Eigenlijk zegt de pay-off van de nieuwe Toyota Yaris alles: ‘Minstens zo goed als de vorige’. In deze ogenschijnlijk zelfverzekerde reclamekreet schuilt een zekere bescheidenheid. Alsof Toyota zich erbij neer zou leggen dat het nieuwe model net zo goed is als de vorige Yaris. Natuurlijk niet, maar bescheidenheid is verweven met de Japanse cultuur. Bescheiden. Het is een woord dat op het eerste oog bij de nieuwe Yaris past. Of dat terecht is moet deze test met de 1.3 VVT-i Dynamic uitwijzen.

Het straalt er niet vanaf. Zelfs met deze opvallende donkerrode kleur en donkere 16 inch wielen is de nieuwe Toyota Yaris geen opvallende auto. Hij gaat naadloos op in het straatbeeld, zeker als je de kleur grijs of zwart aankruist op het bestelformulier. De Yaris is niet gemaakt om mee op te vallen. Daar is niets mis mee maar een iets meer verfrissend ontwerp – zoals Toyota met de eerste generatie Yaris liet zien – zou leuk zijn geweest. De compacte hatchback moet niets hebben van hippe led-verlichting, hoewel (niet al te fraai geplaatste) led-dagrijverlichting op de accessoirelijst is te vinden. Prettige bijkomstigheid van dit onopvallende ontwerp is dat je niemand voor het hoofd stoot.

Klokken voor je neus

Het interieur is origineler van vorm dan de buitenzijde, hoewel de kenmerkende digitale tellerkast in het midden is verdwenen. De nieuwe Yaris heeft ‘gewoon’ analoge klokken die ‘gewoon’ voor je neus zitten. Voor de afleesbaarheid wel zo prettig. Een grote ‘balk’ die vanaf het midden naar rechts loopt biedt plaats aan het nieuwe Toyota Touch-systeem. Dit aanraakscherm heeft tal van functies en is voor zo’n 500 tot 600 euro – afhankelijk van de uitvoering – uit te breiden tot volledig navigatiesysteem. Op de basisuitvoering Comfort na hebben alle Yarissen Toyota Touch aan boord, een leuke meerwaarde.

Alsof Toyota zich erbij neer zou leggen dat het nieuwe model net zo goed is als de vorige Yaris. Natuurlijk niet.

Het interieur oogt verder keurig, zonder echt uit te blinken. De lichtgrijze kunststof op de portieren en rondom het aanraakscherm is het enige materiaal dat enigszins zacht aanvoelt, hoewel de kleur en structuur wel wat detoneren met de rest van het dashboard. Aan de bovenzijde gebruikt Toyota een leuk uitziende kunststofsoort, die bij een bepaalde lichtinval een metallic-achtige gloed afgeeft. Al met al een prima mix maar de meeste Europese concurrenten zitten op een hoger niveau qua kwaliteitsbeleving.

De bediening van de meeste functies spreekt voor zich, hoewel het aanraakscherm soms wat traag reageert. Alle bedieningselementen zijn prettig hoog geplaatst zodat je niet snel misgrijpt. Dat doe je wel als het donker is, de schakelaars op het stuur en de knoppen van de raambediening zijn namelijk niet verlicht. Die van de spiegelverstelling ook niet maar die knoppen stammen zo te zien uit 1980 – in de Starlet deed men daar nog niet aan.

Niet op de bok

Deze Dynamic-uitvoering is voorzien van een sportief ogend stuurtje en fraaie stoelen met deels lederen bekleding – dat laatste is een optie van slechts 595 euro en dan krijg je ook nog privacy glass achter. De stoelen zijn ietwat hoog geplaatst maar je zit niet op de bok, zoals bij de vorige generaties Yaris. Wel is de verstelling van het stuur te beperkt, waardoor het stuurwiel – zelfs als de stoel in de laagste stand staat – ‘op schoot’ ligt. Dat is jammer en onnodig want verder biedt de Yaris veel ruimte. Vooral op de achterbank is er opvallend veel plaats, een bestuurder met een lengte tot 1,90 meter kan ‘achter zichzelf’ zitten. De hoofdruimte is uiteindelijk de beperkende factor maar voor een auto in dit segment heeft de Yaris de zaken goed voor elkaar. Over een bagageruimte met 347 liter inhoud hoor je me evenmin klagen. De achterbankleuning kan omlaag voor meer ruimte maar een vlakke laadvloer krijg je dan helaas niet.

