Chevrolet gaat eindelijk dieselmotoren bouwen. Voor het eerst in de geschiedenis worden modellen uit de Daewoo-fabrieken uitgerust met zelfontbranders. De Captiva, de nieuwe compacte SUV van Chevrolet wordt in maart 2006 het eerste model dat leverbaar is met dieselmotor.

Zoals gebruikelijk bij diesels kwam het proces langzaam op gang. Daewoo kondigden jaren geleden al aan dieselmotoren te gaan leveren, maar tot op heden is het daar nooit van gekomen. Dit jaar werd dan eindelijke de bouw afgerond van de eerste dieselmotorenfabriek in Zuid-Korea. Op 1 september is de pilotproductie van start gegaan en vanaf maart 2006 gaat de reguliere productie van start.

Na de Captiva worden ook de Nubira en Lacetti uitgerust met dieselmotoren. Datzelfde geldt voor de opvolger van de Evanda. In 2007 komt ook een dieselversie van de Aveo op de markt; vanaf januari 2006 is dit model al leverbaar met benzinemotor.

In eerste instantie gaan twee versies van de tweeliter dieselmotor met commonrail in productie. De uitvoering met conventionele turbo moet 120 pk ontwikkelen en bereikt een maximum koppel van 280 Nm bij 2.000 toeren per minuut. De high-performance versie is goed voor 150 pk en een maximumkoppel van 310 Nm dankzij de variabele turbo. Beiden hebben vier kleppen per cilinder en een bovenliggende nokkenas, die werd ontwikkeld door GM Daewoo, GM Powertrain en VM Motori.