‘Doe maar gewoon’, was jarenlang het motto dat de Opel-modellen kenmerkte. Wij Nederlanders omarmen degelijke maar saaie modellen als de Corsa, Astra en Vectra. Met de Insignia heeft Opel eindelijk een middenklasser neergezet die door mensen ‘mooi’ wordt gevonden. Hij sleepte zelfs de titel ‘Auto van het Jaar’ binnen, het is voor het eerst in lange tijd dat een Opel deze titel wint. De eerste verkoopcijfers overtreffen de verwachtingen dus niets lijkt het succes van de Insignia nog in de weg te staan.

Opel zet met de Insignia een fraaie auto neer. Mensen kijken om en tonen interesse in het nieuwe model. Ons testexemplaar was voorzien van 19 inch lichtmetaal waarmee het design nog meer kracht en aandacht krijgt. Een verademing vergeleken met zijn degelijke maar saaie voorganger, de Vectra. Hoe lang het design houdbaar is moet nog blijken als straks half leasend Nederland zichzelf een Insignia heeft aangemeten.

Onlogische bediening

De schoonheid van de Insignia zit vooral in de grote lijnen. De ‘teruglopende’ vouwen aan de zijkant en de coupé-achtige daklijn bepalen het aanzicht, het toegepaste chroom maakt samen met de fraaie indeling van de voor- en achterlichten het plaatje af.

Ook het dashboard wordt gekenmerkt door vloeiende lijnen. Opvallend is dat de middenconsole vrij schuin is geplaatst waardoor alle knoppen goed onder handbereik liggen. Dat is maar goed ook want het zijn er nogal veel en de bediening verloopt niet zo intuïtief als je zou wensen. Bovendien zitten ze nogal door elkaar, ondanks het feit dat de indeling er strak uitziet.

Hoe lang het design houdbaar is moet nog blijken als straks half leasend Nederland zichzelf een Insignia heeft aangemeten

De gebruikte materialen krijgen een ruime voldoende, vooral het bovenste deel van het dashboard voelt goed aan. De kunststof op de middenconsole en nagenoeg alle knoppen is erg gevoelig voor vingerafdrukken, die je alleen met een vochtige doek weer weg krijgt. De donkerbruine kleur kan toch al niet op veel enthousiasme rekenen maar gelukkig zijn er ook uitvoeringen met een donkergrijs dashboard. Iets wat je zelfs dan niet kan voorkomen is dat er af en toe gekraak klinkt uit het dashboard.

De zitpositie is prima in te stellen. De stoelen laten zich over een zeer grote afstand in hoogte en diepte verstellen. Zelfs met het postuur van Quasimodo vind je hier een ideale zitpositie dankzij de viervoudige lendensteun, die standaard is op het duurste uitrustingsniveau Cosmo. Er is genoeg ruimte, zowel voor de bestuurder als bijrijder. De achterpassagiers hebben meer reden tot klagen want daar is de ruimte beperkter. Ben je langer dan 1,85 dan kom je de aflopende daklijn tegen. De beenruimte is voldoende maar als je met je hoofd klem zit heb je daar weinig aan.

Voorin is de opbergruimte voldoende maar nergens is een bakje waar je even snel een telefoon of sleutels neer kan leggen. Alle opbergvakken zitten verstopt achter een klep. De bagageruimte is met 500 liter behoorlijk groot en eventueel uit te breiden door de leuningen van de achterbank omlaag te klappen. Helemaal vlak is de laadvloer nooit, de ophanging van de achterwielen steekt omhoog in de vloer.

Mensen kijken om en tonen interesse in het ontwerp van de Opel Insignia

Aardig compromis

Bij het starten gaan de tellers in het dashboard van de Insignia een keer heen en weer, dat belooft wat! De auto stelt je gelukkig niet teleur, het stuur en weggedrag van de Insignia behoren tot de top in z’n klasse. De wegligging is geweldig goed en als de 245 mm brede banden grip verliezen dan ga je echt ongehoord hard de bocht door. De besturing blijft daarbij altijd de middenweg houden tussen precisie en comfort. Met andere woorden: er zijn klasgenoten die strakker sturen maar Opel heeft een aardig compromis gevonden.

