Nismo is in ons kikkerlandje een vrij onbekende naam, maar liefhebbers van Japanse raceauto’s zullen direct weten dat het de motorsportdivisie van Nissan betreft. In 1984 begonnen als racemerk van Nissan, om zich later ook bezig te houden met productiemodellen als de Skyline R32. Maar ook met het leveren van tuningonderdelen, zoals motoren, ophangingen, uitlaten, wielen en bodykits, voor Datsun, Nissan en Infiniti. Nissan is vrij laat met de officiële introductie van Nismo in Europa. Gezien het wereldwijde succes van de GT-R (vroeger moest je een Skyline GT-R zelf importeren) en de komst van een allesvernietigende Nismo-variant is dit een mooi moment om Nismo in de Europese markt te zetten. En dat doet Nissan op een ludieke wijze, want de eigenzinnige Juke is er nu ook als Nismo. Op Nederlandse bodem test ik of het wat is.

Als er over één auto de meningen sterk zijn verdeeld is het de Nissan Juke wel, laat staan als het een opgefokte Nismo is! Een klein zwak hebben voor de Juke is niets om je voor te schamen, juist wel begrijpelijk. Een gedurfd design heeft immers z’n charme. Met z’n aerodynamische bodykit, giga achterklepspoiler, wat foute led-verlichting voorop en heftige 18 inch wielen is de Juke Nismo opvallend in het kwadraat. De witte metallic lak (er zijn drie kleuren mogelijk) staat ‘m goed, net als de ‘racy’ rode lijntjes rondom de body en dito gekleurde buitenspiegels. Ja, stiekem is deze Juke Nismo best een gaaf ding om te zien. Een gevalletje ‘guilty pleasure’.

Zoeken naar grip

De hamvraag is: heeft deze verlaagde compacte SUV met 200 pk (10 pk meer dan de reguliere 1.6 DIG-T) een overtuigend rijgedrag? Tijdens de eerste kilometers valt op dat de Juke weliswaar stugger is geveerd dan de gewone uitvoeringen maar desondanks – niet in storende mate – duidelijk overhelt. De algehele rijervaring met deze Juke is eigenlijk best plezierig. De suède sportstoelen zijn voor de verandering eens heerlijk zacht maar bieden toch een prettige steun. Hierdoor word je tijdens een stevige testrit uitstekend op je plek gehouden. De handgeschakelde zesbak laat zich met een korte pook strak bedienen en nauwkeurig plaatsen. Het doet erg denken aan de transmissie van een sportauto. Heel knap en vooral erg goed. Wel jammer dat het deels met Alcantara beklede stuurwiel niet axiaal verstelbaar is, dat verhindert een perfecte zitpositie.

Ja, stiekem is deze Juke Nismo best een gaaf ding om te zien. Een gevalletje ‘guilty pleasure’.

De Juke Nismo is voorwielaangedreven en net als bij z’n 190 pk sterke broertje hebben de voorbanden nogal moeite met ’t vermogen. Met de tractiecontrole uitgeschakeld is al gauw het geluid van piepende banden hoorbaar. Laat je ‘m ingeschakeld dan heeft het systeem soms moeite met het beteugelen van de krachten – vooral als de temperatuur en vochtigheid van het asfalt tegen zitten. Dit beïnvloed uiteraard het rijgedrag. De voorbanden zoeken naar grip, een stoplichtsprintje wordt zo een beetje een glijpartij. Gedoseerd gas geven is het devies, en verder vooral genieten van de fijne turbogeblazen 1.6 motor. Bij hogere toerentallen is de vierpitter het explosiefst, dan heb je echt wel een rappe auto. Lukt het je om zonder tractieproblemen te sprinten dan zou de Nismo vanuit stilstand naar 100 km/u 7,8 seconden nodig hebben. Wil je vierwielaandrijving (begrijpelijk), dan zit je wel vast aan een CVT-automaat (onbegrijpelijk) en is de Juke een lieve 4.500 euro duurder dan deze 34.320 euro kostende Juke Nismo met handbak en voorwielaandrijving. Voor die prijs is de Nismo wel altijd ‘fully loaded’.

Rij- en geluidsbeleving

Met de rijbeleving zit het wel goed, want de auto stuurt prettig – met voldoende gevoel en directheid. Zolang je de voorbanden niet tergt met teveel vermogen gaat de Juke lekker door de bocht heen en kan je ‘m bij het uitkomen ervan flink op de staart trappen. Het gemiddeld behaalde verbruik fluctueerde behoorlijk. Bij een wat kalmere rijstijl was dit 1 op 11,2. Tijdens ‘speelkwartiertjes’ stijgt het al snel naar 1 op 7,5.

De Nissan Juke Nismo is opvallend in het kwadraat.

Helaas laat Nismo kansen liggen als het gaat om geluidsbeleving. Het lijkt alsof de 10 cm dikke uitlaat voor de sier onder de achterbumper hangt, want er is een ernstig gebrek aan geluidssensatie. Zo nu en dan hoor je een zware grom maar daar blijft het wel bij. De motor heeft een typisch ‘zoemend’ viercilindergeluid, dat verre van sportief klinkt. Even tussengas geven biedt evenmin soelaas, want het toerental van de motor blijft kunstmatig ‘hangen’ – een nadeel van dit turbogeblazen blok. Dat is jammer, want als je de buitenkant bekijkt verwacht je eerder een herriemakend kanon.

Nismo heeft vooral zijn best gedaan om de standaard Juke om te toveren tot een vlugge en nog opvallendere auto. Die 10 pk extra klinkt als niet erg veel, maar door het aangepaste onderstel en de eerder genoemde sportstoelen, evenals de zwarte hemelbekleding en geinige ‘boost’ en ‘torque’ metertjes rijd je toch in een ander soort Juke.

Respect

Een compacte SUV in monstertenue is betrekkelijk nieuw en daardoor is de Juke Nismo concurrentieloos – maar daar is een reden voor. Je moet namelijk wel een enorme liefhebber zijn wil je voor deze Nissan Juke Nismo gaan. Ja, hij rijdt lekker, is vlug en ziet er bijzonder uit maar hij kan zijn vermogen moeilijk kwijt en een geluidsensatie ontbreekt. Voor hetzelfde geld  koop je ook iets ‘voorspelbaars’ als een Volkswagen Golf GTI, die sneller, sportiever is en een veel mooier afgewerkt interieur heeft. Dat neemt niet weg dat Nissan met de Juke Nismo iets bijzonders heeft en dat verdient op z’n minst respect.