De benzineprijs in Nederland behoort tot de vijf hoogste ter wereld. Het zijn met name de accijnzen die de benzine duur maakt. Dat betekent wel dat we in Nederland relatief gezien minder last hebben van stijgende olieprijzen.

Het Amerikaanse onderzoeksbureau AIRINC, wat kosten voor levensonderhoud vergelijkt, heeft de benzineprijzen tussen half maart en april onderzocht van 155 landen wereldwijd. Dit heeft geresulteerd in een ranglijst met de benzineprijs in Amerikaanse dollars per gallon (3,785 liter).

Zoals te verwachten, is de benzine het goedkoopst in olieproducerende landen. Venezuela staat aan kop met slechts 12 dollarcent per gallon. Iran, Saoedi-Arabië en Libië volgen. Overheden van olieproducerende landen verdienen niet alleen goed aan de export, maar subsidiëren ook regelmatig het brandstofgebruik voor de eigen bevolking. Dit drijft de binnenlandse vraag, en daarmee de internationale olieprijs, op.

De kosten van benzine zijn ruwweg hetzelfde voor alle olie-importerende landen. Toch zijn er grote verschillen in verkoopprijzen. John Felmy, topeconoom aan het Amerikaans Petroleum Instituut, zegt dat de verschillen in verkoopprijs grotendeels verklaarbaar zijn uit de subsidies of belastingen die overheden instellen.

In de Verenigde Staten wordt slechts 18 dollarcent aan federale belasting geheven over een gallon benzine. Dat betekent dat de brandstof daar veel goedkoper is dan in Europese landen, waar overheden benzine zwaar belasten. In de ranglijst eindigen de VS op de 45e plaats, met een prijs van 3,45 dollar per gallon.

Negen van de tien landen waar de benzine het duurst is liggen in (West-)Europa. Nederland staat op de vijfde plaats van duurste landen. Omgerekend kost een gallon benzine bij ons 8,37 Amerikaanse dollar. In Bosnië-Herzegovina is benzine het duurst van alle 155 onderzochte landen: 10,86 dollar per gallon.

De dure Europese benzineprijzen betekenen wel dat we op ons continent naar verhouding minder last hebben van de stijgende olieprijzen. In de Verenigde Staten, waar de benzineprijzen voornamelijk uit oliekosten bestaan, zijn de prijzen over de laaste zeven jaar meer dan verdriedubbeld: van ongeveer één dollar tot bijna 3,5 dollar per gallon.

De inwoners van de VS zijn in absolute getallen nog eens extra getroffen doordat de oorspronkelijk lage benzineprijs heeft geleid tot een grotere brandstofconsumptie. Zij verbruiken drie keer zoveel benzine dan Europeanen. Er zijn aanwijzingen dat de hoge brandstofaccijnzen in Europa het benzinegebruik op ons continent over de laatste decennia heeft doen afnemen.