Laat je niet misleiden: onder de wilde spoilers zit een 'gewone' Cooper. Mini Mini Mini Mini Mini Mini Mini Mini Mini Mini Alleen de uitlaat verraadt dat het hier om een Cooper gaat. Het zwevende, zwarte dak laat de Mini gestrekt ogen. Mini Mini Het 'centenbakkie' valt niet bij iedereen in de smaak. Mini Mini Ook de koplampen zijn uitgevoerd in led. Mini Mini Mini Mini Veel 'gaas' kenmerkt de JCW-achterbumper. De forse achterspoiler is onderdeel van het JCW-pakket. Mini Mini Opvallend, deze optionele 'Union Jack' achterlichten. Zelden is zo'n speels interieur zó mooi afgewerkt. De afwerking grenst aan perfectie. De achteruitrijcamera ontbeert hulplijnen - dat beperkt zijn nut. Fraaie wielen in hoogglans zwart horen bij het JCW-pakket. De guitige tellers bewegen mee met de stuurkolom. De head-up display heeft een opvallend donkere achtergrond, maar is goed afleesbaar. Opvallende, maar ook logische bedeniningselementen. Geen draaibare ring rond de pook meer: zo kies je nu de rijmodi. Pulserend rood licht richt de aandacht op de startknop. Airplane much: zelfs in het dak vind je tuimelschakelaars. Deze vlag, de Britse uiteraard, wordt sfeervol verlicht. Ronde vormen zijn hét thema in de Mini. Misschien heeft deze auto wel Britse roots... Zou 'ie Brits zijn? Het stuurwiel is vrij groot, maar ook lekker dik. Fraai gestikt, fraai gebadged. Het centrale scherm is nu aanraakgevoelig. De nieuwe automaat is zeer alert. Tuimelschakelaars, chroomomrande draaiknoppen: very British. De instap is lastig, de zit achterin helemaal niet slecht. Fraaie lederen bekleding siert de testauto. Met 211 liter is de kofferbak behoorlijk klein.

Highlights

  • Subtiel bijgepunt

  • Nieuwe automaat

  • Nóg meer details

Onder de vleugels van moeder BMW is de Mini opnieuw uitgegroeid tot icoon. Bijna iedereen is te spreken over z’n charmante uiterlijk en de laatste sceptici slaan om wanneer ze een paar bochten hebben gerond. Dat betekent niet dat ze bij Mini op hun lauweren kunnen rusten, want voorop lopen is één van de voorwaarden die hoort bij de vergaarde premiumstatus. Je herkent de nieuwkomer aan opvallende LED-achterlichten met Union Jack-patroon – een optie, uiteraard. Eén ding is in ieder geval helderder dan ooit: A Mini is British

Eigenlijk zijn de wijzigingen aan Mini’s nieuwe Cooper erg bescheiden. De motoren zijn nét iets zuiniger geworden en er is een nieuwe automaat met dubbele koppeling en zeven versnellingen. De testauto heeft die transmissie, dus we zitten vol op het nieuws. Wat deze auto nog niet heeft, maar de auto’s die je vanaf nu nieuw koopt wel: een benzine-partikelfilter om de uitstoot van fijnstof verder te beperken. Je zou er niets van moeten merken.

Bekijken

Opvallend, deze optionele 'Union Jack' achterlichten.

Laat je niet misleiden door de ontzettend ruige looks van deze testauto, het is namelijk een ‘gewone’ Cooper met 136 pk onder de kap. Dankzij het John Cooper Works-pakket (á 3.500 euro) ziet ‘ie er zelfs wilder uit dan een standaard Cooper S. Bij het optiepakket krijg je standaard de felbegeerde Union Jack-achterlichten en een opvallende onderbumper, die nogal smaakgevoelig is. Wil je deze wilde uitdossing niet, maar wél die kekke achterlampen? Dan vind je ze in de optielijst bij de ‘led-koplampen’ of als onderdeel van onder meer het Business Plus-pakket.

Zitten

De afwerking grenst aan perfectie.

Vanbinnen wordt de sportieve sfeer doorgezet met een vrij groot, maar lekker dik sportstuur dat uitgebreid verstelbaar is. De JCW-stoelen hebben een verlengbare zitting en de extra brede wangen houden je perfect op je plek bij stevig bochtenwerk, terwijl ze ook op lange ritten comfortabel blijken te zijn. De instap naar achteren is niet heel eenvoudig, maar twee personen vinden hier een alleszins redelijke plek. De bagage komt er het meest bekaaid vanaf, want met 211 liter is de kofferbak kleiner dan die van een gemiddelde stadsauto.

Bedienen

Het centrale scherm is nu aanraakgevoelig.

Hoewel je het niet ziet, is er weldegelijk iets veranderd aan de bediening. Zo is het centrale scherm nu aanraakgevoelig, waarop ook de interface is aangepast. Het werkt razendsnel en als je de soms wat onhebbelijke menustructuur begint te kennen kun je er al snel mee lezen en schrijven. Letterlijk, trouwens, want de centrale draai- en drukknop is er ook nog en die dient tevens als touchpad waarop je met je vinger karakters kunt tekenen. Dat werkt heel redelijk, al is de spraakbesturing de fijnste manier om navigatiebestemmingen in te voeren.

