Toen ze aan de andere kant van Het Kanaal hun neus nog ophaalden voor oliestokers, monteerden de Duitsers al viercilinder dieselmotoren in de Audi A6, BMW 5 Serie en Mercedes-Benz E-Klasse. De nobele eilanders moesten niets van die landbouwtechniek hebben en kwamen in de upperclass van de automobielindustrie pas laat met zelfontbranders. Inmiddels ontkomt ook de Britse elite niet meer aan downsizing en greep Jaguar de facelift van XF aan om in navolging van de concurrenten zelfs een ‘verstandsdiesel’ te introduceren.

De XF was een revelatie toen hij eind 2007 op de IAA in Frankfurt werd voorgesteld. Iedereen buitelde over elkaar heen om uit te schreeuwen hoe revolutionair anders de opvolger van de barokke S-Type was. Ian Callum had de zes maanden eerder gepresenteerde en bejubelde conceptcar C-XF nauwelijks aangepast, maar toch mankeerde er iets aan Jaguars nieuwe E-segmenter. De koplampen waren voorzien van vreemde ‘bobbels’, die de bloedmooie C-XF niet had, waardoor het neusontwerp van de productieversie nogal wat kritiek kreeg. Een krappe vier jaar later begint de XF aan zijn tweede jeugd en zijn de koplampen à la het oorspronkelijke ontwerp strakgetrokken. Nu is de neus eindelijk écht mooi, zodat de XF zijn chique lijnvoering onbegrensd uitstraalt.

En omdat schoonheid een basisprincipe van de XF is, heeft de ‘Jag’ geen ellenlange optielijst nodig om indruk te maken. Het is voor een dergelijke testauto gebruikelijk dat de aangekruiste goodies de waarde van een leuke Volkswagen Polo vertegenwoordigen, maar Jaguar vond een extra investering van acht mille voldoende om de vanaf 56.600 leverbare XF 2.2 Diesel op smaak te brengen. Een kwestie van de juiste combinatie van kleuren en wielen uitzoeken. In dit geval een prachtig paarsrood ‘Caviar’-koetswerk met beige interieur, afgemaakt door ‘Satin Rosewood’-houtfineer en multispaaks 18 inch ‘Lyra’-lichtmetaal. Alleen al het lezen van zulke benamingen is een genot.

Woodblock

Die uiterlijke verfraaiingen nemen 2.000 euro voor hun rekening, de overgebleven 6.000 euro zit in zaken als Bluetooth, parkeersensoren (vanwege het matige zicht door de achterruit aanbevelenswaardig) en een navigatiesysteem. Die 2.890 euro kostende routeplanner is zijn geld niet waard. De menustructuur is lastig te doorgronden en heeft teveel bevestigingen van je commando’s nodig. Daarenboven is de duidelijkheid van de reisinstructies voor verbetering vatbaar. In relatie tot de facelift was een modernisering wenselijk geweest, zeker omdat de rest van het dashboard een cleane opgeruimdheid kent en zich instinctief laat bedienen.

Op constante snelheid is de 2,2 liter diesel net zo stil als de rest van de auto, zonder dat je beknibbelt op prestaties

In het interieur van de XF heerst een weldadige atmosfeer. Die wordt niet alleen gedragen door de standaard met leer beklede dashboard- en deurpanelen, maar ook door het smaakvolle samenspel van aluminium en houten accenten. Een gulle geste van Jaguar om iedere XF met zulke hoogwaardige materialen te produceren, die het uitstekende gevoel voor detail en finesse onderstrepen. Getuigend van hoge klasse is in dit kader tevens het geluid van de richtingaanwijzer, die klinkt als een woodblock dat de maat van de muziek aangeeft.

Op constante snelheid is de 2,2 liter diesel net zo stil als de rest van de auto, zonder dat je beknibbelt op prestaties

De forse lengte van vijf meter heeft helaas weinig betekenis voor de achterpassagiers. Zitten de bestuurder en voorpassagier nog riant op ‘club seats’, achterin vechten hoofden en knieën met respectievelijk het dak en de voorstoelen. Voor de picknickmanden is er in de 540 liter grote kofferruimte evenveel plek als bij de concurrentie. Ook het meenemen van een dubbele golfuitrusting is geen probleem als je voor 580 euro de neerklapbare achterbank bestelt.

