Het gebruik van de autogordel blijft stijgen. Waar twee jaar geleden nog negen op de tien bestuurders waren ingesnoerd, is dat nu 94 procent. Ook bestuurders van bestelauto’s dragen vaker de gordel, van 77 procent in 2004 naar 80 procent dit jaar.

In opdracht van het ministerie van Verkeer en Waterstaat en het Bureau Verkeershandhaving Openbaar Ministerie heeft de Adviesdienst Verkeer en Vervoer onderzoek gedaan naar het gordelgebruik van Nederlandse weggebruikers. Niet alleen bij bestuurders constateren zij een toenemend gebruik van de gordel, ook de passagiers doen dat. Zelfs op de achterbank heeft driekwart van de inzittenden een gordel om.

Kinderzitjes
Opvallend is dat tegenwoordig de gordel zowel binnen als buiten de bebouwde kom evenveel gedragen wordt. In voorgaande jaren bleef het gebruik binnen de bebouwde kom zo’n vijf tot tien procent achter. Het verplicht stellen van een goedgekeurd kinderzitje per 1 maart 2006 heeft tot een verdubbeling van het gebruik van kinderzitjes geleid, van 25 naar 56 procent. Nog maar tien procent van de kinderen zit los op een stoel, in 2004 was dat nog een kwart.

Hoofdsteunen
De hoogteafstelling van hoofdsteunen is in 2006 ten opzichte van 2004 niet verbeterd. Het aandeel bestuurders van personenauto’s met een goed afgestelde hoofdsteun is gelijk gebleven op 46 procent, maar voor passagiers is het gedaald. In 2006 is bij 47 procent van de passagiers de hoofdsteun goed afgesteld tegenover 55 procent in 2004. Een goed afgestelde hoofdsteun (hoog genoeg en dicht bij het hoofd) biedt bij een aanrijding bescherming tegen nekletsel (whiplash).