Met de nieuwe C4 neemt Citroën definitief afscheid van het eigenwijze karakter. De vorige C4 was lekker onderscheidend maar dat werd door de Europese autokopers nauwelijks gewaardeerd. Daarom vaart Citroën met het nieuwe model een meer zakelijke koers. De nieuwe C4 is meer dan ooit gericht op wat Europese klanten willen. Daarbij zijn de merkwaarden van Citroën van ondergeschikt belang. Wie nog een beetje van het ‘eigenwijze Citroën’ wil proeven zoekt zijn heil maar bij de DS-lijn. De nieuwe C4 moet, meer dan ooit, een stabiele ‘cash cow’ worden.

Been there, done that. In de directiekamers van PSA Peugeot Citroën in Parijs werd een nieuwe strategie uitgestippeld. Onderscheidende modellen op de markt brengen is prima maar er moet wel geld verdiend worden. En dus werd de nieuwe C4 ontwikkeld vanuit het oogpunt van de Europese klant. De best verkopende auto’s in het C-segment onderscheiden zich vooral met goede allround-kwaliteiten en niet met een uitblinkend ontwerp. De opdracht van de hoge bazen aan de ontwikkelafdeling was dus duidelijk.

Beetje Duits

Echte Citrofielen zijn misschien teleurgesteld bij het zien van de nieuwe C4. Een sprekende auto is het niet en evenmin erg onderscheidend. De rood-bruine lakkleur van de testauto helpt ook al niet erg. De nieuwe C4 oogt vooral zakelijk, robuust en ja, zelfs een beetje Duits. Toch zitten er best wat leuke elementen in het ontwerp, zoals de twee vouwen in de flanken die elkaar deels overlappen en de bekende ‘double chevron’ die een geheel vormt met de grille.

Wie wil er in hemelsnaam junglegeluiden horen als het knipperlicht aanstaat?

De aangename verrassing zit binnenin. Als je achter het stuur gaat zitten dan valt direct op dat de kwaliteitsbeleving er met sprongen op vooruit is gegaan. Het dashboard bestaat voor het grootste deel uit een zacht aanvoelende kunststof en de knoppenwinkel in de middenconsole ziet er voornaam uit. De diverse aluminium inzetstukken ogen en voelen daadwerkelijk als metaal. Wat hardere kunststoffen vind je op de hoge middentunnel maar echt storend is dat niet. Alles zit bijna met Duitse precisie in elkaar dus ook daar heeft Citroën een serieuze vooruitgang geboekt. Een smetje hierop is dat het grijze kunststof paneel op de middenconsole er lustig op los kraakt. Het materiaal is erg gevoelig voor temperatuurwisselingen.

Veel knoppen

Het knoppenwoud op de middenconsole en het stuur oogt serieus maar het is niet direct duidelijk waar alle knoppen voor dienen. Zo zitten er op het stuur niet minder dan vier draaiwielen, die bovendien niet verlicht zijn in het donker. Zo zit je regelmatig aan het verkeerde draaiwiel te prutsen. Ook de twee draaiknoppen op de middenconsole zijn niet verlicht en exact gelijk van vorm - dat werkt verwarrend. Met een beetje geduld valt er best mee te leven maar ook na langere tijd zul je nog wel eens misgrijpen.

In de categorie ‘wat moet je ermee?’ heeft Citroën in de aanbieding: naar kleur instelbare displays en klokken, en instelbare geluidjes voor de knipperlichten. Vooral die laatste functie is nauwelijks serieus te noemen, wie wil er in hemelsnaam junglegeluiden horen als het knipperlicht aanstaat? Bovendien passen dit soort fratsen niet bij het nieuwe zakelijke karakter van de C4.

