De infrastructuur en het publiek zijn nog niet helemaal klaar voor volledig elektrische auto’s en daarom komen autofabrikanten met een tussenvorm: auto’s met een stekker én verbrandingsmotor. Zo behoren ‘bereikbibbers’ tot het verleden, want als de accu leeg is rijdt de auto op een traditionele motor verder. In het geval van de Opel Ampera betreft het een range extender, terwijl de Toyota Prius Plug-in terugvalt op Toyota’s bekende hybridetechniek. Door een theoretische CO2-uitstoot van minder dan 50 g/km komen beide auto’s in aanmerking voor nul procent bijtelling (in 2013). Een garantie voor succes op de zakelijke markt, maar welke van de twee is de beste keuze? Een confrontatie is onvermijdelijk: inpluggen maar!

Een babyblauwe Prius en een een Apple-witte Ampera strijden om de gunst van de leaserijder. Visueel is de Opel - door zijn futuristische uiterlijk en lage, gestroomlijnde koets - veel aantrekkelijker dan de Prius. Die heeft eveneens een lage luchtweerstand, maar de hoge kont vindt niet iedereen mooi. De Ampera lijkt als het ware aan het asfalt te kleven en heeft een hightech uitstraling. Met de Opel val je dan ook het meeste op, ook omdat er nog niet zoveel van rond rijden als van de Prius. De Plug-in-variant onderscheidt zich uiterlijk alleen met enkele ‘Plug-in’-logo’s en een extra tankklepje – lees: laadklepje – aan de rechterkant.

Ruimer en praktischer

In het interieur van de Ampera is Opel een beetje doorgeschoten met het creëren van een futuristische ambiance. Het dashboard bestaat grotendeels uit glimmende materialen en onder het prominente, hooggeplaatste touchscreen bevindt zich een weinig ergonomische knoppenzee. De bediening is onhandig, doordat de knoppen ‘touchscreen-achtig’ functioneren en je vaak onbedoeld de knoppen daaronder raakt. Fysieke knoppen zoals rond het aanraakscherm en de climate control van de Prius zijn gebruiksvriendelijker.

In het interieur van de Ampera is Opel een beetje doorgeschoten met het creëren van een futuristische ambiance

De binnenruimte van de Ampera valt in vergelijking met die van de Prius nogal tegen. Je kunt door de vier losse zetels één passagier minder meenemen en de hoofdruimte achterin schiet gewoonweg tekort, terwijl de beenruimte evenmin overhoudt. De bagageruimte is met 310 liter inhoud ook vrij krap en wordt bovendien afgedekt door een karig lapje stof. De vijfpersoons Prius is een stuk ruimer en praktischer, want de inzittenden vinden meer plaats voor zichzelf én hun bagage – het ‘laadruim’ is 445 liter groot. In beide auto’s heb je de mogelijkheid de achterbank in delen neer te klappen, waardoor je in combinatie met de vijfde deur de traditionele functionaliteit van een hatchback hebt.

Specialer gevoel

Hoewel de twee centimeter langere Ampera een stuk minder binnenruimte biedt, zit je daarin als bestuurder toch prettiger. De voorstoelen en zitpositie zijn in de Opel beter, omdat de zittingen van de Prius letterlijk tekort schieten en het stuurwiel niet voldoende ver naar je toe kan worden gehaald. Door de lage zit en hoge raamlijn geeft de Ampera daarnaast een ‘specialer’ en meer geborgen gevoel. In plaats van een conventionele tellerunit heeft de Opel een hoogwaardig kleurenscherm achter het stuur, waarop snelheid, accustatus, boordcomputer en wijze van aandrijving worden weergegeven.

De Prius heeft een eenvoudig monochroom display centraal bovenop het dashboard gemonteerd. Het head-up display dat op de voorruit van de Prius kan worden geprojecteerd is een goede ergonomische toevoeging, maar ook die is eenvoudig van opzet. Ook het dashboard van de Prius is futuristisch vormgegeven, maar overtreft dat van de Ampera niet qua uitstraling. Kwaliteitsindruk en afwerking van de Toyota zijn dan wel weer meer solide dan in de Opel, die eigenlijk een gerebadgede Chevrolet Volt is. Je ziet dat ze aan de overkant van de Oceaan minder veeleisend zijn als het op interieurafwerking aankomt.