Uit de adelstand ontheven?

De gewetensvraag is uiteraard of de XF met de 2,2 liter metende, van PSA Peugeot Citroën en Ford geleende biturbomotor een edelman blijft. Door mechanische principes neigt een dieselende vierpitter nu eenmaal naar een rauwe loopcultuur en des te beter dat de Jaguar XF zo’n goed geïsoleerde auto is. Het starten van een Jaguar is nog immer een fascinerend schouwspel: de ‘metalen’ draaiknop van de automaat komt gedecideerd uit het middenconsole omhoog, terwijl de luchtroosters gracieus open draaien.

Na het warmrijden verdwijnt het verbrandingsgenagel welhaast onwaarneembaar naar de achtergrond en blijkt eens temeer dat de Jaguar XF in totaliteit een opvallend stille en comfortabele auto is, die op korte oneffenheden echter wat stevig gedempt kan zijn. Iedere acceleratie doet je akoestisch realiseren dat er geen zes cilinders onder de kap huizen, maar een grotere smet op een auto van dit allooi zijn de lichte vibraties die er door stoel, stuur en pedalen gaan als je het gas niet diep genoeg intrapt en de motor vanuit het onderste toerengebied accelereert.

In het interieur heerst een weldadige atmosfeer, mede door het aluminium en houten samenspel

Ontzettend laagtoerig

Omdat de aan iedere XF gekoppelde achttraps automaat het rijke koppelverloop van de motor optimaal benut, schakelt de bak niet altijd een verzet omlaag als dat voor het toerentalbereik gunstiger zou zijn. Vooral op hellingen wens je dat de motor meer toeren draait, teneinde die onaangename trillingen te voorkomen. Het betekent wel dat de 190 pk en 450 Nm meer dan voldoende zijn om de XF op een voorname wijze in gang te zetten. Nooit ontstaat er een verlangen naar meer vermogen, iets dat met een sprint van 0 naar 100 km/u in 8,5 seconden en een topsnelheid van 225 km/u ook decadent zou zijn. Schiet de power toch tekort, dan schakelt de uitmuntende transmissie onmerkbaar terug om soeverein een vrachtwagen te verschalken. Dat brandstofbesparing en efficiëntie hoog in het vaandel staan, onderschrijft het start-/stop-systeem en zie je aan de toerentellernaald. Die zakt al naar lagere toeren voordat er 1.500 tpm zijn bereikt, omdat de automaat tendeert naar vroegtijdig opschakelen.

De acht overbrengingen maken het mogelijk dat de Jaguar XF 2.2 Diesel op cruisesnelheid ontzettend weinig toeren draait. Bij een snelheid van 130 km/u zoeft de kat met 1.750 tpm voort en zelfs bij 200 km/u wijst de toerenteller een nog altijd lousy 3.000 tpm aan. Dat heeft zijn weerslag op het verbruik. Met veel snelweggebruik en zonder zuinigheidscredo reed ik 1 op 14,6. Niet slecht voor een 1,745 kilogram zware limousine. Wie even aan zijn vrienden wil laten zien wat de XF echt kan, moet zich realiseren dat de XF niet overtuigend dynamisch is. In de sportstand wordt de motor weliswaar feller op het gaspedaal, feit blijft dat de Engelsman licht stuurt en te afstandelijk en doods aanvoelt voor het aanvallen van een verlaten B-weggetje.

Raadzaam

Met de kleinste dieselmotor is de Jaguar XF 9.000 euro goedkoper dan de 240 pk sterke 3.0 V6 Diesel. Als je geen bezwaren hebt tegen het inleveren van twee cilinders, is het raadzaam om die besparing stuk te slaan op aantrekkelijke snufjes en accessoires. Tegen de aandrijflijn valt namelijk weinig in te brengen. Op constante snelheid is de 2,2 liter net zo stil als de rest van de auto, zonder dat je beknibbelt op prestaties. Een XF-koper moet leven met het onwillige navigatiesysteem en een krappe achterbank, maar bovenal een cruiser willen. Als een paal boven water staat dat de XF een pracht van een auto is, die na de facelift nog mooier werd en een onovertroffen aristocratie ademt.