Nu ik toch bezig ben: de Bluetooth telefoonfunctie van de C4 is ronduit slecht. Het geluid is blikkerig, de techniek werkt zeer traag en bovendien keert het systeem na het telefoongesprek niet terug naar de radio. Die moet je dan apart weer aanzetten. Het navigatiesysteem werkt prettig maar het herberekenen van de route als je verkeerd rijdt gaat nog wel eens mis. Het systeem wil je vooral graag laten omdraaien om alsnog de voorberekende route te rijden, terwijl een nieuwe route op dat moment veel sneller is.

Genoeg ruimte

De C4 scoort punten met de vele opbergruimtes in het interieur. Er is een groot gekoeld vak in de middentunnel, het dashboardkastje – eveneens gekoeld – is ruim en dat laatste geldt ook voor de portiervakken. Eigenlijk is het gehele ruimteaanbod prima in orde. Personen met een lengte tot 1,90 meter kunnen goed ‘achter zichzelf’ plaatsnemen. De beenruimte is iets krapper bemeten dan de hoofdruimte maar voor dit segment ruim voldoende. Dat geldt helemaal voor de kofferruimte, die heeft een enorme inhoud van 408 liter en is door de regelmatige vorm goed bruikbaar. Voor meer ruimte kan de leuning van de achterbank omlaag maar een vlakke laadvloer krijg je dan niet. De geluidsisolatie in de nieuwe C4 is prima voor elkaar, hoewel het bandengeluid daardoor net iets te veel opvalt.

Terug naar de belangrijkste zitplaats: die achter het stuur. De verstelmogelijkheden zijn prima maar het zicht op een deel van de tellers wordt door het enorme stuurwiel ontnomen. En nu ik het toch over zicht heb: de forse B- en C-stijl zorgen voor een matig zicht rondom. De stoelen zijn, daar is ‘ie weer, Duits-hard maar bieden een goede ondersteuning op de juiste plaatsen. De wangen zien er stevig uit maar bij het echte bochtenwerk geven ze maar net voldoende ondersteuning.

Krachtig

Eerst maar eens de motor starten. Die komt met een rauw geratel tot leven. Gelukkig zakt dit geluid snel weg zodat je volop kunt genieten van alle positieve eigenschappen van de 112 pk sterke 1.6 HDi. Vanaf 1.500 tpm pakt de dieselkrachtbron overtuigend op - in het toerengebied tot zo’n 4.500 tpm. Hoewel 112 pk niet veel lijkt gaat de C4 er rap vandoor. Ook het koppel van 270 Nm is in cijfers niet overbemeten maar de auto voelt krachtig aan, zeker voor een ‘spaardiesel’ als deze e-HDi. Wel heeft de aandrijflijn wat moeite om het vermogen op het asfalt over te brengen, een stuiterende voortrein is het resultaat. Vooral met een nat wegdek is het raadzaam om beheerst met het gaspedaal om te gaan. En het verbruik? Dat is met 6,4 l/100 km (1 op 15,6) netjes maar gezien de brandstofbesparende features, zoals het start/stop-systeem en de EGS-versnellingsbak, beneden verwachting. Ter indicatie: de fabriekopgave is 1op 23,8. De C4 e-HDi heeft een keurig A-label en valt in de 20 procent bijtellingscategorie.

De EGS is een gerobotiseerde handbak en een doorontwikkeling van het exemplaar dat de C4 Picasso tot voor kort aan boord had. Hoewel de verbetering duidelijk voelbaar is blijft het tobben met dit soort halfautomaten. De automaatstand is niet aan te raden want het schakelen duurt lang en bovendien houdt de auto hinderlijk in. Juist bij rustig rijden, iets wat de EGS aanmoedigt, valt dit euvel op. De automaatstand heeft een zelflerend karakter maar dit maakt de techniek eerder wispelturig dan comfortabel. Met de flippers achter het stuur kun je ook zelf schakelen. Op zich werkt deze functie redelijk maar ook hier geldt dat de C4 inhoudt bij het schakelen, zij het in mindere mate. Dit kun je voorkomen door tijdens het schakelen even het gas los te laten maar dat kan toch niet de bedoeling zijn? Een ander vervelend euvel is dat de EGS geen kruipneiging heeft. Hij valt dood als je het gas lost in de eerste versnelling. Dit is behoorlijk irritant in de file, al schokkend en bokkend sukkel je voort. In de file staan is toch al geen pretje maar met deze automaat wordt het er niet beter op.