De motor daagt je behoorlijk uit om flink door te rijden, niet zo gek met 220 pk onder het rechterpedaal. De viercilinder pakt bij ieder toerental gretig op en dankzij de 6-traps automaat kom je altijd in het ideale toerengebied terecht, ergens tussen de 2.000 en 6.000 tpm. Bij 5.300 tpm levert de tweeliter z’n maximale vermogen maar de maximale trekkracht van 350 Nm is al vanaf 2.000 tpm beschikbaar. Een heerlijke machine die alleen qua geluid niet echt imponeert. Dat lijkt me dan ook de enige reden om nog voor de 2.8 V6 turbo met 260 pk te gaan.

De test-Insignia is voorzien van het 1.100 euro kostende Flexride-systeem. Dat kent drie standen - Tour, normaal en Sport - en bepaalt de mate van sportiviteit van de motor/versnellingsbak, vering en besturing. De stand Tour blijkt in de dagelijkse praktijk de fijnste. In de andere twee standen is de automaat nogal zenuwachtig en schakelt ‘ie niet altijd schokvrij. Bovendien is de vering in deze stand wat comfortabeler maar de besturing wordt ook wat indirecter. Het verschil tussen de drie standen is duidelijk waarneembaar. Bij Sport is de besturing heerlijk direct en wat zwaarder. Prettig als je even een stukje lekker wilt sturen - ook omdat de vering stijver wordt - maar de overdreven zenuwachtige automaat overtuigt minder. Gelukkig kan je instellen welke elementen, de motor/versnellingsbak, ophanging en besturing, in de sportstand geactiveerd moeten worden. Jammer is wel dat de auto de gekozen stand niet onthoudt. Elke keer als je start staat automatisch ‘Normaal’ ingeschakeld.

Adaptive Forward Lightening, dat is een hele mond vol voor de speciale koplampen van de Insignia

Heftige reacties

De automaat kwam al even ter sprake. Bij dagelijks gebruik moet je met beleid te werk om het ding soepel z’n werk te laten doen. Wanneer je dat eenmaal door hebt valt er prima mee te leven. De combinatie van een turbomotor en een enthousiaste automaat zorgt al snel voor heftige reacties. Als je sportief wilt rijden is dat geen probleem, hoewel de automaat bij volgas toch iets te lang na moet denken voordat hij tot actie overgaat - daarna herpakt hij zich snel. Dat geldt zelfs in de sportstand. De manuele modus werkt goed hoewel je die in de praktijk weinig gebruikt. Het benzineverbruik kwam tijdens de test uit op 11,6 l/100 km, oftewel 1:8,6. Voor een gunstig brandstofverbruik hoef je de 2.0 turbo niet te kopen maar dat weet je van te voren.

Adaptive Forward Lightening, dat is een hele mond vol voor de speciale koplampen van de Insignia. Het optionele AFL past de lichtbundel automatisch aan de omstandigheden aan, volgens het boekje. Het systeem kent in totaal acht standen, afhankelijk van de snelheid en weersomstandigheden. In de praktijk merk je hier weinig van, op de bochtverlichting en het automatische grootlicht na. Die laatste activeert zichzelf als er geen tegen- of voorliggers zijn en gaat automatisch weer uit als er andere weggebruikers of hevig reflecterende verkeersborden opdoemen.

Meer dan vijftig mille

De Opel Insignia die de importeur meegaf kost met alle opties 50.035 euro. De prijs van de Insignia 2.0 turbo met automaat in Cosmo-uitvoering bedraagt 41.695 euro. In de testauto komt daar nog een speciaal introductiepakket met navigatiesysteem en 19 inch wielen bij, lederen bekleding, het Flexride-systeem, AFL en nog wat kleine zaken. De instapprijs van de Insignia is 26.995 euro voor de 115 pk sterke (of zwakke?) 1.6 Edition. De prijzen van de Insignia zijn marktconform te noemen en liggen zelfs iets onder die van concurrenten als de Citroën C5 en Volkswagen Passat.

Opel heeft met de Insignia een zeer geslaagde auto op de weg gezet. Hij ziet er goed uit, rijdt prima, is voorzien van moderne snufjes en is goed geprijsd. Hij heeft al het goede van de Vectra maar dan beter en presenteert dat in een aangenaam jasje. Voor ons Nederlanders goed nieuws, want ‘doe maar gewoon’ is weer een stukje minder saai geworden.