De Fiat Panda is weer terug op het nest. De populairste stadsauto van Europa wordt weer op de plaats gebouwd waar hij is bedacht: Italië. Onder de rook van Napels rollen nu dagelijks honderden Panda’s van de band. Een nieuwe start voor de fabriek, voor Fiat en voor Italië. Want geloof het of niet, de nieuwe Panda staat hiervoor allemaal symbool. Lekker belangrijk misschien, maar een beetje symboliek hoort nu eenmaal bij een Italiaanse auto. Maar hoe bevalt de nieuwe Panda eigenlijk?

Als je een vierkant neemt en de hoeken afrondt dan krijg je een vorm waarmee je de basis legt voor een ontwerpthema waarop je eindeloos kunt voortborduren. Dat is dan ook precies wat de heren en dames van de ontwerpafdeling van Fiat hebben gedaan. De nieuwe Panda oogt sympathiek maar echt origineel is het ontwerp niet, Fiat borduurt nadrukkelijk voort op het vorige model. De nieuwe Panda is wat ronder en dikker, de verhoudingen zijn wat meer in balans dan bij zijn voorganger - die toch wat smal en hoog is. De Panda kijkt opgewekt uit z’n koplampen en heeft een bepaalde gunfactor. Leuk is ook de derde zijruit, die de achterportieren optisch met de achterlichten verbindt.

Vierkant stuur

Nóg leuker is het interieur. Hier vind je overal afgeronde vierkantjes: de pookknop, speakers, de knoppen van de verwarming en radio, de tellers, bekerhouders, deurgrepen en hoofdsteunen hebben die vorm. Ook zie je de zogenaamde squarcles in het plafond, op de stoelen en op de hoedenplank. Zelfs het stuur lijkt vierkant te zijn maar dat is optisch bedrog.

De figuurtjes ten spijt, het is de grote rode rand van het dashboard die de meeste aandacht opeist in de Panda. Als je niet van rood houdt dan kun je ook kiezen voor een meer neutrale kleur. Welke kleur je ook kiest, het dashboard van de Panda oogt volwassen en is origineel vormgegeven. Praktisch is het ook, je vindt overal vakjes en bakjes waar je rommel in kunt gooien. Alles is keurig afgewerkt, op de portieren vind je geen blik – zoals bij de Volkswagen Up! - en het kleine Italiaantje doet nergens armoedig aan. De Panda maakt duidelijk dat stadsauto’s geen stakkers meer zijn. De gebruikte kunststoffen zijn hard maar dat mag in dit segment. Helaas is de gekleurde rand wat krasgevoelig. Als je niets te doen hebt in de file dan biedt de Panda nog wel een leuke bezigheidstherapie: tellen hoe vaak het woord ‘Panda’ gedrukt staat boven op het dashboard en de portierpanelen.

Als je niets te doen hebt in de file dan biedt de Panda een leuke bezigheidstherapie: tellen hoe vaak het woord ‘Panda’ gedrukt staat boven op het dashboard 

Twee klokken

In de Panda heb je twee klokken voor je neus, een toerenteller is gewoon standaard - net als een volwaardige boordcomputer. Dat zie je wel eens anders in dit segment. In de luxe uitgevoerde test-Panda werken alle functies naar behoren. De Bluetooth-telefoonfunctie met spraakbediening functioneert prima, al moet je de commando’s wel duidelijk uitspreken en de logica van het systeem enigszins doorgronden. De ingebouwde TomTom-aansluiting is handig maar de houder is wel wat aan de grote kant.

Je zit in de Panda prettig hoog, zo houd je goed overzicht op wat er om de auto heen gebeurt. Nou ja, bijna dan want het zicht schuin naar achter is matig. De stoelen zijn prima maar geven weinig zijdelingse steun. Op zich geen ramp maar de Panda houdt er wel van om een beetje te hangen in de bocht. Het stuur is slechts in hoogte te verstellen maar dat verhindert niet dat je een goede zitpositie vindt. Achterin is het wat krapper. Voor een stadsauto is de ruimte oké, maar verwacht geen wonderen. De ruimte die er is zit vooral boven je hoofd, plek voor je benen is er weinig. Helemaal achterin vind je 215 liter bagageruimte, dat is minder dan de Volkswagen Up! heeft te bieden maar meer dan de Kia Picanto. Wil je meer ruimte, dan kun je de leuning van de achterbank omlaag klappen. Een vlakke laadvloer ontstaat er helaas niet.

