Sedans zijn door het geweld van de stationwagens, hatchbacks en SUV’s bijna weggedrukt. De ‘vierdeurs’ is – zeker in het C-segment - de keuze van traditioneel ingestelde kopers geworden, al zullen sommigen deze kopersgroep als ‘suf’ of ‘burgerlijk’ karakteriseren. Niet voor niets doen steeds meer fabrikanten de kleinere sedans in de ban. Toch houdt een aantal merken zo’n auto vanwege de loyale klandizie juist in het gamma. Volkswagen is met de Jetta een schoolvoorbeeld, maar ook Ford biedt van de nieuwe Focus ‘gewoon’ weer een sedanversie aan - trouwe klanten zijn de basis van succes.

Zoals het hoort trekken deze kopers zich niets aan van wat anderen zeggen. En je kunt zeggen wat je wilt maar de Focus is een opvallend fraaie sedan. Eentje die hét argument voor een 4-deurs ten volle tentoonspreidt: hij ziet er luxe uit. Nu moet ik toegeven dat de importeur niet de eerste de beste testauto heeft samengesteld. Deze Focus is uitgevoerd als meest luxe Titanium en dat betekent een heel scala aan ‘mooimakers’. De chique champagnekleur Lunar Sky en de 15-spaaks velgen doen de rest. Dat neemt niet weg dat de Focus met z’n enorme bumpergrille en vele lijnen en vouwen in de basis een druk ontwerp heeft, maar de sedanuitvoering is dusdanig homogeen vormgegeven dat het geheel een meer dan goede indruk maakt. Van onevenwichtig design dat sedans in deze klasse wel eens kenmerkt, is bij de Focus geen sprake. Sterker nog: mensen vinden het een mooie auto en af en toe viel zelfs het woord ‘Mondeo’. Geen wonder met een lengte van ruim vier en een halve meter.

Dat verklaart ook meteen de flinke interieurruimte van de Focus. Vier volwassenen kunnen ruim zitten en achterpassagiers raken noch met hun knieën de voorstoelen, noch met hun hoofd het dak. Heel handig is dat de Focus voor alle inzittenden in bergvakken voorziet. In alle portieren bevindt zich een opbergmogelijkheid en naast de achterbank zijn aan weerszijden ook nog twee bakjes geplaatst. Het klinkt wellicht wat detaillistisch, maar het is opvallend in hoeveel auto’s je niet eens normaal een flesje water binnen handbereik kan plaatsen. De ruimte zet zich door in de kofferbak, die met 475 liter van een behoorlijk formaat is. De belading van de bagageruimte is een stuk minder riant, want de opening van de klep is erg klein en bovendien is de laaddrempel behoorlijk hoog. Een kratje pils past er maar net door. Nog een puntje van kritiek: de achterklep heeft geen handgreep en dat betekent dus vieze vingers bij het dichtdoen.

Pluim

De standaarduitrusting is met tweezone airconditioning, cruise control, lichtmetalen wielen, elektrisch bedienbare portierruiten rondom, lederen stuur en pookknop en - typisch Ford - voorruitverwarming zonder meer riant. Bovendien zijn er voor niet al te gekke meerprijzen interessante optiepakketten leverbaar. Voor 1.500 euro is er bijvoorbeeld het ‘Driver Assistent Pack’, dat allerlei veiligheidssystemen omvat. Sensoren voor de dode hoeken zijn weliswaar niet heel bijzonder, maar snelheidsbordherkenning en een systeem dat de auto bij dreigend gevaar zelf tot stilstand brengt, zijn noviteiten in deze klasse. Snelheidsborden worden feilloos herkend en weergegeven, behalve in scherpe bochten waar de verkeersborden relatief ver van de rijbaan staan. Tot het pakket behoort tevens een automatische dim- en grootlichtregelaar, maar die is soms iets te actief en heeft tot gevolg dat je het systeem gaat ‘overrulen’. Op zich niet erg, want dit soort systemen is bedoeld om de bestuurder te ondersteunen en niet om hem te vervangen. Tot slot een pluim voor het fileparkeersysteem, want dat werkt super. Zelfs relatief kleine parkeervakken zijn groot genoeg. Je hoeft slechts gas te geven en te remmen, want het stuur draait vanzelf. Van alle keren dat ik het systeem heb gebruikt, ging het niet één keer fout. Voor een keurige 750 euro is dit een nuttige investering.

