De auto is veruit favoriet als vervoersmiddel naar het werk, gevolgd door de fiets. Uit cijfers van het CBS, die vandaag zijn vrijgegeven, blijkt dat er door de jaren heen nauwelijks verandering optreedt in de wijze waarop de Nederlander naar zijn werk gaat.

Zestig procent van het woon-werk-verkeer geschiedt per auto, waarmee dit vervoersmiddel veruit het meest populair is; iets dat in voorgaande jaren ook al zo was. Opvallend is de lage score van het openbaar vervoer. Ondanks de overvolle treinen in de spits gebruikt slechts negen procent de trein, bus en metro.

De fiets is met 24 procent het op een na meest gebruikte vervoermiddel. Met name op afstanden onder de tien kilometer is de fiets populair. De gemiddelde afstand die op het stalen ros wordt afgelegd is vier kilometer, de reistijd gemiddeld een kwartier.

Vier procent gaat lopend naar het werk, uiteraard alleen over korte afstanden. Opvallend is dat wanneer de woon-werk-afstand minder dan een kilometer is, toch nog twintig procent de auto gebruikt. Overigens maken de meeste mensen op deze afstand gebruik van de fiets.