Het rommelt al enige tijd bij de in aanbouw zijnde fabriek voor de Tata Nano in het Indiase West-Bengalen. Afgelopen vrijdag werd de fabriek gesloten toen de protesten en bedreigingen uit de hand dreigden te lopen. Het is nu de vraag of de productie van ‘s werelds goedkoopste auto, de Tata Nano, vertraging oploopt.

Sinds de onthulling van de ‘auto voor 100.000 roepia’s’ (nog geen 1.700 euro) op de Autosalon van New Delhi is Tata Motors vliegend van start gegaan. De eerste series van de Nano lopen al in twee fabrieken van de band. Bij de West-Bengaalse fabriek Singur Village, waar de productie volgende maand moet beginnen, staan de zaken er anders voor. Door de overheid onteigende boeren, gesteund door politici en activisten, voelen zich ondanks compensatie bekocht nu blijkt dat er een fabriek komt van de schatrijke Tata-familie. Ze willen vierhonderd van de duizend acres (ruim 4 miljoen m2) terug hebben.

Het Singur Land Protection Committee benadrukt niet tegen industrie op zich te zijn – in West-Bengalen is een enorm gebrek aan werk en inkomen – maar tegen de manier waarop het land van de boeren is afgenomen. Toch lopen de protesten inmiddels uit de hand. Donderdag moesten de 3.600 mensen die de fabriek bouwen, door de politie geëscorteerd worden naar huis. Vanwege bedreigingen verschenen duizenden werknemers vrijdag niet meer op hun werk. Daarop heeft Tata de fabriek gesloten om zich verder te beraden.

Wanneer de veiligheid van de medewerkers niet langer te garanderen is, ziet Tata Motors zich genoodzaakt de productiefaciliteit elders te vestigen – ondanks de reeds geïnvesteerde 350 miljoen Amerikaanse dollars. Ondertussen wordt Tata al ‘overspoeld’ door aanbiedingen uit andere provincies. Verschillende toeleveranciers, die zich al op het immense terrein hebben gevestigd, geven aan mee te verhuizen indien nodig.

Verhuizing zou echter veel geld en minstens een jaar tijdverlies met zich mee brengen. Topman Ratan Tata heeft nog meer zorgen aan z’n hoofd. De waarde van Tata-aandelen zakt al, en dat tegen de achtergrond van een niet al te florissante automarkt. Er moet 1,6 miljard euro op tafel worden gelegd voor de recente overname van de merken Jaguar en Land Rover. Ten slotte stijgen de staalprijzen enorm in India. Het is nog een geluk dat de staalindustrie grotendeels in handen is van het Tata-concern.

Desalniettemin denken analisten dat Ratan het staalbedrijf zal moeten verkopen aan andere familieleden. Mogelijk wordt daarnaast de winstgevende, in Zuid-Korea gevestigde vrachtwagenfabriek Tata-Daewoo in de etalage gezet. Toch blijft het Tata’s streven om nog dit najaar de Tata Nano op de markt te brengen, met een startproductie van 250.000 stuks per jaar. We zijn benieuwd of dit wordt gehaald.