Eens in de zoveel tijd komt Alfa Romeo met een iconische smaakmaker. Dat gebeurde onder meer in 2007 toen de Italianen de 8C Competizione lanceerden, een vermakelijke sportwagen met Maserati-DNA en -geluid maar ook een prijskaartje van 220.000 euro. Onbereikbaar voor ‘de gewone man’ en bovendien gelimiteerd in oplage. 7 jaar later laat Alfa Romeo zien dat het fenomeen sportwagen ook kan worden gedownsized. Maak kennis met de 4C die met de helft van het vermogen, gewicht en cilinderaantal van de 8C toch evenveel rijplezier biedt. De 4C is downsizing in optima forma. En dat voor een kwart van de prijs…

Verwacht overigens geen luxe sportwagen, want voor een leeggewicht van slechts 895 kg sneuvelde het nodige comfort en gemak. Deze lichtgewicht Alfa is van top tot teen afgeslankt en overal waar mogelijk is koolstofvezel gebruikt. De 4C is zo Spartaans als de gemiddelde Lotus en met die Britse sportwagen kun je hem ook het beste vergelijken. Alleen is deze Italiaanse schoonheid zoveel mooier…

Carbon cocon

De 4C trekt net zo veel bekijks als de gemiddelde Ferrari, zeker in de metallic rode kleur van de testauto. In- en uitstappen gaat niet erg elegant, want deze sportauto is zo laag dat je bijna onder slagbomen door kunt rijden. Eenmaal plaatsgenomen in de lederen kuipjes zit je lekker geborgen, omsloten door de carbon cocon. Met lederen lussen trek je het vederlichte portier dicht, waarvan de ramen gelukkig nog wel elektrisch bedienbaar zijn. Airconditioning kun je kosteloos bijbestellen, maar voor gewichtsbesparing ook weglaten. Vloermatten bedekken de onbeklede voetenruimte en  het dashboard is eveneens vrij kaal. Een digitaal instrumentarium achter het compacte driespaaks stuurwiel zit op de plaats waar je een traditionele klokkenwinkel zou verwachten – dat was zeker ook te zwaar. Er is een (aftermarket) enkel-DIN radio met navigatie aanwezig, maar de ontvangst en het geluid zijn net zo slecht als de bediening. Het deert niet, de echte muziek komt recht achter me vandaan zodra ik de sleutel omdraai…

De 4C trekt net zo veel bekijks als de gemiddelde Ferrari

Kakafonie

Al bij de koude start word ik getrakteerd op een onstuimig rommelend uitlaatgeluid, dat qua volume het dubbele van de daadwerkelijke motorinhoud pretendeert. De middengeplaatste motor is slechts een viercilinder: de 1750 TBi heeft net zo weinig cilinderinhoud als z’n typeaanduiding suggereert. Maak je geen illusies over het krachtspotentieel, met dank aan z’n dikke turbo met variabele schoepengeometrie peurt Alfa Romeo hier probleemloos 240 pk uit en een trekkracht van 350 Nm. De bekende TCT-automaat met dubbele koppeling moet alles in goede banen leiden, indien gewenst kun je zelf schakelen met de flippers achter het stuur.

Puristen zullen de afwezigheid van een handbak wellicht betreuren en in eerdere tests overtuigde de TCT-transmissie niet altijd. Goed nieuws, in de 4C is het allemaal leuker en beter geworden. Bij het wegrijden valt op dat de auto niet ‘kruipt’ wanneer je middels één van de vier knoppen de ‘D’ inschakelt, dus je hoeft niet voortdurend de rem vast te houden bij het stoplicht. Een gedoseerde dot gas brengt de 4C in beweging. In ‘D’ is het schakelgedrag een beetje nerveus, dus voor maximale controle en schakelpret is de ‘M’(anuele)-stand het plezierigst. Het voordeel is dat je nooit ‘mis’ schakelt of de motor laat afslaan, je kunt eigenlijk niets fout doen. De flippers reageren direct genoeg op je commando’s en draaien mee met het stuur. Ze hadden eigenlijk gefixeerd moeten zijn, maar daarover verschillen de meningen. De 4C produceert een kakofonie van geluiden recht achter mij. Gegrom van de motor, gebulder uit de uitlaat, aanzuiggeluiden van de turbo en een sissende wastegate bij gas los – wat een geluidssensatie! Met je rechtervoet bespeel je de 4C als een piano, wat zeg ik? Een basgitaar. En hij gaat hard!

De Alfa Romeo 4C is zo laag dat je bijna onder slagbomen door kunt rijden.

