Mercedes-Benz SL63 AMG

Na de desastreus verlopen seizoensfinale in 2007 heeft Lewis Hamilton in de eerste Grand Prix van 2008 meteen orde op zaken gesteld. De McLaren-coureur reed de hele race onbedreigd op kop. Doordat Ferrari een dramatisch weekeinde kende, was er op het podium verrassend plaats voor BMW-rijder Nick Heidfeld en Nico Rosberg van Williams.

Het afschaffen van de elektronische hulpmiddelen, met name traction control, zorgde voor bijzonder veel spektakel op de baan. Zelfs ervaren rotten als Felipe Massa, David Coulthard en regerend wereldkampioen Kimi Raikkonen hadden moeite hun bolide op het rechte pad te houden. De mooiste klapper van de vroege ochtend kwam echter op naam van debutant Timo Glock, die zijn Toyota over een hobbel tegen het asfalt uiteen liet spatten. In totaal vielen 15 van de 22 coureurs uit, waaronder de favoriete Ferrari’s. Raikkonen werd nog wel als achtste geklasseerd, nadat Rubens Barrichello werd gediskwalificeerd, wegens het negeren van het rode licht in de pitstraat.

Door alle incidenten kon Safety Car-chauffeur Bernd Maylander zijn nieuwe speeltje, een speciaal geprepareerde SL 63 AMG, direct goed uittesten. Liefst driemaal werd de race geneutraliseerd, zodat het veld steeds opnieuw ineen schoof. Voor Hamilton maakte het geen verschil, onverschillig reed hij telkens van het veld weg. Zijn teamgenoot Heikki Kovalainen werd wel benadeeld. Bij de laatste Safety Car-situatie moest hij nog een pitstop maken, zodat hij een zekere tweede plaats kon vergeten. Hij knokte zich nog knap terug naar een vijfde positie. Na een schitterende inhaalmanoeuvre op tweevoudig kampioen Fernando Alonso lag hij zelfs even vierde, maar door een knullige fout gaf hij die plek weer terug. De Fin drukte per ongeluk de snelheidsbegrenzer van zijn McLaren in.