In 2008 verbaasde Opel vriend en vijand met de schitterende Insignia. Opel begreep dat zo’n strak gelijnde auto adequaat gemotoriseerd moest zijn en Rüsselsheim leverde vanaf de verkoopstart Insignia’s met 200 pk of meer. Benzinegestookte Insignia’s, welteverstaan – een ‘dikke diesel’ ontbrak. Nu is het eindelijk zover en staat de topdiesel in prijslijsten. Geen zespitter, maar de meermaals uitgestelde twinturbo met vier cilinders.   

De psychologische 200 pk haalt deze 195 pk sterke Insignia net niet. Het koppel is wel ‘mooi rond’ met 400 Nm, dat al tussen 1.750 en 2.500 tpm vrijkomt. Daarmee sprint de 1.633 kg zware Insignia Sports Tourer in 8,9 seconden naar 100 km/u en accelereert ‘ie volgens Opel naar maximaal 225 km/u. Geen bijzonder imponerende cijfers, het is meer de manier waarop de 2.0 CDTI Bi-Power zijn kracht ontplooit die indruk maakt. In de tweede en derde versnelling moet een turbogat gedicht worden maar vanaf 1.600 tpm blazen de twee turbo’s – die van verschillend formaat zijn - de Insignia onvermoeid naar 5.000 tpm. In de praktijk rijd je altijd tussen pakweg 2.000 en 4.000 tpm, waardoor je het gevoel krijgt altijd over veel power te beschikken.

Bij 120 km/u draait de zelfontbrander een rustige 2.200 tpm, maar de motor laat z’n aanwezigheid niet aan je voorbijgaan. Niet alleen omdat ‘ie op constante snelheden iets bromt, vooral omdat stuurwiel en pedalen resoneren door het trillen van de motor. Weliswaar mocht Saab deze twinturbo-mechaniek al een tijdje gebruiken, ironisch genoeg vormde juist loopcultuurgebrek Opels uitstelreden. Die rauwheid wordt nog eens benadrukt omdat er nauwelijks afrol- en windgeluiden aanwezig zijn in de Insignia. De brandstofconsumptie is evenmin indrukwekkend. Gemiddeld 1 op 19,6 belooft de brochure, maar na een afwisselende route van 311 kilometer ging er 21,67 liter diesel door het vulpistool. Dat betekent een verbruik van 1 op 14,4, een waarde die op zich redelijk is maar nogal afwijkt van de fabrieksopgave.

Weliswaar mocht Saab deze twinturbo-mechaniek al een tijdje gebruiken, ironisch genoeg vormde juist loopcultuurgebrek Opels uitstelreden

FlexRide werkt

Het bij de Sport-uitvoering horende FlexRide-onderstel kent niet zulke uitgesproken rijmodi als de Astra GTC, maar brengt subtiele nuances aan in de aandrijflijn en het onderstel. Wie via tussenstand ‘normal’ van ‘tour’ naar ‘sport’ switcht, merkt nauwelijks verschillen. Zodra je van ‘tour’ naar ‘sport’ wisselt en ‘normal’ overslaat, voel je een zwaardere besturing, hardere demping en directere gasaanname. De ‘tour’-stand dempt het onderstel comfortabel, op oneffen wegdek gaat auto zelfs wat  deinen, De besturing wordt prettig licht - ‘tour’ is een uitstekende rijmodus voor een vakantierit, wanneer op hogere snelheden de tomeloze inzet van de 2.0 CDTI Bi-Power tot z’n recht komt. Echte ‘cruisers’ ruilen de handgeschakelde zesbak voor een automaat met evenveel verzetten, fanatieke wintersporters bestellen vierwielaandrijving.  

De Insignia heeft in de basis een neutraal weggedrag en de wielen houden in de bocht lang grip. Wil je meer dan kies je voor de sportstand, die bovendien de klokkenwinkel rood laat oplichten om een dynamische sfeer te creëren. De directe en ietwat zware besturing kan kunstmatigheid verweten worden, maar completeert de uitnodiging voor een actieve rijstijl. En hoewel de motor kracht genoeg heeft, is schakelen daarmee onlosmakelijk verbonden. De versnellingsbak schakelt Opel-typisch hakerig, maar stevig en precies. Uiteraard heeft die ‘spielerei’ economische gevolgen. Na een aantal bovengemiddeld snelle ritten noteerde ik een verbruik van 1 op 11,2. Zijn de drie geprogrammeerde modi niet naar wens? Via het multimediasysteem kun je de sportstand individueel configureren: besturing, gasrespons, onderstel en rode tellerverlichting laten zich onafhankelijk naar ‘normal’ terugzetten. De veelvuldig verstelbare zetels zijn hoe dan ook een zegen. Zitcomfort en ondersteuning zijn top.

Nu is het eindelijk zover en staat de topdiesel in prijslijsten

Aan uitstraling heeft de Opel Insignia nog niets ingeboet, zeker de geteste Luxor-blauwe Sports Tourer ziet er met z’n massieve 19 inch lichtmetalen wielen imposant uit. De bagageruimte meet 540 liter, wat onder het laadvolume van de Peugeot 508 SW en Volkswagen Passat Variant ligt. De bank is in twee delen plat te leggen, daarvoor hoeft de achterbankzitting niet omhoog. Er ontstaat dan een vlakke laadvloer en 1.530 liter ruimte. Een nadeel is het enorme formaat van de achterklep, het lijkt alsof zowat de hele achterkant omhoog scharniert. De laadvloer ligt zo’n 30 centimeter achter de bumper. Daardoor toucheren je knieën bij het beladen ongewild de smerige achterbumper, maar gelukkig is er geen laaddrempel en kun je alles eenvoudig naar binnen schuiven. Door het gewicht van de achterklep is een investering van 650 euro voor een elektrische bediening geen overbodige luxe.

Bezwaard

Achterpassagiers die in een grote auto als de Insignia vragen of voorpassagiers willen inschikken om wat beenruimte voor hen te creëren, zullen zich bezwaard voelen. Toch zullen Insignia-reizigers hiermee geconfronteerd worden. Het panoramadak  vreet essentiële hoofdruimte, zodat je onderuit moet zakken met als gevolg dat de beenruimte nóg schaarser wordt. De kleine buitenspiegels en forse D-stijl beperken het zicht naar achteren. Dat offer brengt een Insignia-rijder graag voor z’n prachtige auto. Het grootste deel van de tijd kijkt hij naar voren om te genieten van een mooi gestileerd en fraai gebouwd dashboard. Om uit te vogelen waar alle knoppen op de middenconsole voor dienen heb je een kleine studie nodig. Opel introduceerde op haar vlaggenschip de Opel Eye Camera, een verkeersbordherkenning. Dat systeem is onlangs aangevuld met rijstrooksignalering en een ongevalswaarschuwing. Deze prima werkende opties staan tezamen met adaptieve cruise control voor totaal slechts 1.095 euro in de prijslijst. Helaas worden de waarnemingen op een uit de tijd geraakt boordcomputerscherm weergegeven, de grove pixels contrasteren met zulke geavanceerde techniek.

De nieuwe 2.0 CDTI Bi-Power zorgt voor een ambivalent oordeel. Decibelproductie en drankconsumptie mogen bescheidener, maar de krachtsafgave imponeert. Met het FlexRide-onderstel kan deze dieseluitvoering gevoelsmatig alles: zowel comfortabel zoeven als het verschalken van een fly-over. De Insignia Sports Tourer is absoluut niet de ruimste stationcar in deze klasse, maar toch zeker een van de ‘best looking’. Stiekem verdient zo’n auto een zijdezacht lopende V6 CDTI.