De helft

De nieuwe Fiat Panda moet het doen met de helft van het aantal cilinders dat zijn voorganger heeft. Laat ik het maar meteen zeggen: deze TwinAir-motor gaat de Panda klanten kosten. Hoe goed de auto verder ook is, de tweecilinder doet een beetje afbreuk aan het totaalplaatje. Dat heeft vooral te maken met het totale gebrek aan beschaving onder de motorkap. Oké, ten opzichte van de Lancia Ypsilon – waarin dit blokje ook ligt – is de motor wel iets bijgeschaafd maar nog niet genoeg. Hij klinkt behoorlijk rauw als je optrekt en dreunt als je gas geeft bij lagere toerentallen, vooral onder de 2.000 tpm. Je bent constant op zoek naar het ideale toerengebied, waarin de motor minder trilt en voldoende kracht heeft. Dat laatste is niet zo’n uitdaging, want vlot is de Panda dankzij de aanwezige turbocompressor wel. Misschien is de TwinAir wel iets té fel, want de auto schiet behoorlijk onbehouwen uit de startblokken. Dat komt mede door de korte eerste versnelling. De turbo komt bij zo’n 2.000 tpm om de hoek kijken en je moet slim schakelen om niet in het turbogat te vallen. Ondergemotoriseerd ben je met 85 pk niet, ook op de snelweg heb je altijd genoeg power voorhanden. Wordt niet té enthousiast, de toerenbegrenzer maakt nog voor 6.000 tpm een eind aan de pret - terwijl het rode gedeelte van de toerenteller pas bij 6.500 begint.

Leuk is de derde zijruit, die de achterportieren met de -lichten verbindt

Als je de ecostand – die het koppel wat afknijpt – gebruikt dan is er wat meer balans in de krachtafgave. Daarom zou de turboloze 65 pk sterke versie wel eens de betere keuze kunnen zijn, zeker als je de Panda vooral in de stad gebruikt. De geteste uitvoering verbruikte gedurende de hele testperiode gemiddeld 1 op 14,9 aan benzine. Als je het start/stop-systeem consequent gebruikt, de ecostand af-en-toe inschakelt en de schakeladviezen opvolgt dan is 1 op 19 niet onmogelijk.

Manoeuvreren

De Panda rijdt verder erg gemoedelijk. Hij stuurt lekker licht, niet al te direct en de draaicirkel is klein - erg prettig in de stad. Je manoeuvreert de kleine Fiat met speels gemak door de drukke stad maar ook op de snelweg stelt ‘ie niet teleur. Tot ver boven de 130 km/u voelt het onderstel stabiel aan. Vering en demping zijn comfortabel afgesteld, de Panda verschalkt drempels zonder moeite. De kleine Fiat helt wel makkelijk over in bochten. Je kunt met de stadsauto in lange bochten best hoge snelheden bereiken maar dat moedigt hij op geen enkele manier aan - en dat hoeft ook niet. Schakelen gaat prima met de hoog geplaatste pook. De schakelwegen zijn niet te lang en duidelijk geproportioneerd.

Het koopje van de week is de Panda niet maar je krijgt er wel wat voor terug. De vanafprijs bedraagt 9.290 euro voor de uitvoering met 65 pk sterke TwinAir, de geteste Panda kost 13.390 euro en dat is toch wel een serieus bedrag. Dan heb je nog geen climate control en TomTom, bovendien moet je de spiegels handmatig verstellen. Voor de rest zit alles er wel zo’n beetje op.   

Emotie

Ik kijk nog eens naar de Panda. Hij roept sympathie op. Inspelen op je emotie, laat dat maar aan de Italianen over. Het feit is dat de Panda een heel fijne stadsauto is, met een origineel en volwassen interieur en prima rij-eigenschappen. Ik kijk nog eens en hoor tegelijkertijd het geratel van de tweecilinder. Noem het karakter of lef maar er kleven helaas meer nadelen dan voordelen aan de kleine TwinAir-motor. Bovendien is de nieuwe Panda, in tegenstelling tot zijn voorgangers, niet echt goedkoop. De cirkel is dus net niet helemaal rond – net als bij een squarcle.