Na-ijlen

De visuele indrukken van de Ampera zijn ook van toepassing op het rijden. De Opel voelt qua rijden specialer. Dit komt voornamelijk doordat de wielen altijd door de elektromotor worden aangedreven, ongeacht of deze gevoed worden door de accu of de op benzine draaiende range extender. In de Ampera is geen rechtstreekse verbinding tussen de verbrandingsmotor en wielen, terwijl de Prius zich door twee motoren laat voortbewegen. De Ampera heeft een zeer kwieke ‘stroompedaal’-respons, waardoor ‘ie zowel vanuit stilstand als op tussensprints sneller is dan de Prius.

Eenmaal rollend gaan beide plug-ins vrijwel gelijk op. De Opel heeft de beschikking over 150 pk vermogen en een koppel van 370 Nm, maar weegt met 1.632 kg ook 232 kg meer dan de 136 pk en 207 Nm sterke Prius. De Ampera geeft zijn maximale vermogen uitsluitend als er nog stroom in de accu zit, maar ook de Prius heeft beperkingen. Toyota’s Plug-in kan namelijk maar tot 100 km/u volledig elektrisch rijden, terwijl de Ampera zelfs zijn topsnelheid van 160 km/u elektrisch haalt. Bovendien slaat de Prius-verbrandingsmotor meteen aan als je flink gas geeft. Wel haalt de Prius een topsnelheid van dik 190 km/u, maar daarvoor is dus benzine nodig.

De hoge kont van de Prius vindt niet iedereen mooi.

De Ampera rijdt het lekkerst wanneer ‘ie net is opgeladen, dus zonder dat het ‘noodaggregaat’ zijn werk doet. Opel geeft na een laadtijd van 4 uur een elektrisch bereik op van 50 km, welke volgens de boordcomputer 43 km bedraagt en in de praktijk nog wel eens lager uitvalt. De Prius Plug-in zou 25 km op een acculading van 1,5 uur moeten kunnen rijden, tot een maximumsnelheid van 100 km/u. De boordcomputer geeft een range van 18,3 km aan, die in de praktijk aardig blijkt te kloppen. De verschillen beginnen zich af te tekenen wanneer de elektrische kilometers ‘verbruikt’ zijn. De 86 pk sterke 1.4 zestienklepper van de Ampera draait rustig zijn toeren, maar begint een beetje te dreunen wanneer je meer vermogen vraagt. Het motorgeluid verandert onafhankelijk van de stand van het gaspedaal, waardoor het soms voelt alsof ‘ie aan het na-ijlen is. De Prius Plug-in rijdt in grote lijnen als een conventionele Prius. Alleen de eerste elektrische kilometers verlopen emissievrij en fluisterstil, daarna volgt een harmonieus samenspel van de 99 pk sterke 1,8-liter verbrandingsmotor en een 82 pk sterke elektromotor, die samen de hybride aandrijflijn vormen.

Het uiteindelijke verbruik zal bijna volledig afhangen van je laadmogelijkheden en de lengte van je ritten.

Groter gemak

Het verschil met de gewone Prius zit hem in het gemak waarmee de Plug-in-variant elektrisch kan rijden, ook nadat de opgeladen ‘range’ is verbruikt. De lithium-ion-accu blijkt sneller en meer energie op te slaan dan de nikkelmetaalbatterij uit de reguliere Prius, want ook in de hybridemodus rijdt de Plug-in-uitvoering met een groot gemak hele stukken tot een snelheid van 70 km/u volledig elektrisch. Dit resulteert in een lager testverbruik dan de gewone Prius scoort.

Toch zal het uiteindelijke verbruik bijna volledig afhangen van je laadmogelijkheden en de lengte van je ritten. Voor ondergetekende waren de ritten lang en de laadmogelijkheden zeer beperkt. De laadpaaldichtheid is in veel steden bedroevend en niet iedere laadpaal bleek operationeel. De compatibiliteit van de Ampera met laadpalen van Essent is ook nog niet op orde. Over de gehele testperiode realiseerde ik een gemiddeld testverbruik van een keurige 1 op 19,8 voor de Prius Plug-in en een vrij teleurstellende 1 op 16,9 voor de Ampera. Dit komt met name door het forse verbruik van de range extender van de Opel, dat ongeveer 1 op 15 bedraagt. De lichtere Prius Plug-in is een stuk efficiënter, want als hybride rijdt ‘ie met het grootste gemak 1 op 20. Hoe hoger het aandeel van elektrische kilometers, hoe lager het gemiddelde verbruik. Wie laadmogelijkheden thuis en op het werk heeft, zal een stuk dichter bij de fantastische fabrieksopgaven van 1 op 47,6 voor de Prius en 1 op 83,3 voor de Ampera kunnen komen.

