Het Amerikaanse Ward reikt in januari de ‘oscars’ uit voor de tien beste motoren. Opvallend is de aanwezigheid van twee dieselmotoren en een hybride in de lijst. Voor de rest is de lijst zo Amerikaans als wat: alle motoren hebben een cilinderinhoud van twee liter of meer.

Ondanks de teruglopende populariteit van grote auto’s met grote motoren in de Verenigde Staten staat de lijst met de ’10 best engines’ vol met grote benzineslurpers. Voor Europese begrippen dan, want de Ward spreekt van een lijst die ‘de diversiteit het in Noord Amerikaanse autolandschap laat zien’.

Alle winnaars mogen niet meer dan 54.000 dollar kosten, dus exoten komen we niet tegen in de lijst. Wel twee dieselmotoren, iets wat enkele jaren geleden nog ondenkbaar was in de ‘States’. In ieder geval is de uitreiking van de awards een kleine opsteker voor de Amerikaanse autofabrikanten, die alle drie een Oscar mee naar huis mogen nemen.

De winnaars van de ‘Ward’s 10 Best Engines’ zijn: de 2.0 TFSI uit de Audi A4, de 3.0 turbo uit de BMW 135 Coupé, de 3.0 turbodiesel uit de BMW 335d, de 5.7 Hemi V-8 uit de Dodge Ram en Challenger, de 2.5 HEV uit de Ford Escape Hybrid, de 3.6 V6 uit de Cadillac CTS, de 3.5 V6 uit de Honda Accord Coupé, de 4.6 V8 uit de Hyundai Genesis, de 3.5 V6 uit de Lexus IS 350 en de 2.0 TDI uit de Volkswagen Jetta.