De komst van de BMW X1 roept veel vragen op. Hij ziet er beter uit dan de X3, is praktischer dan de 1-serie en goedkoper dan de 3-serie Touring. De X1 lijkt te voldoen aan een ideaalbeeld: het beste van meerdere modellen in een auto. Dat lijkt verdacht veel op broedermoord. Om de verwarring compleet te maken: de X1 heeft een Europese typegoedkeuring in de categorie touring/sedan. Wat is de X1 nu eigenlijk?

BMW is de laatste tijd lekker bezig met het introduceren van crossover-modellen. Eerst kwam de X6, toen de 5-serie GT en nu de X1. De naam doet vermoeden dat je de X1 als het kleine broertje van de X3 moet zien – en dat klopt. Alleen is de X1 moderner en fraaier dan z’n broer en bovendien bijna net zo groot, in de lengte scheelt het slechts acht centimeter.

Gewoon een SUV

Alle crossover-verhalen ten spijt: hier staat gewoon een SUV. De zwarte en aluminiumkleurige beschermingsplaten bij de voor- en achterbumper, de dikke dorpels, wielkastbeschermers en de grote zijspiegels laten hierover geen misverstand bestaan. De X1 heeft een zeer herkenbaar uiterlijk zonder vernieuwend te zijn. De herkenbare koplampen met oplichtende ringen doemen overdag en ’s nachts dreigend op in de achteruitkijkspiegel van je voorligger. En als je eenmaal bent gepasseerd dan ziet diezelfde weggebruiker fraaie en herkenbare achterlichten aan de horizon verdwijnen. Een speciale vermelding verdienen de mooie 18 inch lichtmetalen wielen onder de testauto.

Als je plaats neemt achter het stuur dan zie je dat ook hier alle bekende BMW ingrediënten aanwezig zijn. Een fijne zitpositie heb je zo gevonden met de uitgebreide instelmogelijkheden. De – optionele – met leder beklede sportstoelen in de testauto zitten als gegoten. Erg fijn is ook dat je de stoel laag kunt instellen zodat je bijna het gevoel hebt in een hatchback te zitten. De uitstap vergt wel wat lenigheid. Passagiers achterin hebben weinig reden tot klagen, er is genoeg hoofdruimte voor personen tot een lengte van bijna twee meter. De beenruimte is iets minder riant en de harde kunststof panelen in de ruglening van de voorstoelen zijn niet erg comfortabel voor je knieschijven.

Premiumgevoel?

Aan de testauto kleeft een prijskaartje van ruim 76.000 euro maar dat zie je er in het interieur echt niet aan af. Zelfs in deze afgeladen uitvoering zijn er nog ‘lege knoppen’. Verder oogt het dashboard opgeruimd maar daardoor ook wat ‘basic’. De harde kunststoffen onderin het dashboard en op de middentunnel helpen niet mee om het premiumgevoel te krijgen. Sterker nog, de panelen rondom de pook sluiten hier en daar niet helemaal mooi aan. Daar staat tegenover dat de bovenzijde van het dashboard met fraai en zacht aanvoelend materiaal is overtrokken. De speakers in de deuren zien eruit alsof ze achteraf gemonteerd zijn. Ze zijn onderdeel van het – overigens fantastisch klinkende – Harman/Kardon-systeem.

Over iDrive, de multifunctionele druk/draai/schuif-knop op de middentunnel, is al veel geschreven. Het systeem is inmiddels berucht hoewel de bediening van de huidige versie al een stuk eenvoudiger is. Rondom de draaiknop zijn verschillende toetsen gepositioneerd die te veel aandacht van de bestuurder eisen. Waarom zit de bediening van deze basisfuncties niet gewoon in de middenconsole? De iDrive-knop zelf is prettig te bedienen maar de menustructuur is nodeloos ingewikkeld. Dat moet echt beter kunnen. Na een tijdje zal het vast wennen maar andere merken bewijzen dat het ook simpeler kan. De begeleidende graphics op het 3.100 euro kostende navigatiesysteem zijn overigens prachtig en de routebegeleiding werkt prima, op een paar kleine missers na.

Een prijskaartje van ruim 76.000 euro maar dat zie je er in het interieur echt niet aan af

De X1 biedt genoeg ruimte voor kleine spullen in het interieur maar blinkt hierin niet uit – het is tenslotte geen MPV. De kofferbak is regelmatig van vorm en met 420 liter redelijk groot. De leuning van de achterbank kan in drie delen omlaag worden geklapt en dan ontstaat er een laadruimte van 1.350 liter. Ter vergelijking: een 3-serie Touring slikt 460 tot 1.385 liter.

