Fabrikanten geven veel te gunstige verbruikcijfers op voor hun stadsauto’s om zo een groen energielabel te krijgen. Dat blijkt uit een test van de Belgische consumentenorganisatie Test-Aankoop.

Test-Aankoop heeft dertig stadauto’s getest op verbruik en CO2-uitstoot. In veel gevallen ligt het praktijkverbruik twintig tot dertig procent hoger dan de opgegeven waarden, hierdoor neemt ook de CO2-uitstoot toe. De Smart ForTwo 1.0 maakt het wel erg bont: het praktijkverbruik ligt bijna 35 procent hoger.

Ook de Daihatsu Cuore ‘scoort’ boven de dertig procent waardoor het zogenaamde groene karakter van deze stadauto toch wel een beetje verloren gaat. Vreemd, want de Daihatsu Materia verbruikt in de test nagenoeg evenveel als het merk opgeeft, datzelfde geldt overigens voor de Lancia Ypsilon. De Volkswagen Polo 1.6 en Fiat Panda 4×4 1.3 Multijet zijn zelfs zuiniger dan de fabriek opgeeft.

De fabrieksopgave, die door de overheid wordt overgenomen, komt tot stand onder ideale omstandigheden op de testbank. Er is een vaste temperatuur en de lichten, radio en airco zijn uitgeschakeld. Verder wordt er gebruik gemaakt van vaste (ideale) schakelmomenten. Dat het praktijkverbruik dus hoger ligt is logisch maar een verschil van meer dan twintig procent is eigenlijk niet acceptabel.