Buitenlandse merken produceren na de reorganisatie van de Amerikaanse auto-industrie meer auto’s in Noord-Amerika dan Ford, General Motors en Chrysler. Dat blijkt uit een studie van een Amerikaans adviesbureau.

Ford, General Motors en Chrysler zijn altijd heer en meester geweest in Noord-Amerika als het aankwam op de productie van het aantal auto’s op het continent. Daar lijkt nu een einde aan te komen, de Japanse, Koreaanse en Europese merken produceren steeds meer auto’s in Amerika.

De ellende in de Amerikaanse auto-industrie zorgt ervoor dat de productie-aantallen de komende jaren drastisch dalen, voor zover dat nu al niet gebeurt. In 2012 produceren de drie grote Amerikaanse fabrikanten gezamenlijk 7,5 miljoen auto’s, vier miljoen minder dan in 2008. Dat staat gelijk aan een daling van 35 procent.

Vooral de sluiting van vele fabrieken, mede omdat GM en Ford merken afstoten, draagt bij aan de drastische daling. Het adviesbureau verwacht dat de ‘buitenlandse merken’ als Toyota, Hyundai, BMW en Volkswagen de productie tot 2012 uitbreiden met twintig procent naar acht miljoen geproduceerde voertuigen.