Als een BMW

Het maakt bij BMW niet veel uit wat voor soort auto het merk bouwt, de rij-eigenschappen zijn vaak fantastisch. Dat gaat ook voor de X1 op. De optionele, snelheidsafhankelijke stuurbekrachtiging doet onopvallend z’n werk, de besturing wordt gelukkig nooit te licht. Wel is het stuurgevoel rond de middenstand wat vaag maar zodra je instuurt biedt de installatie veel gevoel en reageert direct op de stuurcommando’s. De BMW geeft een solide en vertrouwenwekkend gevoel. De X1 heeft een fantastische wegligging en helt nauwelijks over. Dankzij het optionele Performance Control in combinatie met vierwielaandrijving is het nagenoeg onmogelijk om de X1 uit zijn spoor te brengen. Dit systeem optimaliseert in bochten de verdeling van het motorvermogen over de wielen door gerichte ingrepen in het motormanagement en het remsysteem. Zelfs op een nat wegdek is de X1 niet van de wijs te brengen. De vering en demping zijn stevig maar nooit oncomfortabel.

De X1 heeft een fantastische wegligging en helt nauwelijks over

Het typeplaatje bij de dorpel van de testauto vermeldt 23d. Dat wil bij BMW zeggen: een 2,0 liter met twin-turbo-techniek en een vermogen van 204 pk. Het koppel van 400 Nm is misschien nog wel indrukwekkender. De maximale trekkracht is bij 2.000 tpm beschikbaar maar van een turbogat is geen sprake. Vanaf 1.500 tpm begint de motor op een indrukwekkende manier aan de X1 te trekken en dat blijft zo over bijna het gehele toerenbereik. Zelfs bij snelheden die in Nederland hoogst illegaal zijn krijg je nog een duw in de rug als je het gaspedaal vloert. Een heerlijke machine waarop maar weinig is aan te merken. Of het moet het dieselgenagel zijn dat net iets te nadrukkelijk doorklinkt na een koude start. Erg stil is de X1 trouwens niet, er dringt redelijk wat banden- en windgeluid de cockpit binnen.

De 23d is standaard voorzien van een zestraps automaat. Bij rustig optrekken vanuit stilstand blijft de bak soms iets te lang in de versnellingen hangen maar dat is dan ook een van de weinige kritiekpunten. Als je er behoefte aan hebt dan kun je ook zelf schakelen met het pookje op de middentunnel of de paddles aan het stuur. Die laatste hebben als nadeel dat ze meedraaien met het stuur, dus in de eerste de beste bocht ben je ze kwijt. Het testverbruik van de X1 23d valt met 1 op 9,9 nog best mee – de X1 weegt toch een niet misselijke 1.770 kg.

Het kan nog gekker

De BMW die ik van de importeur meekreeg zit werkelijk stampvol met opties en heeft het niet-misselijke prijskaartje van 76.276 euro. Dat is serieus veel geld voor een compacte SUV. Een bloemlezing van de opties: xenonverlichting (801 euro), uitgebreid navigatiesysteem (3.140 euro), Harman/Kardon-surroundsysteem (1.590 euro), lederen bekleding (1.937 euro), glazen panoramadak (1.803 euro) en elektrisch verstelbare voorstoelen met geheugen (1.670 euro). En het kan nog gekker want de optielijst in de fraaie brochure is lang. De X1 is er vanaf 34.950 euro voor de sDrive 18i, die overigens pas in maart verkrijgbaar is. De prijzen van de 23d starten bij 51.800 euro. Echte concurrenten heeft de X1 nog niet, het is wachten op de Audi Q3.

Wat is de X1 eigenlijk? De X1 is een prima rijdende SUV die ondanks enkele kleine minpunten meer dan genoeg toegevoegde waarde biedt. Natuurlijk gaan er klanten overstappen uit de X3, 3-serie en 1-serie dus van broedermoord is zeker sprake. Sterker nog: ik kan geen enkele reden bedenken om nog een X3 te kopen. Het is voor dat model wachten op een opvolger, die hoger gepositioneerd zal worden. De X1 is als een broertje dat alles mee lijkt te hebben maar mist daardoor misschien net dat beetje extra karakter. Het is hem vergeven.