Mitsubishi heeft de primeur. Jarenlang werd er alleen maar gepraat over elektrisch rijden maar het Japanse merk brengt de techniek als eerste massafabrikant in de praktijk. De i-MiEV bijt – samen met zijn broertjes van Peugeot en Citroën – het spits af op de Nederlandse markt. Alle eer dus voor Mitsubishi, dat deze stap nu durft te nemen. De praktijk is echter vaak weerbarstig. Ik ga met een schoon geweten op zoek naar de voordelen en knelpunten.

Op een gure januariavond sta ik in weer en wind het verlengsnoer van de oplader uit de knoop te halen. Terwijl de regen nog even aanzet plug ik snel de lader in de Mitsubishi iMiEV en ren naar binnen om de stekker in het stopcontact te steken. Als dít de toekomst is…

Gewoontes

Elektrisch rijden brengt nieuwe ‘gewoontes’ met zich mee. Leuke, zoals langs een benzinestation rijden en denken: ‘daar hoef ik lekker niet te zijn!’ Maar ook lastige, zoals het goed plannen van je reis en uitzoeken waar er oplaadmogelijkheden zijn. Zeker in de grote steden komen er steeds meer laadpunten maar je zal altijd zien: niet in de buurt waar je moet zijn. En het opladen, ja het is wat gedoe. De i-MiEV heeft niet - net als een stofzuiger - een uitrolbaar snoer maar een lader in de vorm van een soort pistool, die je moet inpluggen in de auto. Aan de andere kant van het snoer zit een stekker die je in het stopcontact steekt. Meestal nog met een verlengsnoer ertussen want het laadsnoer is erg kort. Voordat je wegrijdt moet je de hele boel weer inpakken en hopen dat niet een of andere grappenmaker de stekker uit je auto heeft gehaald. Een beveiliging tegen dit soort geintjes heeft de i-MiEV helaas niet. Als je wilt voorkomen dat de lader wordt gestolen dan moet je ‘m op de achterbank leggen en de snoeren door het achterportierraam – dat dan op een kiertje open blijft staan - naar buiten laten lopen.

Het zijn allemaal geen onoverkomelijke problemen maar ze nemen een deel van het gemak weg dat autorijden heet. Mitsubishi had best iets langer mogen nadenken over een eenvoudig laadsysteem voor de auto. Aan de andere kant: het is een kwestie van gewenning. Je moet er wat voor over hebben om ‘groen’ te rijden, nietwaar?

 Je houdt de accu-inhoud angstvallig in de gaten

Angst

Een andere drempel die je moet nemen als je elektrisch gaat rijden is kunnen leven met de beperkte actieradius en de bijkomende angst dat je ergens met een lege accu komt te staan. In het dashboard van de i-MiEV zit een digitale meter die met blokjes aangeeft hoeveel stroom er nog in de accu zit. Gelukkig is dit metertje redelijk betrouwbaar maar de auto geeft geen melding als je bijna aan de oplader moet. Eigenlijk is dit ook niet nodig want als vanzelf houd je de accu-inhoud angstvallig in de gaten. Volgens de fabrieksopgave zou de i-MiEV 150 kilometer ver moeten komen op een vol accupakket. De Mitsubishi-dealer heeft het al over 100 kilometer maar de praktijk leert dat het met 80 kilometer wel zo’n beetje is gedaan. Daarbij moet ik wel aantekenen dat er een aantal factoren zijn die de actieradius zeer sterk beïnvloeden, zoals de buitentemperatuur, het rijdrag en het gebruik van de airconditioning en verwarming.

Vooral op de snelweg loopt het metertje zichtbaar terug. Als je harder rijdt dan 100 km/u dan vreet de i-MiEV stroom. Hiermee maakt de auto al gelijk duidelijk dat de snelweg niet zijn domein is. De besturing voelt te licht en gevoelloos aan op hogere snelheden en de auto is erg zijwindgevoelig. In de stad, daar is de i-MiEV in zijn element. De korte draaicirkel van 9 meter is erg prettig en de lichte en indirecte besturing bewijst binnen de bebouwde kom zijn waarde. De vering is redelijk comfortabel maar word niet overmoedig door verkeersdrempels hard te nemen – je wordt dan getrakteerd op een flinke klap. De i-MiEV heeft niet al te lange veerwegen en de wielbasis van slechts 2,55 meter helpt ook niet erg mee.

Achterwielaandrijving

Omdat de motor achterin ligt drijft de i-MiEV de achterwielen aan. Dat wil niet zeggen dat je lekker kunt driften met het autootje, want hij heeft te weinig vermogen om overstuur op te wekken – zelfs op nat wegdek. En dus is de i-MiEV, als je de grenzen opzoekt, onderstuurd. Al redelijk vlot trouwens, omdat het 1.085 kilogram zware autootje best wil overhellen in de bocht. Nu is de i-MiEV natuurlijk niet bedoeld voor dit soort fratsen maar in het A-segment – waar de i-MiEV qua formaat in opereert – sturen de meeste concurrenten beter.

