Met een blik die het midden houdt tussen meewarigheid, bewondering en verbazing kijkt de bestuurder van een lease-Laguna me aan. Met enige arrogantie werp ik een blik terug en geef gas zodra het stoplicht op groen springt. Jij gaat in je Laguna op in de anonimiteit van de massa, denk ik terwijl ik een lichte glimlach niet kan onderdrukken. Ik rijd in een Nissan Cube.

Aan aandacht geen gebrek als je in een Nissan Cube door het verkeer beweegt. En dan te bedenken dat het testexemplaar onopvallend donkerbruin van kleur is. Het leukste ontwerpelement, de asymmetrische achterruit die aan een kant optisch doorloopt in de achterste zijruit, valt weg als je voor een donkere kleur kiest. Niet doen dus. Neem de lakkleur wit en je zult verbaasd staan van alle aandacht die je krijgt van medeweggebruikers.

In de basis is de Cube eigenlijk een eenvoudig getekende auto. Vraag een kleuter om een bestelbus te tekenen en hij zet het silhouet van de Cube op papier. De verbijsterende eenvoud in combinatie met brutale ontwerpgrappen maakt de Cube tot zo’n unieke verschijning. Kijk naar die stoere voorkant: eenvoudig maar opvallend. De achterlichten zijn in een soortgelijke vorm als de koplampen getekend en hebben in combinatie met de uitpuilende achterbumper nog het meest weg van een breedbekkikker met een pruillip.

Japans gordijn

Trek het portier open en je ziet: in het interieur gaat het feest vrolijk door. Een dashboard dat de vorm heeft van een jacuzzi – volgens Nissan dan – puilt uit van de talloze grappige en vaak nutteloze details. In de eerste categorie vallen de ‘golven’ in de luidsprekers, bekerhouders, stoelbekleding en in het plafond. Het grote dakraam, dat niet open kan, is fraai en dan vooral dankzij het ‘shoji’-zonnescherm dat je ervoor kunt schuiven. Dit ‘Japanse gordijn’ houdt direct zonlicht tegen maar laat wel licht door en geeft daardoor een prettige ambiance in het interieur.

Wat moet je met twaalf (!) bekerhouders?

Nutteloze details zijn er ook. Zo heeft Nissan overal in het interieur haken aangebracht waar je een zakje aan kan bevestigen. Wie gaat er nu drie tassen aan het dashboard hangen? En wat moet je met twaalf (!) bekerhouders? Of met elastiekjes aan het deurpaneel? Wel weer grappig is het tapijtje dat bovenop het dashboard ligt. Hier kun je losse spullen zoals sleutels of een telefoon neerleggen. Als je niet van plan bent om een noodstop te maken of als een beest door de bocht te gaan dan blijven je spullen nog liggen ook.

Als je even door alle bijzondere details heen kijkt en een kritische blik werpt op het dashboard dan valt er wel het een en ander op aan te merken. Alle gebruikte kunststoffen zijn hard en de verschillende delen vertonen kleurverschil. Ook een enkel rammeltje is de Cube niet vreemd en de achterdeurpanelen voelen wel heel losjes aan. Verder zie ik hier en daar schroeven en isolatiemateriaal. Geen heel schokkende zaken allemaal maar in een auto die riant de 20.000 euro-grens passeert mag het wel iets hoogwaardiger.

Aquarium

Als je plaatsneemt achter het stuur kijk je uit op een soort van miniaquarium dat het instrumentarium moet voorstellen. Het valt niet mee om een goede zitpositie te vinden, áls dat al lukt. Het stuur is alleen in hoogte verstelbaar en staat te ver weg waardoor je gedwongen wordt om rechtop te zitten. Dat heeft weer als gevolg dat je onderbenen of knieën – afhankelijk van je lengte – in aanraking komen met het harde plastic onder de stuurkolom. Je zit toch al behoorlijk op de bok, wat misschien prettig is voor kleine Japanners maar niet voor lange West-Europeanen. De vlakke en weinig ondersteuning biedende stoelen helpen ook al niet echt mee om een lekkere zithouding te krijgen. Tel daarbij op dat de pook te laag is geplaatst en je kan zelf wel concluderen dat de Cube hier geen punten scoort.