De Ampera heeft met zijn ruim twee keer zo grote elektrische range wel de betere kaarten in handen, maar moet daarvoor ook drie keer zo lang aan de lader (4 uur) en verbruikt bijna vier keer zoveel stroom (16 kWh) voor die afstand. Wie met volle accu’s en brandstoftank start, rijdt met de Ampera het langste elektrisch, maar verbruikt op ritten van meer dan 100 kilometer toch meer liters brandstof dan met een Prius Plug-in.

Op lange afstanden (of als je laadmogelijkheden beperkt zijn) is de Prius het meest efficiënt, maar kun je vaak en lang laden dan zal de Ampera een beter verbruik scoren. Dat ondanks zijn relatief onzuinige range extender. Overigens bieden beide plug-ins de mogelijkheid om je elektrische range te ‘bewaren’ door te kiezen voor verschillende rijmodi. In de Prius kun je wisselen tussen Hybrid Vehicle en Electric Vehicle, terwijl de Opel een ‘stand-by’ stand heeft. Wie extra energie wil regenereren met het afremmen en uitrollen, kan voor de B(erg)-versnelling van de Prius of de L-stand van de Ampera kiezen. Wie slim anticipeert, hoeft de remmen dan nauwelijks meer aan te spreken.

Qua rijplezier scoort de Ampera beter dan de Prius, want de besturing is lekker direct en de Opel heeft ondanks zijn hoge gewicht een goede wegligging. Tijdens het remmen en in enthousiaster genomen bochten voel je die kilo’s wel enigszins, maar het lage zwaartepunt van de centraal geplaatste accu’s weten dit samen met de goede onderstelbalans keurig te maskeren. Stap je over in de Prius, dan vraag je jezelf af waarom de fabrikant van de GT-86 zijn hybride geen communicatiever en directer stuurgevoel heeft meegegeven. Na de facelift zijn besturing en onderstel wel verbeterd, maar de Prius benadert niet de rijdynamiek van de Ampera.

Gewone Prius

Samengevat is de Opel Ampera de leukste van deze twee plug-ins. Hij is leuker om mee te rijden en de elektrische aandrijflijn reageert alerter op het ‘stroompedaal’. De betere zitpositie en het fijnere stuurgevoel dragen ook bij aan meer rijplezier. Toch neigt de ratio meer naar de Prius Plug-in, die meer waar voor z’n geld biedt. De Toyota is ruimer, praktischer en een stuk voordeliger in aanschaf. Het is jammer dat deze stekker-Prius zo’n beperkte elektrische range heeft, want daardoor is ‘ie alleen op langere afstanden zuiniger dan de Opel. De Ampera zou een efficiëntere range extender moeten hebben.

De vanafprijs van de Prius Plug-in bedraagt 39.645 euro, terwijl de completer uitgeruste Ampera voor niet minder dan 48.295 euro de showroom verlaat. Voor wie 0 procent bijtelt maakt die catalogusprijs misschien weinig uit, maar de auto moet wel binnen het (lease)budget passen. Voor de prijs van een Ampera heb je namelijk bijna twee conventionele (niet-inplugbare) Priussen, die bijna net zo zuinig zijn als de plug-in-variant. Die laatste mag dan minder duur zijn dan de Ampera, een meerprijs van grofweg 10.000 euro ten opizchte van de gewone Prius is best fors, hoewel je dan natuurlijk wel 14 procent bijtelling moet aftikken. Want als je lease-budget het toestaat dan kun je fiscaal niet voordeliger rijden dan met een van deze twee plug-ins. Dankzij z'n fors lagere prijs - ten opzichte van de Ampera - wint de Prius Plug-in nipt dit vergelijk maar als bijtelling niet zou meespelen dan is de keuze nog simpeler: ga voor een gewone Prius.