De letter N, zeg je? Ja, wen er maar aan, want met de i30 N bemachtigt Hyundai een plekje tussen de gevestigde sport-badges GTi, OPC, R.S. en ST. De N staat voor Namyang, de plaats waar Hyundai alle modellen ontwikkelt en test. Op de illustere Nürburgring, het circuit dat Hyundai ziet als benchmark voor de ultieme rijdersauto, is de fijnafstemming gedaan. De Nürburgring zit er vandaag niet in, maar wel een ander circuit. Ik rijd naar het Belgische Zolder en test de i30 N aldaar.
Wie had 20 jaar geleden durven zeggen dat iemand graag zijn geplande vrije dag opgeeft en in plaats daarvan ruim 5 uur wil rijden om even te snuffelen aan… een Hyundai? Welnu, dat is precies wat ondergetekende gedaan heeft en exact wat Hyundai met de nieuwe pretletter wil bereiken. Want hier geen halfzacht GT-gedoe, maar een echte hot hatch met dito prestaties. 275 pk, handbak, sperdifferentieel en een luid klapperende en ploffende uitlaat. Een machine, kortom, waarmee je de autoliefhebber in vervoering brengt.
Alles Güte-stand
Voordat het circuit roept neem ik de i30 N mee de openbare weg op. Even kort kennismaken met de auto en alle instelmogelijkheden. Dat zijn er nogal wat, want de Hyundai i30 N laat zich aanpassen als in een computerspel. Gelukkig is er ook een ‘alles Güte’-stand, die je met de grote N-knop op het stuur inschakelt. Dan transformeert de i30 N van een relatief vergevingsgezinde familie-hatchback tot de auto zoals de race-ingenieurs hem bedoelden.
Ik schrijf opzettelijk ‘relatief vergevingsgezind’, want zelfs in de meest softe stand blijft de Hyundai i30 N duidelijk sportief. De stuurinrichting is altijd even precies maar alleen een tandje lichter. De uitlaat nog altijd lawaaiig, maar binnen de grenzen van het acceptabele. Dat is maar goed ook, want niet-configureerbare zaken als de bijzonder gevoelige sportkoppeling en strakke handbak rijmen niet met een comfortabelere auto dan deze. Het belangrijkste: de i30 N tovert altijd een grijns op je gezicht, de rij-instellingen beïnvloeden slechts de breedte daarvan.
Even glijden, dan rijden
Om de auto nog beter te leren kennen is er ook een sessie op de slipbaan. Hier merk ik al snel dat de auto bijzonder goed gebalanceerd is en zich niet snel van de wijs laat brengen. Ondanks de gladheid en het vele water blijft de i30 N koersvast. Wanneer je de (analoge!) handrem even aantrekt is het eveneens mogelijk om vrij eenvoudig gecontroleerde drifts te maken. Veiligheid, stabiliteit en rijplezier: het zit er allemaal in.
De geur van motorsport, samen met een echt begeerlijke Hyundai
Met deze kennis in het achterhoofd heb ik alle vertrouwen in het echte werk, dus begeef ik mij naar het voormalige Formule 1-circuit. Instructeur Patrick laat me in twee rondjes de belangrijkste punten van aandacht zien. Hij laat voelen wat de i30 N in professionele handen kan, daarna nemen mijn ietwat klam geworden handen het stuurwiel van hem over.
Uiteraard staat de N-modus aan, zodat de i30 rijdt zoals de techneuten het willen. Al in de eerste bocht ervaar ik weer de stabiliteit en bij het uitaccelereren van de bocht valt op hoe goed de 275 paardenkrachten op het asfalt worden overgebracht. Je hebt niet het gevoel dat er stevig aan het stuur getrokken wordt, zoals bij veel andere auto’s met veel vermogen op de voorwielen. Dankzij de vroeg beschikbare 380 Nm koppel kan ik het hele circuit in de derde en vierde versnelling rijden, zelfs langzame chicanes uitaccelereren gaat moeiteloos in ‘3’. In het oog springende shift lights verraden wanneer het moment om te schakelen daar is.
Na enkele ronden kan ik het tempo opvoeren, sneller accelereren, vloeiender sturen en harder remmen. Bij stevig remmen voel je de achterzijde licht worden en enigszins kwispelen, zodat je weet dat je serieus bezig bent. Tijdens het uitaccelereren in je stoel gedrukt worden blijft het leukst, en het is dan ook jammer dat we even later een cool down-lap inzetten om de techniek enigszins te laten bijkomen.
Na de circuitsessie hangt een odeur van warm rubber en goed gebruikte remmen rond de auto. De geur van motorsport, samen met een echt begeerlijke Hyundai. Een vrije dag opgeven, ver rijden om te snuffelen aan een nieuwe Hyundai en de dag afsluiten met ‘ik zou hem wel willen’. Wie had dat ooit gedacht?