Ben je op zoek naar een compacte middenklasser in de prijsklasse van 25.000 tot 30.000 euro? De keuzemogelijkheden zijn eindeloos, van een complete Volkswagen Golf tot een karig uitgeruste BMW 1 Serie. Maar omdat iedereen die keuze al maakt, wil jij wat anders. Een merk dat hier in Nederland al haast vergeten is maar bij het noemen ervan toch bepaalde associaties oproept, biedt in deze klasse een onderscheidend alternatief aan: de Caliber. Van het Amerikaanse merk Dodge. Een crossover die voor net geen 20 mille de showroom mag verlaten. Dat klinkt interessant, maar wat moeten we ons daarbij voorstellen? Dodge was toch het merk met die brullende V8–motoren, verpakt in een koetswerk van formaat containerschip? Vroeger ja, maar tijden veranderen. Tegenwoordig richt het Amerikaanse merk zich ook op compactere auto’s. We nemen de proef op de som en gaan met deze ‘baby Dodge’ richting Zwitserland.

Bij de eerste kennismaking hebben we niet het idee dat de Dodge Caliber iets te maken heeft met ‘The American Dream’. Daar is de auto te klein voor. Het voertuig is meer van ‘Europees formaat’. De koets oogt robuust en heeft door zijn flink uitgeklopte wielkasten de uitstraling van een SUV. Toch staat de Dodge te laag op zijn poten om terreinwaardig te kunnen zijn. Ondanks het overheersend ronde lijnenspel, zijn veel details hoekig van vorm. Het geheel ziet er niet onaardig uit. De Caliber onderscheidt zich duidelijk van zijn concurrenten, voor zover je die kunt bedenken.

We zijn op pad met de meest kale versie: de S. Dat is ook wel duidelijk aan het exterieur te zien, wieldeksels sieren de stalen wielen en mistlampen ontbreken in de voorbumper. Het zijn twee details die het uiterlijk van de auto wat afwaarderen. De lakkleur is ook niet de meest spannende, de Caliber oogt een stuk vlotter in een flitsende kleur in plaats van dit saaie zilvergrijs. De Dodge is in deze uitvoering een redelijk onopvallende Amerikaan.

Het hele menu graag

De plek waar Big Mac’s en ‘king size’ milkshakes regelmatig genuttigd worden, is functioneel ingedeeld. Veel vakjes, bakjes en natuurlijk gigantische bekerhouders bevestigen dat dit een echte Amerikaan is. Je kunt bij de bekende fastfoodketen het hele menu in het interieur opbergen. In het dashboardkastje vind je zelfs een aparte ruimte om vier blikjes op te bergen. Helaas bestaat het dashboard hoofdzakelijk uit harde kunststof. Dat oogt niet eens zo verkeerd, maar een ‘soft touch’-laagje zorgt over het algemeen voor een hoogwaardigere indruk.

Je kunt bij de bekende fastfoodketen het hele menu in het interieur opbergen

De geteste Caliber is nog van voor de modeljaarwijziging, waarbij het interieur lichtjes gewijzigd werd. Daarom heb ik toch nog even een bezoekje aan de dealer gebracht om een goed vergelijk te kunnen maken. Het dashboard in de vernieuwde Caliber is een stuk netter afgewerkt en de middenconsole ziet er wat moderner uit. De bedieningselementen en de middelste luchtroosters worden omlijst door een frivool felgekleurd randje, terwijl het in de testauto maar een grijze boel is.

Tijdens de trip naar het land van de Alpen hebben we ruim 2.500 kilometer afgelegd. Ondanks dat de stoelen er niet erg veelbelovend uitzien, hebben ze zich tijdens de lange ritten goed bewezen. Ze zitten bijzonder comfortabel, zoals het een echte Amerikaan betaamt. De interieurruimte is ten opzichte van bijvoorbeeld een Golf of Astra een stuk rianter. Vooral de passagiers op de achterbank hebben meer (been)ruimte. Het grootste verschil zit ’m uiteindelijk in de kofferruimte, die met 524 liter toch echt aanzienlijk groter is dan die van het Duitse duo.

