De automatische versnellingsbak met dubbele koppeling rukt op in autoland. Twee koppelingen zorgen namelijk voor minder aandrijfverliezen, pijlsnel schakelen en een lager verbruik. Volkswagen zorgde er met de DSG voor dat deze efficiënte transmissie voor een groot publiek bereikbaar werd. Ford volgde met de PowerShift-automaat en nu heeft ook Fiat een dergelijke versnellingsbak ontwikkeld die voor dubbel plezier moet zorgen. Als TCT debuteert die automaat in de Alfa Romeo MiTo.

De Alfa Romeo MiTo is op deze site al vaker de revue gepasseerd. Hij concurreert rechtstreeks met de Citroën DS3 en is een leuk en relatief betaalbaar alternatief voor de Mini. De hier geteste uitvoering beschikt over een 1.4 turbomotor met de befaamde MultiAir-technologie. In combinatie met de TCT-transmissie moet dit garant staan voor mooie cijfers. Zowel het verbruik als de prestaties gaan er ten opzichte van de handgeschakelde versie op vooruit. De 0-100 km/u tijd is 0,2 seconden sneller, terwijl het verbruik 0,1 l/100 km lager ligt.

Voor de 1.600 euro extra investering die de TCT-bak vergt, hoef je in elk geval niet meer zelf te schakelen. Het kan wel, maar dat moet je niet willen. Opschakelen middels de achter het stuurwiel gefixeerde flippers gaat met een vertraging, maar bij terugschakelen reageert de bak wel meteen. Schakelen met de pook kan ook. Daarbij verdient het een positieve vermelding dat Alfa Romeo net als Porsche en BMW de '-' naar voren en de '+' achterwaarts heeft geplaatst. Zo is het in de racerij ook, maar je ziet het in straatauto's vaak andersom. Laat je de automaat in ‘Drive’ staan, dan hangt het schakelgedrag af van de stand van de bekende DNA-knop, waarmee je het rijkarakter kunt veranderen. Aangezien deze MiTo met een klein turbogat kampt en de gasrespons in ‘Normal’ en ‘All Weather’ onnatuurlijk traag aanvoelt, zul je bij aanvang van iedere rit al gauw geneigd zijn de DNA-knop in ‘Dynamic’ te duwen. Het is de fijnste stand als je van doorrijden houdt, maar soms een beetje teveel van het goede. De lome gasrespons in ‘Normal’ verandert in ‘Dynamic’ in een zenuwachtige reactie op je rechtervoet, voor een ‘sportieve’ rijervaring. De bak schakelt feilloos op en terug, maar houdt de motor onnodig op minimaal 2.000 toeren en schakelt dan laat op en vroeg terug. Leuk bij een sportief rondje op een verlaten industrieterrein, maar niet tijdens dagelijks gebruik.

Een mooi compromis tussen de lome ‘Normal’- en nerveuze ‘Dynamic’-stand ontbreekt

Voor het betere ‘gooi- en smijtwerk’ stuurt de MiTo wat te licht en onnatuurlijk, maar wel voldoende direct. De bekrachtiging van de besturing neemt in de ‘Dynamic’-stand af - en levert dus meer weerstand. Het onderstel kent een afstemming die voor verbetering vatbaar is, want rechtuit is de MiTo stoterig en in bochten beweeglijker dan prettig. De motor gromt wel lekker sportief en bij flink gassen zijn de razendsnelle schakelacties een traktatie. Nog voor het vermogen na 5.000 tpm kan inzakken, schakelt de bak over naar een volgend verzet waar een dikke 200 Nm koppel opnieuw voor de spreekwoordelijke ‘duw in de rug’ zorgt. Wanneer je het turbogat onder de 1.500 tpm gepasseerd bent, heb je in alle zes de versnellingen voldoende trekkracht. Des te vreemder is dat de motor daardoor alsnog een ruime 3.000 tpm draait op snelwegtempo, want deze moderne aandrijflijn kan makkelijk een langere overbrenging of een extra (zevende) versnelling aan.

Verbruiksvoordeel

De beloofde 1 op 18 zit er in de praktijk natuurlijk niet in, maar wie het rustig aan doet kan best mooie verbruikscijfers realiseren. Een gemiddeld testverbruik van 1 op 14,8 is best aardig te noemen en de MultiAir-techniek werpt hier zijn vruchten af. Het start/stop-systeem vormt een mooi paar met de versnellingsbak en zal iedere seconde stilstand benutten door de motor uit te schakelen. Op de lange termijn kan dat zeker wat brandstof schelen, maar het is jammer dat de motor wat te traag aanslaat als je weer wilt wegrijden. Je moet zeker niet vooraan staan bij het stoplicht als het systeem is ingeschakeld, want achterliggers kunnen dan wel eens ongeduldig worden.

TCT zonder DNA

Het is aan de ene kant logisch dat Alfa Romeo het schakelgedrag van de TCT-bak heeft gekoppeld aan de DNA-stand, maar een mooi compromis tussen de lome ‘Normal’- en nerveuze ‘Dynamic’-stand ontbreekt. Daardoor komt Fiats nieuwe versnellingsbak niet helemaal lekker uit de verf. Op de versnellingsbak zelf is weinig aan te merken. Volgas is het een transmissie die onvoelbaar en feilloos schakelt, zoals van een automaat met dubbele koppeling mag worden verwacht. In dat opzicht staat hij op hetzelfde niveau als de DSG van de Volkswagen-groep en is hij beter dan de Powershift die door Ford en Volvo wordt gebruikt. Toch kan er aan het schakelgedrag en de reactiesnelheid op de flippers nog wel wat worden verbeterd, net als aan het start/stop–systeem dat af en toe de tenen kromt. Voor de MiTo is de TCT een mooie en betaalbare aanvulling, maar voor auto’s van de Fiat-groep zonder ‘DNA’ kan het nog beter uitpakken.