Toyota Mirai

Autofabrikanten en energiemaatschappijen willen via het nieuw opgerichte Hydrogen Council de uitrol van waterstofauto’s versnellen. De ambities lijken bescheiden, maar zijn het niet.

Waterstof gaat de komende 10 jaar nog geen grote rol spelen. Dat blijkt uit de doelstellingen die het Hydrogen Council heeft opgesteld. BMW, Honda, Hyundai, Mercedes-Benz en Toyota hebben samen met energiemaatschappijen en waterstofleveranciers een platform opgericht om de uitrol van waterstof te versnellen. Ze willen dat er de komende jaren flink geïnvesteerd wordt in waterstof en gaan dat zelf ook doen, om een basis neer te leggen voor de toekomst. 

Het Hydrogen Council gaat met beleidsmakers, agentschappen en bedrijven om tafel om de uitrol te versnellen. Dat moet grofweg gebeuren op drie onderdelen: de productie, het netwerk en de producten.

Het opwekken van waterstof moet niet alleen op grotere schaal gebeuren, maar ook milieuvriendelijker. Nu kost de productie nog veel energie, met veel CO2-uitstoot tot gevolg. Het netwerk heeft uitbreiding nodig, de energiebedrijven mikken op zo’n duizend waterstofstations wereldwijd. Dat lijkt niet veel, maar zijn er wel bijna vier zoveel als nu. Het Hydrogen Council wil met overheden tot duidelijke doelstellingen komen om de uitrol van het netwerk te versnellen. In een rapport wijst het platform erop dat er goede initiatieven zijn in Duitsland en California, maar dat er nog heel hard gewerkt moet worden om dat ook in andere landen voor elkaar te krijgen. Waaronder in Nederland, waar ondanks de goede intenties de uitbreiding van het waterstofnetwerk maar niet van de grond komt.

Zonder stations geen auto’s en andersom, het is het bekende kip-ei-verhaal. De vijf fabrikanten streven ernaar om in 2020 tien modellen op de weg te hebben. Nu zijn dat er wereldwijd nog vier, waarvan er twee in Nederland te koop zijn: de Hyundai ix35 Fuel Cell en de Toyota Mirai. Daarnaast moet de prijs van de brandstofcel die wordt gebruikt in waterstofauto's in 8 jaar tijd met 90 procent omlaag.