Roetfilters die in bestaande voertuigen met dieselaandrijving moeten worden ingebouwd brengen niet het gewenste resultaat volgens het Algemeen Dagblad.

Het roetfilter moet ervoor zorgen dat de fijne roetdeeltjes die in de uitstoot van dieselmotoren zit gefilterd worden. Deze roetdeeltjes zijn schadelijk voor de gezondheid en het milieu.
Het plan van Staatssecretaris van Geel dat ervoor moet zorgen dat op den duur alle voertuigen met dieselaandrijving moeten worden voorzien van roetfilters is al geruime tijd bekend. Kopers van nieuwe auto’s voorzien van een dergelijk filter krijgen met deze regeling korting op de BPM en dieselrijders met oudere auto’s (ongeveer 1,8 miljoen) krijgen in de toekomst de mogelijkheid om een roetfilter in te laten bouwen.

Hier ligt dan ook gelijk het probleem. Een onderzoek in opdracht van het ministerie van Verkeer en Waterstaat uitgevoerd door Senternovem, het agentschap voor duurzaamheid en innovatie, laat zien dat een achteraf ingebouwd roetfilter niet optimaal werkt. De reden hiervoor is dat de temperatuur in de uitlaat te laag is waardoor de roetopvanger dicht slibt. Binnen enkele duizenden kilometers werkt dit filter dan ook gelijk niet meer en bestaat de mogelijkheid dat de motor er dan ook mee stopt.

Ondanks alles blijven de plannen van Staatssecretaris van Geel ongewijzigd. Maar diverse partijen vrezen dat de, voor bussen,vuilnisauto’s en taxi’s, vorig jaar uitgetrokken 300 miljoen euro subsidie dan ook weggegooid geld is geweest.