Sluipwesp

Met launch control (vanuit stilstand met 3.500 tpm) klok ik de 4C in 4,7 tellen van 0 naar 100 km/u en 5,5 tel later staat de teller al op 160 km/u.  Het zijn prestaties waarmee je menig sportwagen op de hielen zit. Als een sluipwesp scheert de kleine Alfa met een moordend tempo over het asfalt. Wat een ongekende power en waanzinnige tussensprints. Van 50 naar 80 km/u? Knipper met je ogen: 1,4 seconden. Van 80 naar 120 km/u? Adem uit, slechts 2,6 seconden.

Natuurlijk laat je de DNA-knop altijd in ‘Dynamic’ staan voor een vurige reactie op het gaspedaal. Van een turbogat is nauwelijks sprake, gretig klimt de TBi-motor in toeren. Al bij 2.000 tpm reageert de turbomotor lekker levendig en bij 3.000 tpm gaat de beuk erin. Ver doorhalen kan ‘ie wel, maar het hoeft eigenlijk niet.  Bij 6.000 tpm levert ‘ie z’n maximale vermogen en 700 toeren later toucheer je de begrenzer – van een vermogensdip bovenin zoals in de Giulietta QV is gelukkig geen sprake meer. Toch is het zinvoller om eerder op te schakelen, wanneer de digitale toerenteller bij 5.800 tpm geel kleurt. Met een tikje tegen de rechterpeddel ramt de bak net een paar honderd toeren later naar de volgende versnelling. Het heftige motorgeluid van een hoogtoerige zes- of achtcilinder ontbreekt, maar de fenomenale trekkracht van deze viercilinderturbo maakt veel goed. Zelfs bij 80 km/u in de ‘6’ kun je nog een vlotte inhaalactie uitvoeren, terwijl ‘ie bij 120 km/u een kalme 2.500 tpm draait. Een gouden combinatie, deze opgefokte turbomotor in zo’n lichtgewicht sportwagen. Zeker als je ook even kijkt naar het verbruik. Over de laatste paar duizend kilometer reed men 1 op 13 met deze 4C, maar zelfs als je af en toe flink tekeer gaat is 1 op 10 nog goed haalbaar.

Loepzuiver

Voor dagelijks gebruik is de 4C eigenlijk niet zo geschikt. Zicht schuin naar achter heb je niet, wel een gevaarlijke grote dode hoek en een achterruit van brievenbusformaat. Op de snelweg maakt ‘ie toch redelijk wat lawaai en hoewel cruise control (250 euro) ook leverbaar is, is het gehobbel en de permanente uitlaatgrom op den duur vermoeiend. Het onderstel is overigens niet onvergeeflijk hard, maar heb je Autobahn-ambities dan moet je op hogere snelheid rekening houden met een nerveus directe besturing en een gebrekkige rechtuitstabiliteit. Het is me al gauw duidelijk: De 4C houdt niet van rechtdoor, hij wil de bocht om!

Gegrom van de motor, gebulder uit de uitlaat, aanzuiggeluiden van de turbo en een sissende wastegate bij gas los – wat een geluidssensatie!

De brede banden van de lichtmetalen wielen (18 inch voor, 19 inch achter) bijten zich vast in het asfalt en volgen nauwgezet het profiel van het wegdek, je voelt iedere richel en streep. De besturing is eerlijk en loepzuiver, want stuurbekrachtiging ontbreekt. Dat vergt enige spierkracht bij stapvoets inparkeren, maar eenmaal op snelheid is het heerlijk. Tijdens sportief bochtenwerk geeft de 4C geen krimp, zowel onder- als overstuur blijft lang uit dankzij bakken grip. Pas op een lossere of gladde ondergrond en met lomp gas geven kun je het kontje om laten komen, maar een echte driftauto is deze Alfa zeker niet. Het rijplezier haal je met name uit de messcherpe besturing en de manier waarop ‘ie zich de bocht uit katapulteert. Wat een heerlijk scheurijzer! Krijg je al zin in een lange roadtrip? Houd het bij een weekendje weg, want in de 110 liter kleine bagageruimte kun je alleen je toilettas en schone onderbroeken kwijt. Deze 4C is echt spielerei, voor d’r bij.

Betaalbaar pretpakket

Met een vanafprijs van 59.650 euro zal het niet direct storm lopen bij de Alfa Romeo-dealer, maar z’n prestaties plaatsen dat bedrag wel in een ander perspectief. Andere auto’s die in 4,5 tel van 0 naar 100 km/u sprinten kosten doorgaans de helft meer en dan lijkt deze 4C ineens een koopje. Gewichtbesparing blijkt de sleutel tot alles wat de 4C zo goed maakt: prestaties, bochtenwerk en brandstofverbruik zijn er allemaal bij gebaat. De levendige turbomotor maakt het feestje compleet met z’n onbehouwen krachtsexplosies en vermakelijke geluidsensatie. En zo is een toekomstig sportwagenicoon gedownsized naar een betaalbaar pretpakket, Alfa Romeo’s beste aanbieding van deze eeuw: de 4C.