Het aantal pk-beulen van Audi kent nauwelijks een plafond, de diversiteit in S- en RS-modellen is enorm. Zelfs de SUV’s zijn aan de beurt, als benzine én diesel. Een kleine twintig jaar geleden bouwde Audi - met hulp van Porsche - zijn eerste RS-model: de RS 2 Avant. Tegenwoordig is het ‘iene miene mutte’ om te bepalen welke je wilt. Voor deze test rijd ik de nieuwe RS 6 Avant: de ultieme performance stationwagen van Audi. Die is net als toen, maar zoveel beter.

Met de RS 4 geeft Audi al een vette knipoog naar de RS 2. De snelste A4 is er namelijk enkel nog als Avant en hetzelfde gaat op voor de RS 6 – al is er de RS 7 als alternatief. Kort door de bocht is het recept gelijk: ruimte voor je gezin, Quattro-vierwielaandrijving voor de benodigde grip en een dikke motor voor geweldige prestaties. De ingrediënten zijn echter een stuk exotischer – een RS 6 moet nu eenmaal de baas zijn. Houd je maar goed vast, want met 560 pk en 700 Nm koppel is deze 1.910 kg zware stationwagen als Jerommeke in een vadsig lijf. 

Een peulenschil

Vadsig met alle respect, want de RS 6 Avant ziet er fantastisch uit. Grote luchtinlaten in de voorbumper,  waarbij die van de vorige RS 6 verbleken. In de grille staat ‘Quattro’ gedrukt – alsof de wereld het nog niet wist. Gecombineerd met aluminium matte details kost je dat ‘slechts’ 1.120 euro extra. Voor een DJ Afrojack of voetballer Ibrahimovic is carbon- of koolstofvezelafwerking ter waarde van 6.302 euro een peulenschil, maar de optieprijzen zijn natuurlijk van de zotte. De matte Daytonagrijze lak (6.021 euro), gegoten 21 inch aluminium velgen (2.520 euro) en het prachtig klinkende Bang & Olufsen soundsystem ter waarde van 7.071 euro zijn slechts een paar voorbeelden waardoor dit testexemplaar onder aan de streep een lieve 178.343 euro kost. De vanafprijs? 137.900 euro. Ter illustratie: alle opties bij elkaar zijn net zoveel waard als een nieuwe Audi A5 Coupé. Ach, eigenlijk valt ’t allemaal best mee, want de vorige RS 6 moest ‘kaal’ al minimaal 170 mille kosten.

De hoeveelheid grip én controle die je in de RS 6 hebt is indrukwekkend

Eén minuut stilte

Net als BMW heeft Audi afscheid genomen van de V10 in het E-segment. Eén minuut stilte is hiervoor meer dan voldoende, want dit verlies wordt ruimschoots gecompenseerd met betere prestaties. De 4.0-liter V8 met twee turbo’s mag dan iets minder pk’s (-20) hebben dan de tiencilinder, het koppel is met 50 Nm gestegen. Maar dat is nog niet alles: de RS 6 viel 100 kg af. De overgebleven 560 paarden schieten van hun plek en launch control zorgt voor een achtbaansensatie, zo indrukwekkend is de sprint van 0 naar 100 km/u. Audi’s snelste Avant doet dit volgens de fabriek in 3,9 seconden, volgens de stopwatch in 4,1 tellen. Exact dat getal later zit de Audi alweer op 160 km/u en dan is hij nog lang niet uitgestreden. De topsnelheid is begrensd op 250 km/u, maar optioneel gaat ‘ie nog even door tot 280 km/u. Om post uit Leeuwarden te voorkomen, geloof ik Audi graag.

Vanaf 3.000 tpm voel je de kracht van de V8 exploderen en rond de 6.500 tpm schakelt de achttrapsautomaat van transmissiespecialist ZF razendsnel op. In manuele modus ramt de RS 6 met stevige klappen door de versnellingen heen en het mooiste is: de automaat zal de bestuurder nooit overrulen – zelfs niet als je het gaspedaal in de kickdown trapt. De relatief lange eerste versnelling maakt ’t mogelijk om soepel voluit weg te sprinten en dankzij de Quattro-vierwielaandrijving geven de banden geen kick. Waar je in de BMW M5 liever in de tweede versnelling wegrijdt om doorspinnende achterbanden te voorkomen, doet de Audi het in elke versnelling perfect. Dat maakt ‘m wellicht minder opzwepend dan de sneller zoekende M5, maar de hoeveelheid grip én controle die je in de RS 6 hebt is indrukwekkend. Vergeet niet om al bij 6.000 tpm door middel van de pook of schakelpaddles achter het stuur op te schakelen, want de achttraps automaat reageert met een kleine vertraging. Net die halve seconde bedenktijd kan de 4.0 TFSI onnodig in de toerenbegrenzer jagen.