Rijden

Daarmee heb je de Mini nog niet geheel ontleed, want ook als afstandsrenner heeft hij capaciteiten. De wegligging is uiterst stabiel en op de snelweg ervaar je het ‘grote auto-gevoel’. Beter nog: het premium-gevoel, want je rijdt te snel zonder dat je er erg in hebt. Daarbij valt wel het grote lawaai-aandeel van de banden op, dat bij nagenoeg elke snelheid overheerst.

De gretige driecilinder is de fijnste motor die je in deze auto kunt krijgen.

Een Mini kopen voor alleen de looks is zonde, want hij rijdt misschien nog wel leuker dan ‘ie eruit ziet. Na de eerste bocht weet je al dat ‘ie lekker zwaar en stevig stuurt, nauwelijks overhelt en vooral zin heeft om nog harder te gaan. Dat kan ‘ie dan ook gemakkelijk, en als de gripgrens toch in zicht komt glijdt de auto beheersbaar weg over de voorwielen. De Cooper nodigt je uit om zijn grenzen te verkennen op een veilige manier - een mooie eigenschap.

Wanneer je net lekker doorrijdt merk je al snel dat de cameragestuurde adaptieve cruise control niet werkt boven de 140 km/u. Wil je sneller cruisen, dan moet je het adaptieve gedeelte handmatig uitschakelen. De cruise control deactiveert zichzelf overigens ook bij snelheden beneden de 20 km/u, waarna je zelf het laatste stukje moet remmen. Gebruikelijke veiligheidssystemen als dodehoekdetectie of een rijstrookassistent zijn op de Mini niet leverbaar. Op het gebied van zélf sturen is de vernieuwde Mini dus zonder meer geslaagd, op het gebied van veiligheidsverhogende rij-assistentie (nog) niet.

De nieuwe automaat is zeer alert.

Ik heb heel bewust voor de Cooper-uitvoering gekozen voor  deze test. De gretige 136 pk sterke driecilinder is, als je het mij vraagt, de fijnste motor die je in deze auto kunt krijgen. De Cooper S is weliswaar 56 pk sterker, maar eigenlijk alweer te rap om z’n potentieel op de openbare weg te benutten. De Cooper is dus in veel gevallen de beste keuze als het een Mini moet zijn, zeker ook omdat het testverbruik na bijna 1.000 sportieve kilometers een gunstige 1 op 12,9 bedraagt.

De nieuwe zeventrapsautomaat past de Mini goed, met zijn soepele en toch razendsnelle schakelacties. Vlot wegrijden vanuit stilstand doet hij soms wat weifelachtig, maar tijdens het rijden is de techniek bijzonder alert en luistert goed naar je rechtervoet. En toch, hoewel de automaat bijna altijd doet wat je van ‘m verlangt, zouden schakelflippers aan het stuur een goede toevoeging zijn. Deze zijn voorbehouden aan de Cooper S en Cooper SD.

Alleen de uitlaat verraadt dat het hier om een Cooper gaat.

Betalen

Hoewel de instapprijs van een Mini One First met 22.490 euro best schappelijk is, is wel duidelijk dat je er dan nog lang niet bent. Met 75 pk doe je de rij-eigenschappen tekort, wat misschien ook wel geldt voor de 102 pk sterke One. Vanaf 25.990 euro stap je in een Cooper, waarna de optielijst lonkt. Pakketten met de smakelijkste opties kosten al snel enkele duizenden euro’s, waardoor een Cooper zich niet eenvoudig beneden de 30.000 euro-grens laat houden.

De afgeladen testauto maakt het met zijn prijskaartje wel heel bont, want dat vermeldt een straffe 41.886 euro. Toch, en dat is een prestatie, laat de Mini-koper zich hierdoor niet weerhouden. Kijk maar eens naar hoeveel ‘dikke’ Mini’s er rondrijden! Het helpt wel dat de (zakelijke) leaseprijzen ruwweg op hetzelfde niveau liggen als die van leaselieveling Volkswagen Golf. Een driedeurs Mini One First privé leasen kan vanaf 325 euro, een Cooper kost minimaal 432 euro per maand.  

Conclusie

Het zwevende, zwarte dak laat de Mini gestrekt ogen.

De vernieuwde Mini brengt leuke nieuwe details, waarvan de optionele led-achterlichten het meest in het oog springen. De nieuwe automaat is een prettige verbetering voor wie liever niet zelf schakelt, verder blijft eigenlijk alles bij het oude. Op het gebied van rij-assistentiesystemen loopt de Mini achter de meute aan, qua rijplezier gaat hij nog altijd voorop.

Mini werkte dus vooral nog verder aan een vertaling van de merkwaarden om zichzelf een nóg Britser imago aan te meten. Binnenin kon dat je al bijna niet ontgaan, nu is het ook voor buitenstaanders extra duidelijk. A Mini is British. And that’s good.