Het elektromotortje met 49 kW – omgerekend 66 pk – heeft zijn maximale vermogen paraat over een toerengebied van 2.500 tot 8.000 tpm. Het maximale koppel meet 180 Nm en is direct beschikbaar. Bij wegrijden vanuit stilstand gebeurt er niets spectaculairs. De auto is nagenoeg stil, je hoort alleen de elektromotor zachtjes zoemen. Wie wel eens met de metro reist herkent dat geluid. De i-MiEV brengt uiterst beschaafd zijn vermogen over, wielspin is niet op te wekken. De acceleratie verloopt gladjes en lineair. Dat wil niet zeggen dat de auto langzaam is, zeker in het stadsverkeer heb je gevoel iedereen te snel af te zijn. Vooral bij tussentijds accelereren – ook bij snelheden boven 80 km/u – voelt de elektro-auto vlot aan. Dat is eigenlijk ook het leukste: om je snel en geruisloos door het stadsverkeer te bewegen. Vergis je niet, de i-MiEV zit binnen tien tellen op 100 km/u vanuit stilstand. En daar hoef je verder niet veel voor te doen dankzij de traploze automaat – waarvan je overigens de handel door een soort van doolhof moet bewegen. Als je plotseling ‘gas’ geeft gaat er wel een schokje door de aandrijflijn.

Ecometer

De motor remt vrij sterk af als je het ‘gaspedaal’ los laat. Voor achterliggers kan dit verraderlijk zijn, daarom moet je als bestuurder van de i-MiEV altijd bewust zijn van het remmende effect. Via de ecometer in het dashboard zie je dat de accu’s worden bijgeladen zodra je de auto laat uitrollen. Op dit metertje is ook te zien of de motor veel of weinig elektriciteit vraagt van de accu’s. Verder valt er trouwens weinig te beleven in het instrumentarium, dat de vorm van een Mickey Mouse-hoofd heeft. Het oogt een beetje goedkoop, hoewel Mitsubishi in de brochure spreekt van een ‘hightech instrumentarium’.

Het is duidelijk te zien dat de i-MiEV al even meegaat in Japan

Eigenlijk ziet het hele interieur van de i-MiEV er een beetje goedkoop uit. Veel hard plastic, grof vormgegeven knoppen en ouderwets aandoende schakelaars: het is duidelijk te zien dat de i-MiEV – als benzineauto – al even meegaat in Japan. Ook kraakt het dashboard als je over een wat minder geplaveide weg rijdt. Mitsubishi levert geen affabriek ingebouwde radio dus in de testauto zit een aftermarket navigatiesysteem van Kenwood ingebouwd – qua bediening een draak van een systeem.

De i-MiEV is wel redelijk uitgerust, zelfs stoelverwarming is standaard. Dat is maar goed ook, want de standkachel – een elektromotor produceert niet genoeg warmte – heeft wat moeite om het interieur op temperatuur te krijgen. De stoelen krijgen helaas weinig punten: ze zijn vlak, smal en de zitting is wel erg kort. Voor langere bestuurders is dat niet prettig, zeker omdat het stuur niet verstelbaar is. Zijdelingse steun is zo goed als afwezig. Voor mensen met een breder postuur is het oppassen dat je bij het instappen niet op de gordelhouder gaat zitten. De hoofdruimte is daarentegen riant, zelfs op de achterbank. Omdat de i-MiEV met een breedte van 1,47 meter redelijk smal is heeft het merk maar twee zitplaatsen achterin gecreëerd. De bagageruimte is klein door de hoge laadvloer maar bruikbaar - en anders kun je altijd nog de achterbank neerklappen.

Pijnpunt

Het grootste pijnpunt van de i-MiEV is z’n prijs van 32.830 euro. Dat valt rationeel niet te verantwoorden, ook niet op de lange termijn. Een vergelijkbaar benzinemodel – zoals een Toyota Aygo of Fiat Panda - koop je voor zo’n 9.000 euro. Deze auto’s zijn wegenbelastingvrij en zuinig met brandstof, dus die meerprijs van bijna 24.000 euro gaat de i-MiEV nooit terugverdienen. Daar komt bij dat Nissan de veel grotere en luxere Leaf – ook elektrisch – aanbiedt voor exact 9 euro meer dan de i-MiEV. Dan is de keuze snel gemaakt, of je moet wel heel veel waarde hechten aan het wendbare formaat van de Mitsubishi. In de praktijk zullen vooral bedrijven de i-MiEV gaan inzetten - als een soort van rijdende reclamezuil.

Mitsubishi verdient een compliment: als eerste grote fabrikant komt het merk met een elektrische auto op de markt. Vanuit dat oogpunt moet je de i-MiEV dan ook beoordelen maar dat is moeilijk. Met de beperkte actieradius valt nog wel te leven zolang je het autootje vooral in de stad gebruikt. Alles in de Mitsubishi is ingericht op gebruik binnen de bebouwde kom en daar komt de elektro-auto dan ook het beste uit de verf. De elektromotor is een grote vooruitgang ten opzichte van een compacte benzinemotor: sneller, stiller, soepeler en natuurlijk schoner. Het is jammer dat Mitsubishi niet de moeite heeft genomen om de rest van de auto wat aantrekkelijker te maken, want buiten de elektrotechniek om heeft de i-MiEV weinig bijzonders te bieden. De toekomst verlangt meer dan elektrotechniek in een gedateerd jasje.