Alle opties op de test-Audi RS 6 zijn bij elkaar net zoveel waard als een nieuwe Audi A5.

Audi, wat doet u nu?

Zoals gebruikelijk bij Audi kun je allerlei instellingen kiezen of ze zelf configureren. Sommige onderdelen zijn daarbij standaard en andere optioneel, zoals het sportdifferentieel. Met alles in ‘Dynamic’ heb je een behoorlijke ‘hete’ stationwagen, zelfs zo heet dat de RS 6 mij aangenaam verrast. Quattro staat al gauw gelijk aan meer tractie en grip, maar tegelijkertijd ook een getemperde rijsensatie. Voor een deel is dat waar, maar het fungehalte van de RS 6 was nog nooit zo hoog als bij deze nieuwste generatie. De Audi plakt aan de weg en vreet lange bochten op als een snoepkont in de Jamin. Hard door bochten: check! Meer willen? Oef, zeker een check. De besturing is opvallend scherp, al blijft deze nog altijd neutraler aanvoelen dan bij de concurrenten. Prettig en vertrouwd zijn termen die de stuurinrichting van de RS 6 het beste omschrijven. En dan, met wat forceren en de beschermengelen uitgeschakeld, laat de RS 6 iets leuks toe: overstuur! Audi, wat doet u nu? Alweer een RS-model met een uitstekende handling en een achterzijde die lekker dwars wil? Na de RS 4 laat nu ook de RS 6 meer speelruimte toe. Een ware drifter is het niet, maar deze Audi is wilder en ondeugender dan je verwacht.

Korte bochten kosten de RS 6 evenmin veel moeite door een overvloed aan grip, maar het hoge gewicht maakt ‘m niet zo wendbaar als wenselijk. Kan je de Audi daarop afrekenen? Nee. Er is geen ontkomen aan de wetten van de natuur. Voor ‘korte-bochten-spielerei’ koop je maar een Subaru BRZ. Al het fijne van zoveel power heeft ook zo z’n keerzijde: je gaat zo makkelijk heel erg hard, dat het rempedaal gaten in je schoenzolen slaat. Een dagje rijden is dan ook makkelijk samen te vatten als: gassen, remmen, gassen, remmen, gassen en weer remmen. Keramische remschijven staan op de optielijst, maar de standaard ho-ijzers presteren al fantastisch. Een noodstop simuleren voelt alsof je hersenen het voorhoofdsbeen toucheren. Indrukwekkend.

De andere kant

Hoewel de V8 best lekker klinkt, is de aandacht vooral gericht op het uitlaatsysteem. Stationair gromt de RS 6 als een hongerige leeuw. Ga je flink te keer dan produceren de uitlaten een aangenaam kabaal van ‘scheten en knallen’. Reken maar op een hoop verdraaide nekken van omstanders. Hoe anders is het als je de auto in de meest comfortabele setting zet. Het uitlaatgeluid wordt gedempt, de besturing wordt prettig licht en de demping relatief zacht. De grote wielen en het verlaagde onderstel zul je uiteraard blijven voelen, maar voor een trip naar de Mediterranee met de kids is ‘ie zeker geschikt. En zo toont de snelle Audi een hele andere kant. Dan is het de auto die je meeneemt om met vrienden op wintersport te gaan of waarmee je een zakenrelatie meeneemt naar een afspraak of lunch. Want bij een kalme rijstijl blijft de RS 6 aangenaam stil en is hij verre van nerveus, terwijl je omringd bent door de pracht en praal van een feilloos afgewerkt interieur. Je kijkt uit over de mooiste materialen en je zit in uitstekende sportstoelen. What’s not to like? En met z’n 565 liter grote bagageruimte rij je volgepakt in relatief comfort van A naar Beter.

Ratjetoe

Aan het einde van de dag lever ik de sleutel weer in en mag ik blij wezen dat de autoriteiten mij niet gesnapt hebben. De RS 6 is een acceleratiekanon, waar je heel gemakkelijk veel te snel mee rijdt. Maar naast het leveren van topprestaties kan de Audi RS 6 Avant zoveel meer. Hoewel ik idolaat ben van de meer traditionele sportwagens, is zo’n A6 Avant met RS-vermogen en -looks ook intrigerend. Het is zo bijzonder dat een zaken- en gezinsauto als deze in staat is om geniale sprinttijden neer te zetten en zelfs een vermakelijk rijkarakter kan hebben. Dit ratjetoe van alles maakt de RS 6 een uitzonderlijk veelzijdige lekkernij.