De zes ontbrekende exemplaren uit de Jaguar E-Type Lightweight-serie worden alsnog gebouwd. Met de hand en volgens de specificaties van 50 jaar geleden. 

In 1963 startte Jaguar de productie van de Jaguar Lightweight E-Type. Er stonden achttien exemplaren op de planning maar de fabricage werd in 1964 afgebroken. Slechts twaalf 'special GT E-Type' wagens hadden toen het levenslicht gezien. Jaguar heeft nu, na ruim 50 jaar, besloten de serie af te bouwen.

Dat gebeurt met de hand, volgens de originele specificaties. Die schrijven onder meer een monocoque, bodypanelen, hardtop en 'dry sump' 3,8 liter XK-motor met injectie voor, allemaal van aluminium gemaakt. Door dit lichtgewicht metaal toe te passen in plaats van staal bespaarde men indertijd 114 kg, hetgeen natuurlijk ten goede kwam aan de prestaties. 

Indertijd fungeerden de Lightweights als sportwagens. Coureur Briggs Cunningham reed er bijvoorbeeld een in de 24 Uur van Le Mans in 1963. In het interieur werd daarom zoveel mogelijk weggelaten. De uiteindelijke specificaties verschilden echter van auto tot auto. 

De nieuwe exemplaren krijgen de chassisnummers die gedurende al die 50 jaar voor de E-Type Lightweight gereserveerd zijn. Later deze zomer maken de eerste afgebouwde exemplaren hun debuut. Bekende Jaguar-verzamelaars krijgen als eerste de optie om er een te kopen. Het merk vertelt er niet bij voor hoeveel maar naar verwachting gaat elk exemplaar ruim een miljoen euro kosten. Er gaan naar verwachting dan ook zevenduizend productie-uren in zitten.