Cruiser

Op de achterklep prijkt een badge met de letters ‘CRD’, wat in dit geval voor de motoraanduiding staat. De C suggereert een common rail diesel, maar niets is minder waar. Onder de kap ligt een bekend blok uit de schappen van Volkswagen. Het is de 2.0 TDI die onder andere in de Golf en de Passat gebruikt werd. Geen moderne techniek dus, maar gewoon nog die oude vertrouwde pompverstuiver. Bij de koude start laat het blok zich dan ook goed horen. Het turbogat bij dit blok is behoorlijk aanwezig, waardoor de duw in je rug tijdens het acceleren des te groter lijkt. De snelheidsbeleving is daardoor nog best aardig te noemen. Op hogere snelheden wil de Caliber er met deze motor nog lekker vandoor gaan. Na wat aandringen tikt hij zelfs 200 kilometer per uur aan op de Autobahn.

In het stadsverkeer moet je redelijk vlot schakelen om de vaart er goed in te houden. Bij het vloeren van het gaspedaal gebeurt er weinig meer dan wanneer je half gas geeft. De versnellingspook is wat hoger geplaatst en laat zich gemakkelijk en soepel in de versnellingen leggen. Het nadeel van deze karige uitvoering is dat er geen cruise control aanwezig is. Dat is toch wel een gemis tijdens zo’n lange reis. Pas wanneer deze voorziening niet op de optielijst aangekruist is merk je hoe onmisbaar deze optie is geworden. Dit heeft ook gevolgen voor het verbruik, echt zuiniger dan 1 op 16 heb ik niet gereden. Dat is toch beneden de verwachtingen, want zeker met de vele snelwegkilometers zou het toch zuiniger moeten kunnen met die oude pompverstuiver TDI.

De geteste Caliber is nog van voor de modeljaarwijziging die een stuk netter afgewerkt is

Het weggedrag is typisch Amerikaans: lekker comfortabel. De vering en demping zijn soepel afgestemd. De besturing is rond de middenstand redelijk vaag en behoorlijk sterk bekrachtigd, waardoor het sturen redelijk gevoelloos gaat. In het dagelijkse verkeer betekent dat vooral dat je ontspannen kunt rijden. Wanneer je een stevig potje gaat sturen, mist de Dodge de Europese verfijning die Astra en Golf wél hebben. De vraag is natuurlijk in hoeverre je waarde hecht aan die verfijning, want lang niet iedereen zal het opvallen. Ondanks het kleinere formaat blijft de Caliber een echte Amerikaanse cruiser, zoals ze die in de USA graag zien. Voor de duizenden kilometers die voor het tripje onder de banden doorglijden draait de Caliber zijn hand niet om. Alleen deze dieselmotor zul je aan de overkant van de plas niet zo gauw tegenkomen.

Who dares?

De vraag is of de Caliber een serieus alternatief is voor bijvoorbeeld een Golf of een Astra. In eerste instantie niet, daar is de Dodge gewoonweg niet geraffineerd genoeg voor - zowel wat betreft rijeigenschappen als afwerking. Anderzijds is deze Amerikaan erg comfortabel voor de veelrijder. Hij onderscheidt zich daarnaast met stoere looks en bovengemiddeld veel ruimte. Door zijn hogere gewicht en hoge carrosserie is hij niet echt zuinig en bovendien lawaaiig door de oude dieselmotor. Niet getreurd, ook die heeft Dodge inmiddels vervangen door een modernere CDI common rail dieselmotor van Mercedes-Benz. Wellicht dat die ‘nieuwe’ motor in combinatie met het verbeterde interieur de potentiële kopers in het C-segment net wat makkelijker over de streep kan trekken. Who dares?