De Yaris is minimaal ‘net zo goed als de vorige’. Op veel gebieden ook beter.

De geteste auto is een Yaris Dynamic. Deze uitvoering heeft – in tegenstelling tot de andere modellen – een sportonderstel en een directere besturing. Laat ik met de deur in huis vallen: dat is te merken. Deze Yaris stuurt gewoon leuk. Hoewel wat aan de lichte kant, wel lekker direct en bovendien niet te kunstmatig. Dat past helemaal bij het onderstel. Het woord ‘overhellen’ is voor de Yaris Dynamic nauwelijks van toepassing en het weggedrag is stabiel en voorspelbaar. Als je de bocht induikt dan zet de auto zich een klein beetje en daarna blijft de koets stabiel. De Yaris laat zich met speels gemak door bochten heen jagen. De enige beperkingen zijn die van de banden en de zijdelingse steun van de stoelen. Verder kun je het aardig bont maken en verrassend hoge bochtsnelheden bereiken. Een keerzijde is er ook. De demping is erg hard, vooral bij drempels en korte hobbels heb je hier last van. Hoewel de voordelen duidelijk zijn is Toyota hier een klein beetje doorgeschoten.

Het woord ‘overhellen’ is voor de Yaris Dynamic nauwelijks van toepassing en het weggedrag is stabiel en voorspelbaar

Bij een sportief sturend autootje verwacht je een dito motor en versnellingsbak. Om met die laatste te beginnen: de enorme lengte van de pook belooft weinig goeds maar de Yaris schakelt verrassend goed, met korte schakelwegen. Over de koppeling ben ik minder te spreken, je voelt het aangrijpingspunt slecht aan en bovendien is de koppeling nogal gevoelig – een afslaande motor is het gevolg. Een kwestie van wennen, maar toch. 

Voldoende vlot

De motor is een oude bekende. Naast de wegenbelastingvrije 1.0 levert Toyota in de Yaris de hier geteste 1.3 VVT-i benzinemotor met 99 pk. Sportief is niet het juiste woord voor deze krachtbron maar ‘voldoende vlot’ is de Yaris wel. Het is een ‘klassieke’ zestienklepper dus om het maximale eruit te halen moet je het blok flink in de toeren jagen. Dat doet ‘ie gewillig maar hij produceert wel een wat rauw en blikkerig geluid. Bij 6.000 tpm komt het maximale vermogen vrij, vanaf zo’n 4.500 tpm heb je het gevoel dat de 1.3 eraan begint te trekken. Het is daarna snel over, want de toerenbegrenzer grijpt bij 6.250 tpm in. Als het allemaal niet zo snel hoeft te gaan dan is het prettig om te weten dat je met deze motor ook prima meekomt als je niet tot 6.000 tpm doortrekt.

Het brandstofverbruik blijft gedurende de testperiode steken op 7,2 l/100 km, gelijk aan 1 op 13,8. Dat is niet echt zuinig maar als je het rustig aan doet dan zit er nog wel een beter cijfer in. Over cijfers gesproken: de Yaris is vriendelijk geprijsd. De vanafprijs bedraagt een alleszins redelijke 10.990 euro, voor de wegenbelastingvrije 1.0 Comfort. De hier geteste uitvoering kost exact 9.000 euro meer, maar dan heb je nog maar weinig te wensen over. Op de optielijst staan alleen nog een panoramisch dak, volledig lederen bekleding en stoelverwarming.

De Yaris in Dynamic-uitvoering verrast met z’n dynamische rij-eigenschappen. Of dat past bij een auto als de Yaris laat ik in het midden maar Toyota biedt in ieder geval de keus. De Japanners tonen daarmee aan dat ze wel degelijk pretenties hebben, hoewel het Dynamic-onderstel voor 90 procent van de kopers te hard zal zijn. De Yaris is zoals Toyota zelf al zegt en zoals je mag verwachten minimaal ‘net zo goed als de vorige’. Op veel gebieden ook beter: hij is ruimer, moderner en dynamischer. Maar wel minstens zo bescheiden.