Het zicht op een deel van de tellers wordt door het enorme stuurwiel ontnomen

Waarom maakt Citroën dan toch gebruik van deze techniek? Het antwoord is simpel: de bak is redelijk eenvoudig en daardoor goedkoop te produceren. Bovendien is er wel een vorm van comfort omdat het koppelen automatisch gaat. Het grootste voordeel zit echter in de naadloze samenwerking met het start/stop-systeem. Onder de 7 km/u schakelt de motor uit, om pas weer aan te slaan als je het rempedaal loslaat. Dit systeem, dat Citroën ietwat overmoedig Micro Hybride noemt, werkt redelijk onopvallend en snel.

Duits

Het begint vervelend te worden maar ook het stuur- en weggedrag van de C4 doen Duits aan. Comfortzoekers hebben in de C4 niet veel te zoeken want de hatchback is redelijk stevig geveerd en vooral gedempt. Met name aan de achterkant staat de Citroën stevig afgesteld en dat is niet altijd prettig voor de passagiers. De C4 geeft korte oneffenheden duidelijk voelbaar door. Deze afstelling heeft positieve gevolgen voor het weggedrag van de C4. De auto geeft tijdens het rijden veel vertrouwen en heeft een volwassen wegligging. Bij het indraaien van een lange bocht moet de Citroën zich even zetten maar daarna vervolgt hij stoïcijns de ingezette koers. Pas als je echt pusht dan wil de Fransman wel wat gaan hangen. Op hogere snelheden verliest de C4 wel iets van z’n stabiliteit. Ondanks de goede wegligging doet de C4 niet echt sportief aan. Dat komt ook door de besturing, die is redelijk direct maar geeft niet veel feedback. Daar komt bij dat ‘ie in de middenstand wat doods aanvoelt. Dat is niet echt storend maar heeft wel als bijgevolg dat de besturing, met name op kruissnelheid, licht aanvoelt terwijl het daadwerkelijke insturen voldoende zwaar gaat. Wel heeft de stuurinstallatie een iets te sterk zelfcentrerend karakter, waardoor het lijkt alsof er elastiek tussen het stuur en de wielen zit.

Moordend concurrentieveld

De geteste 1.6 e-HDi Tendance is voorzien van extra’s als een navigatiesysteem en 16 inch lichtmetalen wielen. Deze opties drijven de prijs met een kleine 3.000 euro op tot 30.100 euro. Een blik op de prijslijst leert dat de C4 zich niet onderscheidt qua prijs, in dit moordende concurrentieveld liggen de prijzen dicht bij elkaar.

De nieuwe Citroën C4 wint aan kwaliteiten maar verliest aan karakter. Dat laatste is jammer want het een hoeft het ander niet uit te sluiten. Een beetje Franse flair en comfort hadden van de C4 een begeerlijkere auto gemaakt. Nu is de C4 slechts ‘one of a kind’, een van de ‘allround-modellen’ die je kunt kopen in dit segment. Daar komt bij dat er toch wel wat dingen zijn aan te merken op de C4, vooral de EGS-versnellingsbak en het bedieningsgemak kunnen beter. Voor liefhebbers van Frans comfort is het jammer maar de C4 is in alle opzichten meer dan ooit een volumeauto. De Fransen hebben goed gekeken naar de succesformules van de Ford Focus, Opel Astra en Volkswagen Golf met als gevolg dat deze Citroën Duitser dan ooit is. De vraag is of het merk met deze benadering niet zijn doel voorbij schiet. Het antwoord zal de komende jaren door de Europese autokopers worden gegeven.