Een prachtig voorbeeld van ‘downsizing’, waarbij een geblazen benzinemotor de souplesse van een dieselmotor krijgt en ook nog eens met 20 procent bijtelling te leasen is

Iets meer gewenningstijd vergt het navigatiesysteem. Niet omdat het systeem de weg niet goed wijst of onduidelijke aanwijzingen geeft. Integendeel: de kaart is prachtig en de route-indicaties zijn evident, maar de software laat zich soms lastig bedienen. Sowieso is de Focus een feest voor knopjesliefhebbers, maar de menustructuren van zowel de boordcomputer als het navigatiesysteem in combinatie met de respectievelijke bedieningselementen hebben even gewenning nodig. Dat is een kwestie van een paar weken en daarna heb je er jarenlang plezier van. Mooi detail is dat het boordcomputerscherm tussen de tellers alle info tegelijkertijd laat zien: verbruik, actieradius, gemiddelde snelheid, recent herkende snelheidsborden en of je binnen de lijnen rijdt. Mocht je trouwens te vaak buiten de lijnen rijden, dan komt er pontificaal in beeld te staan dat je moet rusten. Een bijzonder en modern gestyled dashboard heeft de nieuwe Focus trouwens: mooi in lijn met de Fiesta en behalve de op sommige plaatsen wat minder fraaie materialen is het een mooie werkplek, waarin je een prima zithouding kunt vinden.

Dit is Ford

De 1.6 EcoBoost is met zijn 150 pk en 240 Nm een uitstekende krachtbron en maakt de Focus serieus vlot. De turbo zorgt voor een constante trekkracht en doordat het koppel al bij lage toerentallen beschikbaar is, kun je schakellui rijden. Een voorbeeld: volgas accelereren bij 70 km/u in de zesde versnelling gaat zonder wanklank en de krachtsopbouw verloopt gelijkmatig. Dan merk je dat moderne turbomotoren ontzettend fijn rijden. Lekker zuinig ook, want flink doorrijden zorgt voor een verbruik van een alleszins redelijke 1 op 13, terwijl lange afstanden een brandstofconsumptie van tegen de 1 op 15 mogelijk maken. Een prachtig voorbeeld van ‘downsizing’, waarbij een geblazen benzinemotor de souplesse van een dieselmotor krijgt en ook nog eens met 20 procent bijtelling te leasen is. Het enige kritiekpuntje is dat de 1.6 EcoBoost soms net iets té sportief klinkt.

De Ford Focus is een feest voor knopjesliefhebbers

Doordat er niet alleen een comfortabele hoeveelheid aan power voorhanden is maar ook omdat de Focus een opvallend stille auto is, rijd je al gauw te hard. Je gaat met plezier door de zes versnellingen heen, want de versnellingsbak schakelt erg strak en de koppeling en het gaspedaal laten zich perfect doseren. Echt zo’n auto waarvan je denkt: “lekker!” En het wordt bij een Ford wellicht cliché, maar dat gevoel wordt door het onderstel en de besturing versterkt. Op zich een vreemde gewaarwording, want dat is niet direct wat je verwacht bij de aanblik van deze sedan. Het is knap hoe Ford telkens weer zo’n mooi onderstel weet te ontwikkelen: neutraal, veel grip en een scherpe communicatie. Dat eist wel een kleine tol in het comfort, want de Focus kan op drempels en korte hobbels stevig gedempt zijn. Voor de rest is de Focus uitstekend geschikt voor lange autoritten: hij heeft bovengemiddeld goede stoelen en is erg stil. De demping is weliswaar sportief getint, het totaalplaatje van vering en demping is prima comfortabel.

Voorkeuren

Dit is hem dan, de nieuwe Focus. Deze 4-deurs zal de verkooptopper wel niet worden, daarvoor zijn de vijfdeurs en stationwagen te populair in Nederland. Al was het alleen al vanwege de restwaarde of vanwege het praktische gemak, want de kofferruimte van de sedan is moeilijk te beladen. Deze carrosserie is daarmee een keuze voor mensen die hun eigen voorkeur op de eerste plaats zetten, want de sedan straalt een bepaalde klasse uit. De koper van een Focus krijgt standaard een uitgebalanceerd onderstel, een hoog geluidscomfort, veel ruimte en de mogelijkheden tot allerlei functionele vernuftigheden, maar daarvoor moet je wel even de weg vinden in het interieur. Gekoppeld aan de snelle en zuinige 1.6 EcoBoost is de Focus een hele goede auto, die in vergelijking met de Volkswagen Jetta een betere uitrusting en meer vermogen voor minder geld biedt.