempo is 1 op 13 heel goed haalbaar, maar dat stijgt zomaar naar 1 op 9 als de Z4 meer als een roadster bereden wordt.

Met je vingertoppen

Met een stevig tempo van bocht naar bocht rijdend over slingerende dijkweggetjes of klaverbladen verschalken – heerlijk in een Z4. Zolang de weg maar niet rechtdoor gaat, komt de Z4 helemaal in zijn element. Net als zijn bestuurder, die lekker dicht bij het asfalt en de achterwielen zit met uitzicht op de welvingen van de lange neus. De besturing reageert nagenoeg perfect, alsof de voorwielen in directe verbinding staan met je vingertoppen – wat een stuurprecisie. Een zware, prettige weerstand verhoogt het rijgenot en in de Sport-stand neemt die tegendruk nog verder toe. Motor en transmissie reageren in die rijstand nog alerter dan in de standaard Comfort-stand. Druk je tweemaal op de Sport-knop op de middentunnel, dan schakel je Sport+ in en gaan tractiecontrole en ESP in de slaapstand. Alleen wanneer je het heel bont maakt zullen deze systemen nog ingrijpen, maar eigenlijk heeft deze Z4 te weinig power om makkelijk over zijn grens te worden gedrift.

De BMW Z4 mist de charme van een roadster met stoffen kap

De Z4 helt duidelijk over tijdens het insturen van bochten, terwijl dat niet echt past bij zo’n sportauto. Korte oneffenheden komen hard door, maar hobbels worden zachtjes gedempt. Het maakt deze BMW meer een comfortabele cabriolet dan een dynamisch (hard) geveerde roadster. De onderstelafstemming biedt voldoende ruimte voor bochtplezier, zonder het rijcomfort uit het oog te verliezen. Een uitgebalanceerde keuze, maar wie hardcore sportiviteit verlangt zal deze variant te soft vinden.

Ruimteoffers

Zoals gezegd mist de Z4 de charme van een roadster met stoffen kap, maar daar krijg je wel een goed geïsoleerd en snel werkend metalen dak voor terug. Deze is ook rijdend, tot 50 km/u, te openen (of te sluiten) en biedt in gesloten toestand meer dan voldoende hoofdruimte. Rijgeluiden zijn vooral afkomstig van de motor en de brede banden die om de 18 inch V-spaak wielen (1.280 euro) liggen. Met het dak open word je door het (tussen de rolbeugels gefixeerde) windscherm en de lage zit goed uit de wind gehouden, zonder dat het cabriogevoel daaronder te lijden heeft. De wind waait zachtjes door je haren en zelfs op de snelweg blijft open rijden aangenaam.

Als je met de Z4 onderweg bent krijg je ook wel eens dorst van die warme zon op je bol. Helaas zitten de twee bekerhouders ver naar achteren en bovendien onder de middenarmsteun verstopt, dus een flesje drinken staat al gauw in de weg. Zonnebril en mobiel kunnen in een vakje linksonder het stuur maar in de portiervakken past nauwelijks een brillenkoker past. Met 310 liter bagageruimte kun je met de Z4 in coupé-toestand best op (een korte) vakantie, helaas offer je 130 liter op wanneer het dak wordt geopend. De toegang tot de overgebleven 180 liter is ook nog eens bijzonder krap, je kan dan geen koffer of bierkratje meer inladen. Ter vergelijk: de stoffen kap van de vorige generatie Z4 snoepte slechts 20 liter bagageruimte weg.

Puur genoegen

De Z4 voldoet als sDrive18i prima maar het echte rijplezier haal je niet uit een snelheidssensatie. Een handbak zou je mogelijk meer bij het rijden betrekken, maar het ‘flipperen’ met de automaat en de bijbehorende plofjes uit de uitlaat zijn best vermakelijk. Over smaak valt niet te twisten, maar ik vind de Z4 een natuurlijke schoonheid. Of het dak nu open of dicht is, deze BMW is een toekomstige klassieker. Ondanks de melkzachte afstemming en bescheiden prestaties van deze ‘instapper’ blijven het stuurgevoel en de rijdynamiek ‘roadster-waardig’ en is deze Z4 nog altijd een puur genoegen om in te rijden.