Als je plaatsneemt achter het stuur kijk je uit op een soort van miniaquarium dat het instrumentarium moet voorstellen

De kofferbak meet met de bank in de achterste stand nog maar 255 liter en heeft bovendien een flinke tildrempel. De leuning van de achterbank klap je eenvoudig omlaag door aan een koord te trekken maar een vlakke laadvloer creëer je helaas niet. Het flodderige achterzeiltje oogt wel erg armoedig. Grappig is de toegang tot de kofferbak, de Cube heeft namelijk een grote deur in plaats van een klep. Praktisch is dat niet omdat je altijd veel ruimte achter de auto nodig hebt om de deur helemaal te openen.Waar de guitige Nissan dat wel doet is met de ruimte voor de passagiers. De achterbank is verschuifbaar en biedt in de achterste stand een zee van ruimte, ook voor langere passagiers. Aan hoofdruimte is uiteraard geen gebrek in de 1,67 meter hoge Cube. De leuning is te verstellen dus vanaf de achterbank zal je geen klachten horen. Of het moet zijn dat de bank aan de zachte kant is. Door het ontbreken van een middentunnel vindt ook de middelste passagier een knappe zitplaats.

Precies goed

Rijden met de Cube is helemaal geen straf. Het sleutelloze startsysteem werkt prettig en met een druk op de startknop komt de 1.6 benzinemotor tot leven. Het is de enige krachtbron die Nissan in de Cube levert in Nederland. Dat is helemaal niet erg, de zestienklepper is precies de goede motor voor de Cube – hoewel veelrijders natuurlijk een diesel prefereren. De 1.6 benzinemotor is een soepele krachtbron die ondanks het ontbreken van een turbo nooit écht lui aanvoelt onderin. 110 pk is voldoende om de Cube vlot door het verkeer te bewegen. De Cube noteert gedurende de testperiode een gemiddeld verbruik van 1 op 12,9. Dat is voor zo’n hoge auto best een aardige score.

Achter het stuur kijk je uit op een miniaquarium dat het instrumentarium moet voorstellen

De Cube is redelijk comfortabel geveerd maar door de starre achteras wel wat stuiterig aan de achterkant. In bochten wil de hoge koets van de Cube graag overhellen maar met een beetje beleid kun je de Nissan nog best stevig een bocht insturen. De banden grijpen zich vast in het asfalt en moeten uiteindelijk lijdzaam toezien hoe de Cube door het hoge zwaartepunt onderstuurd naar de buitenkant van de bocht glijdt - en blijft glijden. Gas loslaten heeft dan niet zoveel zin meer, de hoogte werkt duidelijk in het nadeel. De Cube is dan ook niet bedoeld om op de limiet te rijden. De lichte besturing nodigt daar ook niet toe uit, bovendien is er niet veel gevoel met de voorwielen maar dat past wel bij het algehele rijkarakter. Een ander nadeel van de hoge koets is de zijwindgevoeligheid, je voelt (en hoort) de wind behoorlijk inbeuken op de Nissan. Het schakelen gaat soepel, met niet al te lange slagen. Wel produceert de bak wat mechanische geluiden en laat de achteruitversnelling zich niet altijd in één keer inleggen. De remmen functioneren probleemloos en bij een noodstop komt de auto stabiel tot stilstand.

Niet duurder

Om je te onderscheiden van de massa hoef je niet meteen diep in de buidel te tasten. De Cube ligt op hetzelfde prijsniveau als een vergelijkbare Note. Die laatste heeft wel een beduidend lagere vanafprijs omdat er ook kalere uitvoeringen en een 1.4 verkrijgbaar zijn. De Cube is altijd voorzien van een 1.6 en een rijke uitrusting. De testauto is als meest luxe ZEN uitgerust en opgetuigd met navigatiepakket, metallic lak en nog wat kleine accessoires zoals de eerder genoemde tassenhaakjes.

Zo. Nissan heeft lef getoond. Nu het publiek nog. Durf je het aan om eens gek te doen en voor de Cube te kiezen in plaats van een Nissan Note, Opel Meriva of Renault Modus? De Cube is net zo ruim, heeft vergelijkbare rij-eigenschappen en kost net zo veel als de genoemde modellen. Helaas lijkt het erop dat de Nissan te excentriek is voor ons nuchtere Nederlanders. In de eerste zes maanden na de verkoopstart staat de teller net op honderd exemplaren. Kom op, Nederland. Ik zou willen zeggen: durf! Dan sta ook jij binnenkort met een grote glimlach naast die grijze muizen voor het stoplicht.