Kleine, zuinige auto’s kunnen sinds 1 juli zomaar 1.000 euro goedkoper zijn dankzij een milieupremie van de overheid. Maar stimuleert dat de consument voldoende om een milieuvriendelijke auto te kopen?

Nu de milieukorting op zuinige auto’s officieel een feit is, zal snel genoeg blijken of het daadwerkelijk effect heeft op ons wagenpark en de totale CO2-uitstoot daarvan. Zouden er werkelijk meer kleine, zuinige autootjes worden verkocht? En wat is dan precies de beweegreden van de nieuwe eigenaren om zo’n auto aan te schaffen?

Vooralsnog lijkt het erop dat de milieugedachte van de automobilist er niet op verbetert. Diverse automerken zoals Fiat, Daihatsu en Citroën hebben in de aanloop naar 1 juli – de datum waarop de overheid de milieusubsidie is gaan verlenen – al gestunt met milieupremies op zuinige auto’s. Die bedragen, die soms opliepen tot 1.000 euro, betaalden ze alvast uit eigen zak.

Gevraagd naar hun reacties bleek dat de meeste consumenten toch voor het prijsvoordeel gaan, zowel qua aanschaf als in brandsstofverbruik. Dat ze met hun beslissing het milieu positief ondersteunen, leek voor hen geen issue, aldus diverse autobedrijven. Of dat nu erg is, kun je je afvragen. Uiteindelijk hebben we toch een win-win situatie. De autokoper is blij met zijn lagere kosten en de overheid (en dus wij allemaal) met de lagere CO2-uitstoot. Toch een slimme belastingmaatregel dus.