Blazend over een kaarsrechte vierbaanssnelweg doemt een tunnel op. Zo snel als ik kan druk ik de knoppen van de raambediening in. Hop, terug naar de derde versnelling en wachten tot het donker wordt. De dimlichten springen aan, het is tijd om het gaspedaal naar de bodem te trappen. Met een hels kabaal knalt de sportwagen door de lange tunnel en kan ik een grote glimlach niet langer verbergen. Medeweggebruikers openen hun autoruiten, gooien een duim omhoog of hebben hun mobieltjes klaar staan. Aan het eind van de tunnel is er licht en gaat de auto weer op de cruisemodus. Zo, dat was lekker. Nog een kleine vijf uur rijplezier te gaan in de supercharged Lotus Evora S.

Even een update. Lotus heeft eind vorig jaar vriend en vijand verrast met een rits aan prachtige concept cars, maar dat is vooralsnog toekomstmuziek. De Lotus Evora heeft inmiddels wel een nieuwe versie gekregen en dat is deze S, die dankzij een supercharger 350 pk levert. Dat is 70 pk meer dan de standaard Evora, het koppel is met 50 Nm toegenomen tot 400. Genoeg vermogen om de Britse atleet in 4,8 seconden naar de 100 km/u te rammen. Pas bij 260 km/u op de Spartaanse klokkenset krijgt de Evora het zuur in de benen. Now we’re talking!

Je moet wel alles uit de kast halen, wil je hard gaan. Het van Toyota afkomstige blok is niet het meest heftige blok ooit en klinkt bij normaal gebruik als een verstopte stofzuiger. Als de versnellingspook van de Lotus in het vijfde of zesde verzet zit, is de fut er wel uit. Het devies is enkele tandjes terugschakelen en er vooral voor zorgen dat het toerental boven de 4.000 toeren komt, maar vergeet eveneens niet de sportknop in te drukken. De gasrespons wordt gretiger, de uitlaat klinkt harder en de dynamische stabiliteitscontrole laat meer toe. En dan, dan wordt het echt genieten. Niet alleen versnelt de Evora als een malle, hij klinkt bovendien enorm rauw. Bij 7.000 tpm is het tijd om op te schakelen, waarbij het een beetje vechten is met de versnellingspook. Deze moet met beleid en kracht bediend worden. De Evora is misschien niet de meest verfijnde automobiel, maar geeft wel een ‘old skool gevoel’ dat je nog maar weinig ziet.

Analoog

Dat merk je ook aan de besturing. De hydraulische stuurbekrachtiging zorgt ervoor dat insturen lichter gaat dan in een Elise, maar daar houdt het wel mee op. Het stuurgevoel is niet perfect, maar voelt wel heerlijk ‘echt’ aan. In dit tijdperk van elektrische stuurbekrachtigingen en andere moderne technieken is het ‘analoge’ gevoel van de Evora juist wat ‘m zo typisch Lotus maakt. En doordat de 3,5-liter V6 in het midden is geplaatst, heeft de Evora een uitstekende wegligging. De auto plakt aan het asfalt als platgestampte kauwgom op het trottoir en is nauwelijks van zijn stuk te brengen. Je moet het forceren, maar dan is ‘ie wel in een heerlijke drift te plaatsen. Het kost wat moeite en hij wil wel eens ondersturen in plaats van oversturen, maar het is mogelijk.

De Evora heeft ook een ander gezicht. Je kunt er uitstekend mee cruisen.

De Evora heeft echter ook een ander gezicht. Je er namelijk uitstekend mee cruisen. De Bilstein-dempers en Eibach-veren maken de Evora opvallend comfortabel voor een Lotus. Oké, je zit bijna op het asfalt en je linkerbeen kan nergens een rustplek vinden, maar de auto is dusdanig afgesteld dat je niet alle kanten opstuitert. De wielbasis is bijvoorbeeld al 27,5 centimeter langer dan die van de Elise en ondanks het gebruik van veel aluminium weegt de Evora een lieve 1.437 kilogram. Geen lichtgewicht dus, maar maakt dat ‘m wel stabiel. De besturing laat echter boven de 160 km/u steken vallen, voelt dan simpelweg vaag en ietwat nerveus aan.

Simpel doch chique

Dat de Evora S niet in elk opzicht een typische Lotus is, merk je als je een blik naar binnen werpt. Het interieur is rijkelijk voorzien van lichtgekleurd leder, dat het interieur flink opwaardeert. Ook de aluminium bedieningsknoppen zien er fraai uit, simpel doch chique. Als je echter beter gaat kijken, kom je toch wel wat missers tegen. Zo zijn er behoorlijk wat scheve naden te spotten en zijn de diverse dashboarddelen van een tamelijk goedkoop ogend materiaal. Maar eerlijk is eerlijk, het vele leder - waaronder ook op de prachtige en fantastisch zittende kuipstoelen - weet dat goed te verbloemen. Enorm luxe voelt het niet aan, maar fraai is het wel. Het van een aanraakscherm voorziene navigatiesysteem van Alpine is er één om gauw te vergeten. Dat soort schermen met lage resolutie en vele onduidelijke ‘knoppen’ kunnen al een tijdje niet meer.

For what it’s worth: achter de motor zit een redelijk bruikbare kofferbak van 160 liter en de test-Evora heeft zelfs nog twee zitjes achterin. Er is daar nagenoeg geen hoofdruimte, laat staan beenruimte, maar een kinderzitje moet kunnen. Als je ‘m echter als pure tweezitter bestelt, scheelt dat wel mooi even 4.400 euro. Dus leuk zo’n 2+2, maar je hebt er nauwelijks iets aan.

Het lichtgekleurd leder waardeert het interieur flink op

Laag en breed

Je koopt de Evora S natuurlijk niet om zijn praktische inzetbaarheid, maar voor het rijplezier en de looks - laten we die ook niet vergeten. Zoals een echte Lotus is de Evora S lekker laag en breed. Met zo’n dikke diffuser, centrale uitlaat, schitterende wielen en geïntegreerde achterspoiler hoef je niemand te overtuigen dat deze auto kan presteren. Ik moet wel zeggen dat niet direct het gevoel opkomt dat deze auto een kleine ton moet kosten, maar snel oogt ‘ie absoluut. En een rasechte sportwagen is niet altijd praktisch. Zo is het uitzicht naar achteren vergelijkbaar met het kijken door een brievenbus en is de dorpel enorm breed, wat het instappen niet echt makkelijk maakt. Het één komt nu eenmaal met het ander.

Niet krampachtig perfect

En dan zitten de uurtjes erop en gaat de Lotus weer terug de garage in. Het moment om goed na te denken wat deze auto eigenlijk met je doet. De Evora is er vanaf iets minder dan 77.000 euro, maar voor brute kracht moet je eigenlijk wel deze S hebben. Die kost je dan een ton of een beetje minder, afhankelijk van de vraag of je er achterzitjes bij wilt. Dat is best een mooie prijs voor een echte sportwagen. Mits je ‘m in de toeren jaagt is ‘ie echt snel en ook heerlijk schreeuwerig. De wegligging is fantastisch en hij ziet er bovendien lekker uit. Tegelijkertijd heeft de Lotus genoeg minpuntjes, waarbij je jezelf kunt afvragen of dat tegenwoordig nog nodig is. Het gevoel dat je mee terug in de tijd wordt genomen, is er één waar ik persoonlijk wel vrolijk van word. Want in deze tijd waarin zelfs supercars makkelijk te rijden zijn, verlang je wel eens naar een auto die niet krampachtig perfect is. Hulde voor Lotus.