Als deze week in Las Vegas de deuren openen van de CES-elektronicabeurs, presenteren Toyota en Lexus er hun nieuwe zelfrijdende testauto, gebaseerd op de Lexus LS 500h.  

Voor de ontwikkeling van autonome auto's gebruikte de Toyota Groep tot nu toe de inmiddels vervangen generatie LS van dochtermerk Lexus. Deze week onthullen Toyota en Lexus de nieuwe, vierde lichting autonome testauto 'P4' op basis van de nieuwe LS 500h. Uiteindelijk wil Toyota z'n zelfrijdende productieauto tijdens de Olympische Spelen van 2020 laten debuteren. 

De ontwikkeling gaat twee kanten uit. Aan de ene kant moet de P4 volledig zelf kunnen rijden, onder allerlei omstandigheden. Dat vraagt om techniek - die Toyota 'Chauffeur' noemt - waarbij inzittenden geen enkele rol spelen. De andere snufjes, onder de noemer 'Guardian' ofwel bewaker - zijn er om menselijke bestuurders te ondersteunen. Deze systemen 'werken mét mensen, om hen supermens te maken', aldus Toyota. 

Concreet zijn er diverse (onder meer warmtebeeld-)camera's toegevoegd, extra sensoren en nieuwe chiptechnologie. Het radarsysteem is verbeterd om de auto rondom van dichtbij te kunnen zien. En de P4 beschikt over fors meer rekenkracht dan z'n voorganger. Dit werkt door in vlottere reacties van de auto, maar maakt ook mogelijk dat verschillende algoritmen parallel aan elkaar het leerproces versnellen.

Toyota en Lexus hebben niet alleen de techniek vernieuwd, ook de ontwerpers zijn aan het werk gezet. Dat heeft er bijvoorbeeld in geresulteerd dat de technologie is verhuisd vanuit de kofferbak, die nu de normale bagageruimte biedt. De slimmigheden zitten nu verstopt vertikaal in de stoelen achterin. Inspiratie voor de daklaag waarin alle sensoren verwerkt ziin vonden de designers in science fiction. Buiten werking zijn de Lidar, camera's enzovoort niet langer zichtbaar. De Lexus LS 'P4' debuteert deze week op elektronicabeurs CES in Las Vegas.