Autoshowroom

Wat iedereen al zag aankomen is gebeurd: de afbouw van BPM leidt niet tot lagere autoprijzen. De meeste importeurs steken het belastingvoordeel in eigen zak. Dat blijkt uit een analyse van Autodisk in opdracht van vakblad Automotive.

De consumentenprijzen van auto’s zijn gemiddeld met 1 procent gestegen in de eerste maand van 2010, toen de BPM juist werd verlaagd van 40 naar 27,4 procent. Daarvoor in de plaats kwam wel een CO2-taks. Van de 150.000 onderzochte automodellen stegen er 100.000 in prijs.

Vooral de premiummerken die modellen hebben met een relatief lage CO2-uitstoot profiteren van de BPM-afbouw. Zo steekt Audi-importeur Pon per verkochte auto gemiddeld 319 euro in zijn zak. In de eerste vier maanden van 2010 heeft dat een omzetstijging van ruim 2,2 miljoen euro opgeleverd. Lexus houdt ten opzichte van vorig jaar zelfs 1.389 euro meer per verkochte auto over.

Voor merken met een relatief verouderd motorengamma en dus een hoge gemiddelde CO2-uitstoot geldt het omgekeerde. De afbouw van de BPM pakt voor deze importeurs ongunstig uit omdat de nieuwe CO2-taks hoger uitvalt dan de BPM-korting. Merken als Dacia, Volvo, Chrysler, Saab en Land Rover verlaagden hun nettoprijzen om hun modellen niet uit de markt te prijzen.