Rijden onder invloed komt minder vaak voor dan voorheen. De groep hardnekkig drinkende automobilisten blijft echter even groot. Dat blijkt uit cijfers van het Ministerie van Verkeer en Waterstaat.

Het afgelopen jaar bleek 2,8 procent van de gecontroleerde automobilisten te diep in het glaasje te hebben gekeken. In 2004 was dat nog 3,4 procent. Voor het onderzoek ‘Rijden onder invloed’ werden ongeveer 30.000 blaastesten uitgevoerd in de weekendnachten.

Het percentage zware drinkers, mensen die de controleapparatuur een waarde boven de 1,3 promille laten uitslaan, is met 0,6 procent nog net zo groot als de afgelopen jaar. Zij zijn blijkbaar minder gevoelig voor BOB-campagnes of kunnen zich de volgende dag de hoge boete toch niet meer herinneren en blijven vervolgens dezelfde fout maken.

Vervelend genoeg veroorzaakt deze relatief kleine groep wel 80 procent van de alcoholgerelateerde ongevallen. Het ministerie wil daarom in 2009 het alcoholslot invoeren. Hierbij is een ingebouwd blaasapparaat gekoppeld aan een startonderbreker. Als de bestuurder teveel gedronken heeft, moet hij (of in minder vaak voorkomende gevallen zij) eerst even een kopje koffie gaan drinken of iemand anders zoeken die zijn auto aan de praat wil blazen.

Het ministerie van Verkeer en Waterstaat start in juni een nieuwe BOB-campagne waarin een koppeling wordt gelegd tussen Bob en sport. De nadruk ligt op alcoholgebruik in sportkantines, bij sportevenementen, tijdens het kijken naar sportevenementen in een horecagelegenheid en bij vrienden of familie thuis. Het WK-voetbal speelt hierbij uiteraard een prominente rol.