Achteraf ingebouwde roetfilters vormen geen gevaar voor de volksgezondheid. Tot die conclusie komt onderzoeksbureau TNO dat in opdracht van het ministerie van VROM de effecten van de roetfilters bestudeerde, nadat werd gesuggereerd dat door de filters mogelijk zeer fijne kankerverwekkende deeltjes vrij zouden kunnen komen.

In het voorjaar verschenen diverse berichten in de media dat retrofit roetfilters schadelijk kunnen zijn voor de volksgezondheid. Omdat de overheid deze filters subsidieert besloot minister Cramer van Milieu een onderzoek in te stellen. TNO heeft in samenwerking met het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) de gezondheidseffecten onderzocht. Met bestaande dieselauto’s met en zonder filter werd in de stad, buiten de stad en op de snelweg de uitstoot bestudeerd.

De metingen gaven geen enkele aanleidingen tot ongerustheid. Wel constateerden de onderzoekers dat de uitstoot van fijnstofdeeltjes bij auto’s met een retrofit roetfilter 44 procent lager ligt. Minister Cramer ziet op basis van dit onderzoek dan ook geen reden om de subsidieregelingen voor het stimuleren van roetfilters aan te passen. Autobezitters die achteraf een roetfilter in hun dieselauto laten inbouwen, krijgen 500 euro korting van de overheid. Diverse fabrikanten en leasemaatschappijen nemen de overige kosten voor hun rekening.